Home COLUMN: Annejet van der Zijl

COLUMN: Annejet van der Zijl

  • Gepubliceerd op: 28 augustus 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annejet van der Zijl
  • 3 minuten leestijd

Historici behoren, misschien wel per definitie, bepaald niet tot de meest vooruitstrevende varianten van het menselijke ras. En die indruk werd eens te meer bevestigd toen me onlangs de toekomst van ons vak werd geopenbaard. Niet op een universiteit of een deftig geschiedkundigencongres, maar in een saai fabrieksgebouw in een Parijse buitenwijk.


Een typisch Franse nerd – dertiger, bleek, brilletje, baardje – toonde daar met nauw verholen geestdrift iets wat op het eerste gezicht nog het meeste weg had van een computerspel, maar toch heus de geschiedenis van Parijs bleek te zijn. Van dag tot dag, van eeuw tot eeuw, van muisklik tot muisklik liet hij een primitieve nederzetting op een eilandje in de Seine uitgroeien tot een metropool. Gebouwen verrezen, grond werd in cultuur gebracht, bruggen werden gebouwd.

‘Alors,’ zei de nerd, ‘et ici, le Notre Dame! We kunnen er door een straatje naartoe lopen – pas op, val niet over die kat; we kunnen erin rondlopen – zorg dat je geen baksteen op je hoofd krijgt – en we kunnen er zelfs, als een duif, om- en doorheen vliegen.’

Het zag er allemaal spectaculair uit, maar in verband met mijn onderzoek naar Gerard Heineken wilde ik eigenlijk toch liever tijdreizen naar het Parijs van 1889 en met name de befaamde wereldtentoonstelling uit dat jaar. ‘Ah, pas de problème.’ Klik, klik, klik – en ja, daar liepen we al langs de prachtige paviljoenen en onder de net gebouwde Eiffeltoren door. En niet te geloven: daar zag ik zelfs de reclameborden van Heineken, die hier met een gouden medaille voor het beste bier het hoogtepunt van zijn professionele leven vierde.

Hoe leuk zou het zijn geweest als dit ‘Paris 3D-project’, zoals het officieel heet, door een stel geniale geschiedenisstudenten op poten zou zijn gezet. Maar nee, het was een softwareleverancier die zijn fortuin maakte met onder andere vliegtuig- en racewagensimulaties, die enkele jaren geleden besloot om uit te zoeken hoeveel toegevoegde waarde 3D voor de verleden tijd kon hebben. Franse historici bleken toen nog zo huiverig voor deze nieuwlichterij dat het bedrijf voor het eerste grote project, een reconstructie van de bouw van de Grote Piramide in Gizeh, helemaal naar Harvard moest om een enthousiaste egyptoloog te vinden die zijn kennis wilde delen.

Inmiddels zijn de Fransen over hun driedimensionale watervrees heen. Zo werd bij het Parijs-project intensief samengewerkt met een van de oudste historische instellingen in de stad, het Musée Carnavalet. Ook aan het nieuwste plan, de reconstructie van veertien machines van Leonardo da Vinci, werken tal van studenten en wetenschappers mee.

Ondertussen hoop ik dat er snel een Amsterdam 3D-project op poten wordt gezet. Wat lijkt het me geweldig als alle informatie die ik uit stoffige archieven opdiepte om mijn boeken te kunnen maken in zo’n enorm overkoepelend project gebruikt zou kunnen worden. We zouden Annie M.G. Schmidt kunnen volgen langs haar woonhuizen en de theaters en cafés waar ze ooit haar triomfen vierde. We zouden naar de kade kunnen gaan waar Waldemar Nods, vader van Sonny Boy, ooit bibberend in zijn te dunne tropenjasje voor het eerst voet op Hollandse bodem zette. En wat mijn nieuwe hoofdpersoon betreft – die heeft zo goed als zijn hele leven besteed aan het opstoten van Amsterdam in de vaart der volkeren. Ik kan er alleen maar van dromen hoe geweldig het moet zijn om in zijn voetstappen door zijn stad te kunnen lopen.

Maar beste Annejet, zult u misschien denken, hoe moet het dan met het geschreven woord in dit door u zo enthousiast omhelsde 3D-paradijs? Waar blijft het boek, waar blijven jóúw boeken? Wel, daar maak ik me eigenlijk helemaal geen zorgen over. Want hoe perfect, volledig en tot de verbeelding sprekend de driedimensionale wereld ook is, er ontbreekt toch iets. En dat is de menselijke factor: de geur, het zweet, de woede, het geluk.
Het is en blijft een lege wereld: technisch volmaakt en onverslaanbaar op het gebied van informatievoorziening, maar ontdaan van elke emotie. De enigen die daar leven in kunnen blazen zijn wij, de verhalenvertellers, de duiders, de schrijvers.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.