Home COLUMN: Maarten van Rossem

COLUMN: Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 29 januari 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 3 minuten leestijd

Naar alle waarschijnlijkheid zal de moord op Kennedy in de terugblikken op 1963 verreweg de meeste aandacht krijgen. Dat is begrijpelijk, want die moord was en is een trauma voor een hele generatie, en bovendien het schijnbare beginpunt van meer dan een decennium van ellende voor de Verenigde Staten. En ik vermoed dat de befaamde televisietoespraak van bisschop Bekkers, waarin hij zei dat de gelovigen zelf mochten bepalen hoeveel kinderen ze wilden hebben, in Nederland het belangrijkste historische wapenfeit van 1963 zal blijken te zijn.

Vandaar dat het ernaar uitziet dat de introductie van de compactcassette door Philips in augustus 1963 waarschijnlijk collectief over het hoofd zal worden gezien. Dat zou jammer zijn, want die heeft via een aantal tussenstappen een aanzienlijke invloed gehad op het dagelijks leven van miljarden mensen.

De compactcassette, die nog steeds verkrijgbaar is, is een afgesloten plastic doosje met twee spoeltjes waarop een bandje loopt waarop geluid kan worden opgenomen. De cassette kan doodsimpel worden in een afspeelapparaat worden geklikt. Wie ooit heeft zitten hannesen met een ouderwetse bandrecorder weet wat een zegen dat cassettesysteem was. Binnen enkele jaren domineerde de cassette van Philips een groot deel van de muziekindustrie. Dat kwam doordat Philips, na aandrang van zijn grootste concurrent Sony, het patent had vrijgegeven.

Aanvankelijk was de geluidskwaliteit van de smalle bandjes in de cassettes abominabel, maar dat verbeterde de volgende jaren in hoog tempo. Vanaf 1965 waren voorbespeelde cassettes verkrijgbaar, de zogenoemde musicassettes. Wie zeldzaam – zoals ik – de pest had aan het schoonmaakritueel dat bij langspeelplaten noodzakelijk werd geacht was dolblij met die musicassettes. Geen gedonderjaag meer met vuil in de groeven en borsteltjes die bevochtigd moesten worden.
Het duurde meer dan anderhalf decennium voordat Sony op het lumineuze idee kwam om een afspeelapparaat te construeren dat nauwelijks groter was dan de cassette zelf: zo werd in 1979 de Walkman geboren, in de jaren tachtig verreweg het meest begerenswaardige, want mobiele elektronische apparaatje. Wie jong en hip was, had een Walkman en kon daarmee overal en altijd naar zijn favoriete muziek luisteren.

De compactcassette had ook nog andere nuttige toepassingen: hij liet zich makkelijk in auto’s inbouwen, was een ideaal, makkelijk te verbergen transportmiddel voor preken en andere opruiende ideologische boodschappen (Osama bin Laden!), en fungeerde ook nog eens als geheugenopslag voor de eerste simpele computers.

Met de komst van de compact disc leken de dagen van de compactcassette geteld, maar dat viel aanvankelijk nogal mee. De draagbare cd-speler, de Discman, is nooit zo populair geworden als de Walkman. Dat kwam doordat het mechaniek van de cassettespeler veel schokbestendiger was; het werkte betrouwbaar onder alle denkbare omstandigheden. De definitieve marginalisering van het cassettebandje was het werk van een geheel nieuwe technologie: de digitale muziekopslag.

Om muziekbestanden gemakkelijk te kunnen uitwisselen en afspelen was het echter eerst noodzakelijk die bestanden sterk te comprimeren. Dat proces verliep in stappen: MPEG I, II en III, waarbij MPEG staat voor Moving Picture Experts Group. MPEG III – kortweg mp3 – reduceert het bestand tot ongeveer een elfde deel van zijn oorspronkelijke omvang.

Al in 1998 construeerde een Zuid-Koreaans bedrijf een MPMan, een digitale audiospeler. Een groot succes was dat echter niet; de software was te complex en de juiste infrastructuur ontbrak. Apple was het bedrijf dat de noodzakelijke software ontwikkelde, maar dat nog door een buitenstaander moest worden gewezen op de mogelijkheid van een elegante en simpele digitale speler: de in 2001 gelanceerde iPod.

Het is wellicht wat kort door de bocht, maar de revolutionaire iPhone is te beschouwen als een iPod met een beeldschermpje, waarmee je ook kunt opbellen. Zo bleek Philips’ doodsimpele compactcassette, welker ongekende mogelijkheden het bedrijf zelf in het geheel niet had voorzien, vier technologische generaties later een van de overgrootvaders van alle mobiele elektronica.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.