Home COLUMN Annegreet van Bergen. Papier: duurzamer dan een e-book

COLUMN Annegreet van Bergen. Papier: duurzamer dan een e-book

  • Gepubliceerd op: 15 juni 2017
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
  • 4 minuten leestijd
COLUMN Annegreet van Bergen. Papier: duurzamer dan een e-book

Steeds meer informatie verschijnt digitaal. Toch is papier niet uit onze wereld weg te denken, meent Annegreet van Bergen. Het is al tweeduizend jaar uiterst effectief. ‘Ik kan zonder technisch gedoe een oud boek lezen.’

 

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Laatst zei iemand dat een goed boek op een e-reader lezen net zoiets is als goede wijn uit een plastic glas drinken. Ik geloof dat ik het daar helemaal mee eens ben. Geloven, want zeker weten doe ik het niet. Ik heb alleen wijn uit plastic gedronken (en die blief ik niet), terwijl ik met e-readers geen enkele ervaring heb. Ik lees alleen papieren boeken. Behalve uit esthetische overwegingen doe ik dat ook om praktische redenen. Een papieren boek blijft bestaan en daardoor is het jaren nadat je het voor het eerst hebt gelezen nog steeds leesbaar. Of dat bij e-boeken ook het geval zal zijn, moet je nog maar afwachten.

Toen het ruimteschip Voyager in 1977 werd gelanceerd, ging aan boord ook een grammofoonplaat mee. Het was al dwaas te veronderstellen dat buitenaardse wezens zouden beschikken over een pick-up die onze muziek kon afspelen, maar veertig jaar later is zelfs op aarde de grammofoon al grotendeels uitgespeeld, achterhaald door nieuwe technieken. Je moet vrezen dat programma’s waarmee je nu een e-boek kunt lezen straks ook niet meer beschikbaar zijn.

‘Papier is de witte wagen, die gedachten rijdt van mens naar mens.’ Zo begint Van schepvorm tot papiermachine, een boek dat werd uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereeniging van Nederlandse Papierfabrikanten (VNP). Door radio, televisie en vooral internet is papier allang niet meer het exclusieve vehikel voor gedachtewisselingen, maar nog steeds is het een uiterst effectieve informatiedrager. Van schepvorm tot papiermachine werd in 1954 uitgegeven, maar ook nu nog kan ik het boek zonder enig gedoe lezen.

 

 

Effectief

‘Papier is de witte wagen, die gedachten rijdt van mens naar mens’

 

 

Papier heeft een lange geschiedenis. Minder lang dan perkament en papyrus, antieke schrijfmaterialen waarvan de bakermat in respectievelijk Turkije en Egypte lag. Maar anders dan perkament (bewerkte dierenhuiden) en papyrus (zorgvuldig gesneden en gedroogd riet) wordt papier nog steeds volop gebruikt. Het principe van de papierfabricage is al die tijd niet fundamenteel veranderd: plantaardige vezels worden heel fijn gemalen en in water opgelost; vervolgens wordt met een zeef of doek uit deze brij een laagje vezels geschept en nadat dat gedroogd is, is dat het papier.

Deze van oorsprong Chinese vinding kwam uiteindelijk via twee ‘bruggen’ (Marokko-Spanje en Tunis-Sicilië) omstreeks 1300 ook naar West-Europa. De uitvinding daar, in de vijftiende eeuw, van de boekdrukkunst was een belangrijke stimulans voor de papierproductie. En ook al wordt papier nog steeds volgens hetzelfde principe vervaardigd, de productiemethoden zijn in de loop der eeuwen rigoureus veranderd. Werd er aanvankelijk met schepvormen gewerkt, ten tijde van de industriële revolutie werden die geleidelijk aan vervangen door papiermachines met ronddraaiende cilinders.

Wie daar een beeld van wil krijgen (en überhaupt met eigen ogen wil zien hoe papier wordt gemaakt), moet een bezoek brengen aan Museum Papierfabriek De Middelste Molen in Loenen, aan de rand van de Veluwe. De Middelste Molen stamt uit 1622 en was een van de ruim 160 papierfabriekjes die de Veluwe destijds rijk was. In 1886 brandde de oorspronkelijke molen af. Hij werd gemoderniseerd; er kwamen een stoommachine en een langzeefmachine, waarmee tot 1967 papier werd gemaakt. Toen ging de fabriek failliet. Gesteund door de VNP, nam in 1995 een aantal liefhebbers het initiatief dit industriële erfgoed te restaureren. Daardoor zijn nu in Loenen zowel een ouderwetse papiermachine als de nog veel oudere schepvormen te zien.

Tijdens de rondleiding door de oude fabriek heb ik veel geleerd, maar vooral het eigenlijke productieproces staat in mijn geheugen gegrift. Dat lijkt wel tovenarij. Een laagje vezels wordt door middel van een met koperen gaas bespannen rechthoekig raam uit een bak groezelig water geschept – het werk van de schepper. De vezels worden op vilt gedrukt, waardoor ze loskomen van het koper – het werk van de koetser. Zo ontstaat een vel dat wordt gedroogd en geperst – het werk van de heffer.

Ik was in de winter in Loenen. In de fabriek was het koud, kil en vochtig. Wanneer het wat warmer is, gaan we terug. Dan nemen we de kleinkinderen mee en volgen we een workshop papier scheppen en maken we ons eigen papier. Dat papier heeft weliswaar een heel andere gedaante dan het machinaal vervaardigde papier waarop de boeken worden gedrukt die ik lees, maar al het papier vloeit voort uit een pakweg tweeduizend jaar oude vinding. En voorlopig is dat papier niet uit onze wereld weg te denken.

Annegreet van Bergen is econoom en journalist. Ze schreef het boek Gouden jaren, over de naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. In deze rubriek beschrijft ze voorwerpen die grote vernieuwingen met zich meebrachten.

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2017