Home Brieven

Brieven

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2001
  • Laatste update 29 mrt 2023
  • 6 minuten leestijd

In ‘Brieven’ kunnen lezers hun mening geven over artikelen die in Historisch Nieuwsblad zijn verschenen. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten.

Weinreb

Ik vraag me af of u zich, als Historisch Nieuwsblad, eigenlijk wel realiseert wat u in dit geval aan het doen bent en of u het ‘historisch’ wel kunt verantwoorden wat u allemaal zo tussendoor of expliciet, in uw laatste nummers over wijlen Fryderyk Weinreb schrijft en afdrukt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Is het u eigenlijk wel bekend dat al die rare, kwaadaardige en onware beschuldigingen aan het adres van wijlen Weinreb, zoals uitgesproken in het interview met Loe de Jong (Historisch Nieuwsblad 2001/1) en het artikel ‘De nieuwe Weinreb-affaire’ van Regina Grüter (Historisch Nieuwsblad 2000/8), niet alleen niet bewezen zijn, maar dat Weinreb hiervoor ook nooit door een rechtbank veroordeeld is (en gelooft u maar gerust dat ze hun best hebben gedaan om van allerlei tegen hem te vinden). Maar toch wordt deze laster door een klein groepje, steeds dezelfde personen, altijd maar weer luidkeels in de publiciteit gebracht. Daarmee trachten ze als het ware de indruk te wekken dat alles waar en bewezen zou zijn. Is het u bekend dat deze personen op infame en leugenachtige wijze ook de kinderen en kleinkinderen van wijlen Weinreb lastig vallen en proberen te treffen?

Wat zou deze personen tot een dergelijk gedrag kunnen bewegen?

Dorst naar gerechtigheid lijkt me onwaarschijnlijk, want die had inmiddels toch wel gelest moeten zijn: a) door het feit dat Weinreb voor zijn handelen in de oorlog werd veroordeeld, b) door het feit dat hij zijn straf heeft uitgezeten, c) door het feit dat er een Weinreb-rapport gepubliceerd is, waaruit Weinreb tevoorschijn kwam als een verrader en daardoor als de oorzaak van de dood van vele mensen. Is het u overigens bekend dat dit rapport oorspronkelijk door de Kamer gevraagd was om een onderzoek in te stellen naar de rechtsgang tijdens het proces tegen Weinreb, maar dat ontaardde in een heksenjacht waarbij mensen die pro Weinreb wilden getuigen als ‘niet nodig’ weggewuifd werden. d) door het feit dat er intussen een proefschrift over dat Weinreb-rapport verschenen (en geaccepteerd!) is, dat aan dat rapport als het ware een wetenschappelijk stempel verleent.

Wat dán zou hen kunnen bewegen?

Is het u bekend dat L. de Jong, toen hij destijds het boek Ondergang van Presser in het Engels vertaalde, in die vertaling het héle hoofdstuk over Weinreb wegliet? Daarover toen door journalisten ondervraagd, antwoordde L. de Jong iets als ‘dat Weinreb voor de Amerikanen niet interessant was’. Nota bene: vanuit Amerika kwamen de eerste initiatieven om de Weinreb-zaak behoorlijk behandeld te zien, in Amerika werd het eerste ‘Weinreb-comité’ gevormd, vanuit Amerika kwamen de meeste pro-Weinreb brieven met getuigenissen van mensen die hun overleven aan de actie van Weinreb te danken hadden.

Wat denkt U, zou de historicus L. de Jong, gespecialiseerd in het verhaal van de Tweede Wereldoorlog, dat allemaal niet geweten hebben?

Omdat de historie toch verschillende kanten heeft, wil ik, om ook een andere misschien intussen al vergeten (of overschreeuwde?) kant aan bod te laten komen, eindigen met enkele brieven of stukjes daaruit, die geschreven zijn toen de zaak tegen Weinreb speelde, TOEN en niet 25 jaar later ten tijde van het Weinreb-rapport. Deze en nog veel en veel meer van dergelijke brieven zijn in hun originele vorm te vinden in het NIOD-archief.

-16 augustus ’48, David Samuel Sonnenberg, Amsterdam: ‘In november ‘42 werd ik tezamen met mijn vrouw en drie kinderen gearresteerd en naar Westerbork gedeporteerd. Indien wij niet op de Weinreb-lijst gestaan hadden, waren wij zonder meer naar Auschwitz gedeporteerd.’

-H. Birnbaum, leider van het ‘weeshuis’ te Westerbork: ‘Ik vergeet het nooit hoe toen door toedoen van de heer Weinreb een heele groep van op transport gestelde kinderen van de transportlijst geschrapt werden en dus niet op transport moesten.’

-augustus ’48, de heer I. van der Ster, Amsterdam: ‘Hoewel ik oorspronkelijk toen het proces tegen Freek Weinreb begon voor hem had willen getuigen, heb ik mij door de beschuldigingen in de pers en door gesprekken met diverse personen die zich bedrogen voelden, zo laten beïnvloeden, dat ik later niet meer durfde me ermee te bemoeien. Dit is een zeer ernstige tekortkoming mijnerzijds geweest en ik zocht reeds gedurende de laatste 14 dagen naar een oplossing. Ik ben dan ook heel dankbaar dat ik die kans nu krijg. Geen moeite zal me meer te veel zijn om mede te helpen de kwestie Weinreb in het licht te plaatsen waarin het hoort, namelijk in het licht van recht, onschuld en opofferende naastenliefde.’

Hermine Milgram-Weinreb, Antwerpen

Beeldgeheim

Dit is een reactie op uw rubriek ‘Beeldgeheim’ (Historisch Nieuwsblad 2001/1). Ik ben namelijk op de foto ‘de francofiel met zijn alpinopet’, zoals mevrouw Schutte me aanduidde. Maar ik was geenszins de ontwerper van het ‘honk’ op de auto; dat was wel een bouwsel dat de vrachtrijder zelf gebouwd had, met banken erin om ons behoorlijk te vervoeren. De vrachtauto werd namelijk ook gebruikt om ons op werkdagen naar de boerderijen te brengen, want we werkten in de oogst. De Flevopolder heeft niets met dit verhaal te maken. Ons kamp lag onder de dijk van de Waddenzee even boven Usquert; we werkten in de oogst in Noord Groningen.

Achter op mijn foto staat: Afsluitdijk, 15 augustus 1947. We reden dus over die dijk naar Holland, waar we woonden.

P. van Groningen, Heemstede

Israël

Kritiek op Israël is gerechtvaardigd en wegens kwalijke aspecten van de Israëlische politiek ook noodzakelijk. Het commentaar van Micha Kat gaat echter alle perken te buiten. In woordkeus en ideeën doet het niet onder voor nazi-gebral. Beseft Micha Kat wel wat het betekent zijn tirade tegen Israël te besluiten met ‘weg met Israël’? ‘Weg met de joden’, zegt hem dat wat? Is hij vergeten dat in ideeën vervatte woorden zes miljoen joden in het nazi-tijdperk de dood injoegen?

Micha Kat heeft het grootste recht te stellen dat Israël een lost cause is en zich in een onomkeerbare vrije valt bevindt. Het is echter onaanvaardbaar Israël als een rottend lijk op te voeren waar slechts aasgieren op af komen. Wel eens van Goebbels gehoord, Micha?

Micha Kat hoopt dat Israël snel van de aardbodem verdwijnt omdat hij wegens de negatieve publiciteit rond de joodse staat antisemitische repercussies vreest.

Er zijn betere argumenten te bedenken om de antithese van het zionisme te formuleren. Ik kan me herinneren dat er antisemitisme was voor de stichting van Israël in 1948. Zegt de naam Adolf Hitler je iets, Micha ?

Wat een eigenaardige gedachtenkronkeling om de joden buiten Israël met de gehoopte vernietiging van Israël nog wel het heilig verbond met god te gunnen. Ik ben je daarvoor meer dan erkentelijk.

Salomon Bouman, Israël