Het was een hele klus om het huis schoon te houden met bezem, zwabber en dweil. De komst van de stofzuiger was een grote verbetering. Al bestonden er volgens Annegreet van Bergen wel vooroordelen tegen dit apparaat.
Trouwen? Dat kon in het naoorlogse Nederland pas nadat je je uitzet bij elkaar had gespaard. Aangezien meubels, linnengoed en keukenspullen flink prijzig waren, duurde het vaak lang voordat het zover was. Tot de trouwdag lagen de spullen bij de aanstaande bruid in huis. Mijn ouders trouwden in 1949 en het schrift waarin zij vanaf hun verloving in 1947 zorgvuldig bijhielden wat ze hadden gekocht en hoeveel dat had gekost, heb ik nog. ‘Schoenborstels fl. 2,12. Aardappelschilmandje fl. 3,00. Wasketel fl. 7,45. Dressoir fl. 245.’ Soms ook staat er geen prijs bij; dan ging het kennelijk om een cadeau. Zoals bij de zeemleren lap, waarachter alleen ‘(moeder) verjaardag Tini’ staat.
Ik was dus op bekend terrein toen een oude meneer mij in de pauze van een Gouden jaren-lezing vertelde over zijn verlovingstijd en hoe zijn ouders niet lang voor de trouwdag, ergens in het voorjaar van 1954, naar het huis van zijn verloofde waren gegaan om daar hun uitzet te bewonderen. ‘Mijn vrouw was bescheiden, maar één ding wilde ze per se hebben: een stofzuiger. Mijn ouders vonden dat maar niets. “Een luiewijvending”, zo noemden zij hem.’
In het boekje van míjn ouders vind ik alleen een strijkijzer en een broodrooster. Andere elektrische apparaten hadden ze klaarblijkelijk niet toen ze gingen trouwen. Daaruit leid ik af dat het inderdaad een beetje wuft was om begin jaren vijftig een stofzuiger te verlangen.
Maar weldra ging het snel met de opmars van de stofzuiger. In 1964 bezat liefst 96 procent van de huishoudens er een, zo blijkt uit een Philips-enquête. Tegenwoordig weet je niet beter en kun je je niet meer voorstellen dat je met bezem, stoffer en blik, zwabber, mattenklopper of dweil je huis stofvrij moet zien te houden.
Uitvinding van de stofzuiger
De elektrische stofzuiger zoals we die nu kennen danken we aan de astma van Murray Spangler. Spangler (1848-1915) was een Willy Wortel. Maar ook al had hij diverse patenten voor landbouwwerktuigen op zijn naam staan, toch had deze Amerikaan daar nooit goed geld mee kunnen verdienen. Daarom werkte hij als portier bij een warenhuis en moest hij onder andere vloerkleden vegen. Omdat het opwaaiende stof zijn astma verergerde, besloot Spangler een apparaat te maken waarbij het stof in een zak werd opgevangen. Daartoe voorzag hij een ronddraaiende bezem van een naaimachinemotor. Die motor zorgde via een leren band niet alleen voor de veegbeweging, maar dreef ook een propeller aan die het stof in een kussensloop blies. Toen hij eenmaal het principe van de elektrische stofzuiger had ontwikkeld, vervolmaakte hij het ontwerp en vroeg hij in 1908 een patent aan.
Net als zijn andere uitvindingen had zijn Electric Suction Sweeper Company weinig succes. Het ontbrak hem aan het geld om de stofzuiger in grote series te laten maken. Op een gegeven moment liet hij zijn stofzuiger zien aan zijn nicht, Susan Hoover. Die vond het een geweldig apparaat en vertelde er haar man enthousiast over. Deze William Hoover had een zadel- en tuigmakerij, maar daar zat weinig toekomst in, omdat auto’s paarden als vervoermiddel naar de kroon dreigden te steken.
Hoover wilde iets nieuws en nam het patent van Spangler over. Hij investeerde flink wat geld in diens Electric Suction Sweeper Company en gaf het bedrijf zijn naam. Hij was niet de enige stofzuigerfabrikant, en ofschoon het ontwerp van Spangler superieur was, waren de verkopen aanvankelijk mager. De doorbraak kwam pas toen hij op het idee kwam mensen het apparaat tien dagen gratis op proef te laten gebruiken. Nog geen tien jaar later was Hoover een wereldmerk. Sterker nog: tegenwoordig is zijn naam in Engeland synoniem met stofzuigen.
De helft van de Nederlandse vrouwen stofzuigde elke ochtend
Volgens de eerder genoemde Philips-enquête was in 1964 bijna de helft van de Nederlandse huisvrouwen elke ochtend wel even aan het stofzuigen. Nu gebeurt dat niet meer. Dankzij het aardgas is het in huis lang niet zo stoffig en gruizig als toen onze ouders nog kolen stookten. Bovendien hebben we de kruimeldief, die bijna terloops broodkruimels, verdorde bloemblaadjes, verdroogde stukjes modder et cetera opslurpt. De kruimeldief maakt gesleep met snoeren en slangen overbodig, en omdat hij zo ontzettend licht is (die van mij weegt 1300 gram) vind ik hém pas echt een luiewijvending. En of je getrouwd bent of niet, in elk huishouden is hij tegenwoordig onmisbaar.
Dit artikel is exclusief voor abonnees