Home COLUMN: Maarten van Rossem

COLUMN: Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 28 nov 2012
  • Update 02 mrt 2022
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
COLUMN: Maarten van Rossem

Een halve eeuw geleden, zo kan men overal lezen, ontsnapte de wereld maar ternauwernood aan nucleaire vernietiging. Tussen 15 en 28 oktober 1962 was er sprake van een zenuwslopende strategische confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Dat het goed is afgelopen zou de verdienste zijn van het even koele als heroïsche optreden van John Kennedy.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Ik vierde tegen het einde van de crisis, op 24 oktober, mijn negentiende verjaardag. Aan de foto van de goed verpakte raketten aan dek van een Russisch vrachtschip, die die dag verscheen in het Algemeen Handelsblad, bewaar ik een scherpe herinnering. Wat ik me helemaal niet herinner van die dertien crisisdagen is het besef dat mijn toen nog veelbelovende leven op korte termijn zou zijn afgelopen. Dat was voornamelijk het gevolg van jeugdige lichtzinnigheid en gebrek aan informatie. Pas veel later werden de details van het treffen duidelijk. Toch blijkt mijn gebrek aan doodsangst achteraf volkomen gerechtvaardigd.

De Russen bouwden in de zomer en vroege herfst van 1962 op Cuba bases voor middellangeafstandsraketten. Zij deden dat merkwaardig genoeg zonder camouflage. Waarschijnlijk omdat ze dergelijke activiteiten in de Sovjet-Unie natuurlijk ook niet camoufleerden.

De bases werden op 14 oktober voor het eerst gefotografeerd door een U2-spionagevliegtuig. De dag daarop werd de president geïnformeerd. De president en zijn medewerkers concludeerden onmiddellijk dat de Russische handelwijze onacceptabel was en dat de raketten moesten verdwijnen.

De Amerikanen zagen de raketten als een zet in het mondiale strategische schaakspel. De Russen wilden op relatief goedkope en simpele wijze nucleaire pariteit realiseren. Zij hadden namelijk een aanzienlijke achterstand op het gebied van de langeafstandsraketten. In werkelijkheid wilden ze echter Cuba beschermen tegen nieuwe Amerikaanse invasiepogingen.

De vraag was nu hoe de Russen gedwongen konden worden hun raketten weer weg te halen. De militair adviseurs van de president stelden een massale luchtaanval voor. Daar voelde Kennedy niet voor, omdat hij de risico’s te groot achtte.

Op 22 oktober verscheen de president op de televisie om de zaak toe te lichten. Hij kondigde een vlootblokkade van Cuba aan om verdere opbouw van de bases onmogelijk te maken, en deelde de Russen mee dat de raketten dienden te verdwijnen. Gebeurde dat niet, dan zouden de Amerikanen optreden.

In de volgende dagen schreef Nikita Chroesjtsjov, de leider van de SU, drie brieven aan de president. De eerste was agressief, de tweede compromisbereid en de derde zat ertussenin. Na enig heen-en-weergepraat besloten de Amerikanen te antwoorden op de tweede brief. Chroesjtsjov beloofde daarin de raketten terug te halen als de Amerikanen beloofden Cuba niet meer aan te vallen.

De broer van de president zocht in het diepste geheim contact met de Russische ambassadeur in Washington en deed de gevraagde belofte. In de derde brief stelde Chroesjtsjov een tweede eis: de Amerikaanse Jupiter-raketten dienden uit Turkije te verdwijnen. Kennedy vond dat officieel onacceptabel, maar was officieus wel bereid dat toe te zeggen. Zo raakte de crisis eind oktober tot een goed einde.

Ik heb de zaken hier kort samengevat, maar opmerkelijk is dat de beide hoofdrolspelers, die in eerste instantie de crisis hadden veroorzaakt door hun onverantwoordelijke gedrag, steeds uiterst voorzichtig opereerden, omdat ze zich kennelijk ten volle bewust waren van de risico’s. Het waren Kennedy’s adviseurs die oorlogszuchtig waren, die bang waren als slappelingen te kijk te worden gezet.

De crisis staat te boek als een grote overwinning voor Kennedy, maar was dat evident niet. Het was een keurig compromis en beide partijen kregen hun zin. Dean Rusk, de minister van Buitenlandse Zaken, sprak terugblikkend de fameuze woorden: ‘We were eyeball to eyeball and the other guy blinked first.’ Beter zou zijn geweest: ‘We both blinked.

 

Nieuwste berichten

De Amerikaanse gangster Al Capone
De Amerikaanse gangster Al Capone
Recensie

Overheden creëren onbedoeld markten voor misdadigers

Naarmate staten beter zijn georganiseerd en meer wetten maken, raken er ook steeds meer zaken verboden. En dat is een kolfje naar de hand van de georganiseerde misdaad, zo laat Mark Galeotti zien in Homo criminalis. Misdadigers verdienen juist aan handel in zaken die de overheid heeft verboden. Dat was vroeger zo en dat is...

Lees meer
Anti-Immigratie demonstratie escaleert in Den Haag
Anti-Immigratie demonstratie escaleert in Den Haag
Recensie

Historicus heeft kritiek op Rosan Smits: fascisme is geen inhoudsloze strategie

In haar boek Dit is fascisme waarschuwt politicoloog en journalist Rosan Smits voor uiterst rechtse ondermijning van de democratie. De waarschuwing is terecht, maar zij gebruikt het begrip ‘fascisme’ te gemakzuchtig in de ogen van expert Robin te Slaa. Fascisme is geen inhoudsloze machtspolitiek, zoals Smits beweert, maar een echte ideologie. Er zijn weinig boeken...

Lees meer
Russell Crowe speelt oorlogsmisdadiger Hermann Göring in de film Nuremberg
Russell Crowe speelt oorlogsmisdadiger Hermann Göring in de film Nuremberg
Recensie

Film Nuremberg toont psychologisch steekspel tussen psychiater en Hermann Göring

Hadden nazileiders speciale karaktertrekken zodat ze zonder wroeging gruwelijke misdaden konden beramen? In het rechtbankdrama Nuremberg hoopt een psychiater dat tijdens het beroemde strafproces in gesprekken met Hermann Göring te kunnen vaststellen. De op ware gebeurtenissen gebaseerde film toont het psychologische steekspel tussen beiden. Als het aan de Britse premier Winston Churchill had gelegen was...

Lees meer
Dode studenten bij de Kent State Massacre
Dode studenten bij de Kent State Massacre
Artikel

De National Guard opende het vuur op demonstrerende studenten

Een foto van een schreeuwende vrouw naast een doodgeschoten student schokte in 1970 de wereld. De National Guard had op 4 mei het vuur geopend op studenten van Kent State University in Ohio. De reacties op het bloedbad waren tekenend voor de verdeeldheid in Amerika: het leidde tot demonstraties en protestsongs, maar sommigen vonden dat...

Lees meer
Loginmenu afsluiten