Willy van Paemel had het goed als Vlaamse dwangarbeider in de keuken van IG Auschwitz. Hij maakte er de heerlijkste gerechten. ‘Spijtig dat ge hier niet zijt,’ liet hij zijn verloofde weten.
Na de dood van haar moeder in 2008 durfde Annie van Paemel eindelijk de brieven te lezen die jarenlang in een bureaulade van het ouderlijk huis lagen opgeborgen. Brieven van haar vader, geschreven vanuit Auschwitz. Willy van Paemel was dwangarbeider in Monowitz, het fabriekscomplex dat door IG Farben in de buurt van het vernietigingskamp werd opgericht. Hij kookte voor zijn landgenoten in het kamp. En soms kookte hij voor de SS.
Van Paemel had het vak geleerd in Hotel Billard Palace in Antwerpen. Het kookboek van Auguste Escoffier was zijn bijbel. Poire belle Hélène en fraises Wilhelmine – van dat soort gerechten. De poëzie van de Franse keuken doet onwerkelijk aan in een boek dat handelt over de verschrikkingen in Monowitz en de verantwoordelijkheid van de Duitse chemische industrie tijdens de massavernietiging van het Europese Jodendom. IG Farben was op zoek naar een locatie voor een derde fabriek voor zijn oorlogsproductie van onder andere synthetische olie, rubber, gifgassen, farmaceutica en explosieven. Auschwitz lag vooralsnog buiten het bereik van de westerse luchtaanvallen. En er was genoeg goedkope arbeid aanwezig. Auschwitz I werd in het voorjaar van 1941 in gebruik genomen. In de herfst van dat jaar startte de bouw van het Vernichtungslager in Birkenau.
Chef-kok in IG Auschwitz bevat drie parallelle historische lijnen: de particuliere belevenissen van Willy en Yvonne van Paemel, het zwarte verleden van IG Farben tijdens de Tweede Wereldoorlog en het lot van Joodse dwangarbeiders als Primo Levi in Buna-Monowitz. Levi’s belevenissen kennen we door zijn romans, verhalen en essays.
Ze staan in schril contrast tot de wederwaardigheden van de Van Paemels. ‘Het is hier ongelooflijk goed,’ schreef een kompaan van Willy van Paemel aan het thuisfront: ‘We zijn hier allemaal dikker geworden.’ Toen Yvonne haar verloofde liet weten dat ze hem wilde nareizen, stemde hij gretig in met dat voorstel. ‘Spijtig dat ge hier niet zijt.’ Na de oorlog schaamde Willy zich om hun bevoorrechte positie in het kamp. En in 1948 volgde hij verbijsterd het IG Farben-proces met zijn ongekend milde vonnissen. De Koude Oorlog was begonnen. Het Westen wilde de expertise van de IG Farben-directeuren niet verspelen, ondanks het vele bloed aan hun handen.
Dirk Verhofstadt heeft de belevenissen van Willy en Yvonne van Paemel in een degelijk historisch kader gezet. Toch roept het boek de vraag op wat die uiteindelijk bijdragen aan de bestaande Holocaust-literatuur. Het perspectief van de geprivilegieerden?
Chef-kok in IG Auschwitz. De geschiedenis van Willy Van Paemel en IG Farben
Dick Verhofstadt
320 p. Houtekiet, € 24,99