Home Brieven

Brieven

  • Gepubliceerd op: 22 september 2004
  • Laatste update 07 apr 2020

De redactie nodigt u uit uw mening te geven over artikelen die in het Historisch Nieuwsblad verschenen zijn. Zij behoudt zich het recht voor brieven in te korten. Reacties: Postbus 256, 1110 AG Diemen of redactiehn@vug.nl



Olympische Spelen
Het valt me een beetje tegen dat ook uw blad helpt bij het instandhouden van de mythe dat Pierre de Coubertin de bedenker is van de moderne Olympische Spelen (Historisch Nieuwsblad 2004/6). Niets is minder waar. De Engelse plattelandsdokter Penny Brookes organiseerde in 1850 de Wenlock Olympian Games. En de Griekse filantroop Evangelios Zappas bezorgde Athene al in 1859 zijn eerste Olympische Spelen. Vooral van Brookes ‘leende’ De Coubertin nogal wat ideeën.
 
Rob Dijksman, Hulsberg 

Gorter en Lenin
In zijn bespreking van het kwartaalblad Onvoltooid Verleden (Historisch Nieuwsblad 2004/6) merkt Wim Berkelaar op dat Lenin ‘wel degelijk een idool van Gorter is gebleven’, iets wat de strekking van mijn artikel zou ondermijnen. In bedoeld artikel wordt echter niet de breuk geanalyseerd tussen Lenin en Gorter, maar die tussen het door Lenin beleden communisme enerzijds en dat van Gorter als radencommunist anderzijds. Het betreft dus een analyse van het ontstaan van twee scherp onderscheiden politiek-ideologische concepties, die tot de dag van vandaag op voet van oorlog met elkaar verkeren. 

Gorters ode aan Lenin heeft dan ook niets van doen met de hier aangegeven bittere vijandschap, maar uitsluitend met Gorters waardering voor het oorspronkelijke streven van Lenin de socialistische wereldrevolutie te ontketenen. Dat Gorter in het door Berkelaar aangehaalde gedicht vooral ‘objectieve’, bovenpersoonlijke invloeden verantwoordelijk acht voor Lenins ommezwaai – en niet diens boze inborst – is gezien Gorters opvatting van marxisme min of meer vanzelfsprekend, maar zette recensent Berkelaar wel op het verkeerde been.
Henny Buiting, Rotterdam 

Stiefzuster, stiefdochter
In het kader ‘Grote prinsen en vorsten die het niet haalden’ (Historisch Nieuwsblad 2004/7) laat Napoleon volgens Bas Kromhout zijn broer Lodewijk, de latere koning van Holland, trouwen met zijn stiefzuster Hortense. Dit moet een verschrijving zijn. Hortense was de dochter (uit een eerder huwelijk) van Napoleons eerste vrouw, Joséphine de Beauharnais. Zij was dus Napoleons stiefdochter.

J.L. Heldring, Den Haag
 

Ideologische egotripper
Geert Oostindie constateert in Historisch Nieuwsblad 2004/5 dat niet enkel vriend, maar ook menig vijand vindt dat Fidel Castro ‘een man van kracht, visie, durf en deskundigheid is zoals er zelden een wordt geboren’. Fidel is de verpersoonlijking van de revolutie, constateert hij terecht. 

Maar het heeft Castro ook gemaakt tot een ideologische egotripper die blind is (geworden) voor eigen tekortkomingen. Tegen die autoritaire achtergrond van Cuba is het voor anderen ook niet mogelijk kritiek op El Lider Maximo uit te oefenen. Dat was in de beginjaren van de revolutie al zo, toen Castro-sympathisant en agronoom René Dumont plotseling veranderde in een CIA-agent omdat hij Castro’s aanpak van de landbouw bekritiseerde. Hetzelfde overkwam het Amerikaanse sociologenechtpaar Lewis, omdat het tijdens veldonderzoek op het Cubaanse platteland feiten ontdekte die Fidel onwelgevallig waren. Zij moesten het land verlaten. 

Fidels staat van dienst telt een groot aantal mislukkingen, vooral op agrarisch gebied. De operatie in 1970 om 10 miljoen ton suiker te oogsten is zo’n mislukking en heeft de gehele Cubaanse samenleving veel schade berokkend. In een knappe televisieact bekende Castro schuld en bood zelfs aan af te treden. 

Het mechanisme van de in het openbaar uitgesproken zelfkritiek leidt vervolgens tot de conclusie dat er fouten zijn gemaakt in het verleden, maar dat de Cubaanse revolutie in staat blijkt deze etappe te boven te komen. Het falen van de leider openbaar maken en dit ter discussie stellen is uitgesloten. Het is een fenomeen dat we bij de meeste totalitaire regimes tegenkomen. 

Ik ben ook niet zo gecharmeerd van al die revolutionaire billboards (Oostindie: ‘Toch heeft het wel iets…’) langs de weg in Cuba. Ze mogen dan reclame maken voor ‘idealen en helden’, maar dit gaat op commando van bovenaf. Ruimte voor, bijvoorbeeld, de idealen van een vrije en onafhankelijke vakbeweging is er niet. Vakbondsvoorman Pedro Pablo Alvarez zit daarom in de gevangenis, en dat al vijfentwintig jaar lang. Ook voor idealen van een ongecontroleerde pers is geen enkele ruimte. Zeker twintig journalisten zitten tegenwoordig vast in Cubaanse gevangenissen. 

Castro heeft zichzelf de afgelopen vijfenveertig jaar door een mix van onderdrukking, retoriek en Caribisch machogedrag bijna onmisbaar gemaakt. Tot lang na zijn dood zullen de Cubanen daar de negatieve gevolgen van ondervinden.

Kees van Kortenhof, Stiching Glasnost in Cuba, Amsterdam
 

Wiegel
De columnisten Cornald Maas en Rob Schouten vragen zich in de rubriek af wie die meneer is in de hangmat op de foto bij het artikel ‘Hans Wiegel in een hangmat’ (Historisch Nieuwsblad 2004/7). Het is inderdaad niet de VVD-coryfee, maar de toenmalige verslaggever Fred van Bunge van de Haagse redactie van het Algemeen Dagblad. (De Alfa op de achtergrond, ik meen dat hij blauw was, is van hem). 

Schouten zegt: ‘Het valt me wel op dat er nog geen parkeermeters zijn.’ Kunt u me zeggen wat het apparaat is dat tussen de derde en vierde boom (rechts) staat?

Bart Hoogduin, Stadskanaal

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.