Home COLUMN Annegreet van Bergen over doorleren

COLUMN Annegreet van Bergen over doorleren

  • Gepubliceerd op: 20 juni 2017
  • Laatste update 12 apr 2023
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
  • 5 minuten leestijd
COLUMN Annegreet van Bergen over doorleren

Vrijwel alle jongeren volgen tegenwoordig een opleiding. Dat is een van de mooiste dingen die wij aan de naoorlogse economische groei te danken hebben, vindt Annegreet van Bergen.

Tegenwoordig vinden we ‘doorleren’ bijna vanzelfsprekend. Vóór de oorlog was dat heel anders. Mijn in 1921 en 1922 geboren ouders konden allebei goed leren. Maar op hun veertiende gingen zij, net als bijna al hun leeftijdgenoten, van school. Ze moesten werken. Hun ouders hadden het geld niet voor een opleiding, en bovendien konden die een extra inkomen maar al te goed gebruiken. Zo jong al aan het werk? Dat hoeft en gebeurt niet meer in het rijke naoorlogse Nederland. In 1950 bedroeg de leeftijd van Nederlandse jongeren bij het verlaten van de school gemiddeld nog 16,4 jaar, in 2000 20,6 jaar, en die is sindsdien – mede door een uitgebreide leerplicht – alleen maar verder gestegen.

Tijdens lezingen over mijn boek Gouden jaren noem ik dit als een van de mooiste dingen die wij aan de grote naoorlogse economische groei te danken hebben. Na afloop van een lezing in een klein Sallands dorp kwam er een oude dame naar me toe. Ze was klein van stuk, had een grijs knotje en vertelde: ‘Mijn vader kon ook goed leren. Maar doordat eerst zijn vader stierf, en later zijn stiefvader, was er geen geld en moest hij heel jong aan het werk. Ík mocht in 1947 wel naar de kweekschool, en daar spraken familie en buren toen schande van. Wat deed ik mijn ouders aan? Wat verbeeldde ik mij als boerenkind?’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Zij en ik hadden een kort gesprek. Ik vertelde over een oude buurman die het begin jaren zestig maar vreemd had gevonden dat zoveel kinderen naar de mulo en de hbs gingen. Waar was al die geleerdheid voor nodig? ‘Straks krijgen we nog een tekort aan domme mensen,’ had hij verzucht.

Ik wilde de oude mevrouw graag uitgebreider spreken om te begrijpen waarom een meisje dat in 1947 wilde én mocht doorleren daar verwijten over kreeg, en zocht via de organisatoren van de lezing contact met haar. Die wisten meteen wie ik bedoelde: ‘Dat is de schooljuf die het halve dorp heeft leren lezen, schrijven en rekenen.’

‘Straks krijgen we nog een tekort aan domme mensen’

Een week later ontving Roely (1930) mij met thee en zelfgebakken koekjes. Ze vertelde het verhaal van haar vader, waaruit bleek dat die in zekere zin een vreemde eend in de bijt was in het Gelderse boerendorp waar zij opgroeide. Zijn geschiedenis klinkt bijna als een Amerikaans verhaal over een man die na baantjes als boerenknecht, fabrieksarbeider, inpakker bij een exportslagerij en wegwerker rond zijn dertigste een stuk woeste grond koopt, dat eigenhandig ontgint en daar een boerderij op begint. Het geld voor de grond moest hij lenen, maar hij had ook een spaarcentje. ‘Als boerenknecht was hij bijvoorbeeld ook mollenvanger. Mollen waren een plaag, en daarom gaf de gemeente geld voor ingeleverde mollenpootjes. Maar hij vilde de mollen ook om de vellen te verkopen; die werden gebruikt voor bontmantels. Het geld dat hij niet direct nodig had, legde hij opzij. Oerzuinig was-ie.’

Met eerst vier en later zes hectare had zijn boerderij bepaald geen Amerikaanse omvang. ‘Maar hij was iets meer dan een keuterboer. Hij had een gemengd bedrijf, met koeien, varkens, kippen en akkerbouw.’ Hij was een goede boer, schrander bovendien. Dat merkten ook de mensen van de Landbouwvoorlichtingsdienst toen zij in 1938 een bijeenkomst organiseerden over de introductie van nieuwe gewassen. Ze vroegen Roely’s vader of hij een voorbeeldbedrijf wilde hebben. ‘Nieuwe gewassen, werktuigen, zaai- en productiemethoden werden eerst uitgeprobeerd op een proefboerderij in Wageningen. Als dat goed uitpakte, werden ze op een voorbeeldboerderij toegepast om boeren in de omgeving aan te moedigen die over te nemen. Mijn vader vond dat heel interessant.’

Roely heeft op de ouderlijke boerderij nooit armoede gekend. Wel moest ze, jong als ze was, altijd meehelpen. Ook zij was slim en leergierig; ze kon al lezen voordat ze naar school ging. Dat ze na de lagere school naar de mulo ging, werd in de buurt nog wel geaccepteerd. ‘Maar daarna was het mooi genoeg, ik moest maar op kantoor gaan werken. Iemand die onderwijzeres wilde worden had het volgens de buren te hoog in de bol. Dat kwam ook doordat ik de dochter was van een voorbeeldboer, van wie ze de adviezen niet altijd in dank afnamen. Maar mijn ouders stonden achter mijn keuze. Zij hadden een extra inkomen niet nodig en ik studeerde van een beurs. Ik ben dankbaar dat mijn ouders me steunden. Dat was indertijd best bijzonder. Een in 1947 geboren nichtje van mij kon eind jaren vijftig naar de hbs, maar mocht dat niet van haar ouders. Ze zou er maar eens verbeelding van krijgen.’

Annegreet van Bergen is econoom en journalist. Ze schreef het boek Gouden jaren, over de naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. In deze rubriek beschrijft ze voorwerpen die grote vernieuwingen met zich meebrachten.

Nieuwste berichten

Beatrice de Graaf
Beatrice de Graaf
Column

Zo banaal zag Hitler eruit in close-up 

Beatrice de Graaf breekt een lans voor de beeldbiografie. 'Het levert een ander effect op dan filmpjes op het internet.'

Lees meer
Kinderen vieren de onafhankelijkheid van Oostenrijk op een oude Sovjettank
Kinderen vieren de onafhankelijkheid van Oostenrijk op een oude Sovjettank
Artikel

Oostenrijk laveert sinds 1955 tussen het Oosten en het Westen  

Na de Tweede Wereldoorlog werd Oostenrijk verdeeld in bezettingszones. In 1955 vertrokken de buitenlandse troepen en kreeg het zijn onafhankelijkheid terug. Het land bleef neutraal en taalde nooit naar een lidmaatschap van de NAVO of het Warschaupact.   Nog geen twee weken nadat de troepen van Jozef Stalin de nationaal-socialisten uit Wenen verjoegen, had Oostenrijk een...

Lees meer
De heckrund was een Arisch fantasiedier 
De heckrund was een Arisch fantasiedier 
Artikel

De heckrund was een Arisch fantasiedier 

Ooit leefde in Europa de auroch, een uitgestorven oerrund. Nazi-topman Hermann Göring wilde het terugfokken, zodat de Duitsers er als echte Germanen op konden jagen. De opdracht daarvoor ging naar zoöloog Lutz Heck, die een ‘heckrund’ in elkaar knutselde.  Nu zouden ze toch wat beleven… Op Schorfheide in Brandenburg waande Hitlers tweede man Hermann Göring...

Lees meer
Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem
Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem
Artikel

Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem

Neville Chamberlain dacht dat hij vrede kon kopen door Tsjecho-Slowakije uit te leveren aan Hitler. Hij was niet alleen naïef, maar ook hoogmoedig. Na een lange en succesvolle carrière in de Britse politiek negeerde Chamberlain de adviezen van anderen. Is Donald Trump de nieuwe Neville Chamberlain? De Britse krant The Guardian en andere media wierpen...

Lees meer