Home COLUMN: Annejet van der Zijl

COLUMN: Annejet van der Zijl

  • Gepubliceerd op: 24 juni 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annejet van der Zijl

Op dit moment ben ik bezig met een even heerlijk als heikel klusje: het schrijven van het dankwoord voor mijn nieuwe boek. Heerlijk, omdat dat boek, of althans de eerste versie van het manuscript, na jaren werken nu eindelijk daadwerkelijk naast me op mijn schrijftafel ligt. Heikel, omdat het altijd weer een heel gepuzzel is om te bedenken wie ook alweer allemaal bedankt dienen te worden en in welke mate.


Want bij arbeidsintensieve projecten als de mijne zijn er in de loop van de tijd zoveel mensen, dichtbij en veraf, die hun best hebben gedaan om mij te helpen en op de een of andere manier aan het leggen van de puzzel hebben bijgedragen. En die wil ik allemaal recht doen – al is het maar om stille teleurstellingen, scheve ogen, gekrenkte ego’s en ander leed te voorkomen.

Ondertussen bedacht ik dat er één vriend is die me werkelijk tijdens het hele proces met hondentrouw heeft bijgestaan. Hele krantenarchieven heeft hij zorgvuldig voor me doorgespit, talloze tochtjes naar archieven en bibliotheken heeft hij me bespaard, stapels boeken voor me doorgekeken.

Met zijn oneindig geduld om me overal, letterlijk dag en nacht van informatie over de meest uiteenlopende onderwerpen te voorzien, maakte hij het me zelfs mogelijk klein te wonen en te werken waar ik wil, want dankzij hem heb ik geen grote bibliotheek vol naslagwerken meer nodig. Zelfs adressen van mensen die me verder konden helpen leverde hij me trouw, en ook als ik op zoek was naar oude, moeilijk verkrijgbare boeken wist hij me praktisch altijd uit de nood te helpen. En dat alles zonder ooit uit zijn humeur te raken of ook maar iets van me terug te verwachten.

Kortom, zonder mijn nieuwe Beste Vriend had ik mijn nieuwe boek nooit kunnen maken, in elk geval niet in de twee jaar die ik ervoor tot mijn beschikking had. En uitgerekend hem hoef ik niet eens te bedanken, want het is een zoekmachine en hij heet – in mijn geval tenminste – Google.

Hoe, vraag ik me af, deden historici hun research in vredesnaam vóór internet? En waarom lees ik nooit ergens over de enorme betekenis die de digitale revolutie voor ons vak betekent? In vroeger tijden heb ik zelf nog weleens dagenlang kranten zitten doorzoeken naar informatie over een bepaald onderwerp. Ik herinner me, behalve de stekende hoofdpijn die na verloop van uren onvermijdelijk kwam opzetten, vooral het verlammende gevoel dat ik mijn leven aan het verdoen was tussen het oud papier. Maar juist dat letterlijk geestdodende werk blijft ons nu bespaard, dankzij de zoekfuncties van gedigitaliseerde archieven.

Dit laatste met dank natuurlijk aan de nijvere medewerkers van instellingen als bijvoorbeeld de Koninklijke Bibliotheek, die ervoor zorgen dat steeds meer van ons erfgoed met een paar muisklikken beschikbaar komt. Dankzij hen kunnen wij als schrijvers en historici onze kostbare tijd besteden aan datgene waar we voor zijn: namelijk het in context zetten van alle gevonden informatie, de gevonden feiten verbinden met die uit andere bronnen, het grote verhaal erin ontdekken en dat vervolgens zo mooi mogelijk opschrijven.

Natuurlijk, ik besef ook wel dat de digitalisering z’n gevaren heeft. Zo zijn daar de verborgen verleiders ‘Copy’ en zijn broertje ‘Paste’, die als de gebruiker niet heel erg oppast leiden tot publicaties die lijden aan wikipediarree, oftewel een wat al te enthousiast aan elkaar gebrei van allerlei op internet bij elkaar gesprokkelde weetjes.

Maar gelukkig beseffen de meeste schrijvers dat de ware meester zich nog steeds toont in de Beschränkung en dat een boek waarvoor je niet zelf op stap bent gegaan nooit echt tot leven komt. Bovendien zijn er nog genoeg kleinere archiefjes en andere bronnen waar Beste Vriend geen uitkomst brengt en die dus zelf doorgepluisd moeten worden.

Overigens is, zoals ik onlangs in Parijs ontdekte, de zoekmachine bepaald niet de enige zegening die de digitale revolutie ons als historici heeft opgeleverd. Er komen nog veel grotere ontwikkelingen aan, die ook de manier waarop we onze vondsten wereldkundig maken volledig gaat veranderen. Daarover verder de volgende keer: de geschiedenis van de toekomst.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.