Home Brieven

Brieven

  • Gepubliceerd op: 12 januari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020

De redactie nodigt u uit uw mening te geven over artikelen die in het Historisch Nieuwsblad verschenen zijn. Zij behoudt zich het recht voor brieven in te korten. Reacties: Postbus 256, 1110 AG Diemen of redactiehn@vug.nl



Bevrijdingsfeesten
Het nieuwsbericht ‘Lichtgevende smurfen bij viering Bevrijding’ in Historisch Nieuwsblad 2004/8 begint met de zin: ‘Op 17 september 1944 landden de geallieerde troepen bij Arnhem, Nijmegen en Eindhoven. Een maand later was Limburg al bevrijd, samen met België.’ Alleen al in deze aanhef twee markante historische fouten! Niet ‘een maand eerder‘, maar nog minder ‘was Limburg al bevrijd’. Alleen in het uiterste zuiden van Limburg, inclusief Maastricht (op 14 september) waren de Duitsers verdreven. Direct daarna stopte de terugtocht en tussen Sittard en Susteren verstarde het front.

Het gehele resterende Limburg – ten noorden van Sittard en ten oosten van de Maas – bleef bezet en maakte tot mei 1945 de meest afschuwelijke periode van de gehele bezettingstijd door. Razzia’s waren aan de orde van de dag. Bij boeren werden honderden koeien uit de stallen geroofd en de mannen werden gedwongen dat vee over de Duitse grens te drijven. Op 30 september 1944 werden in de haven van Maasbracht (na Rotterdam toen reeds de grootste binnenvaarthaven van Nederland) alle vaartuigen – 240 vrachtboten en sleepboten – met dynamietstaven opgeblazen en tot zinken gebracht.

Duizend opvarenden zochten een onderkomen bij de bevolking, terwijl het dorp reeds overbevolkt was door evacuatie van andere dorpen. Korte tijd later werden alle inwoners verdreven. Te voet naar Duitsland en per trein, (vee-wagons met 70 mensen) via Duitse spoorlijnen naar Groningen en Friesland. Dagenlang durende treinreizen vaak onder beschietingen vanuit geallieerde vliegtuigen, die dachten dat het troepentransporten waren. Baby’s overleden van uitputting in de armen van hun moeders.

Het gehele ontvolkte gebied lag vanaf midden september 1944 tot maart 1945 onder niet aflatende geallieerde beschietingen vanaf de westkant van de Maas, van waaruit tienduizenden granaten werden afgevuurd. Meerdere geallieerde luchtbombardementen vonden in de herfst van 1944 plaats op Venlo en Roermond. Er vielen honderden doden. Het dorp Montfort moest enkele honderden burgers in een groot massagraf begraven.

Als gevolg van dit alles heeft in Limburg geen bevrijdingseuforie geheerst. Uitgezonderd in Maastricht, dat in feite zonder slag of stoot vrij werd, want de Duitsers waren toen echt op de vlucht. Pas maanden later ging men over tot ‘bevrijdingsfeesten met optochten’. 

Jac. Linsssen, Maasbracht 

Zeeuws-Vlaanderen
In het nieuwsbericht ‘Lichtgevende smurfen bij viering Bevrijding’ in Historisch Nieuwsblad 2004/8 staat dat in Limburg en Brabant dit jaar (2004) al herdacht wordt dat de oorlog zestig jaar geleden was afgelopen. In aanvulling hierop het volgende: óók in Zeeuws-Vlaanderen is in september het feit herdacht dat men zestig jaar geleden bevrijd werd. Regionale vieringen zijn gehouden in onder meer Sas van Gent en Terneuzen (respectievelijk bevrijd op 19 en 20 september 1944).

Ook in de dorpen in Oost en Zeeuws- Vlaanderen is volop aandacht besteed aan de Bevrijding. Het voorlezen van dagboekfragmenten bracht aan het licht dat er aan deze tijd nog steeds zeer sterke emotionele herinneringen leven onder de oudere bevolking. 17 september 1944 staat bij velen in het geheugen gegrift als het begin van de slag om Arnhem. In Axel heeft men naast deze collectieve herinnering nog de zware driedaagse strijd tussen 16 en 19 september 1944 in gedachten. Hierbij lieten 30 burgers het leven en werden 730 huizen vernield. 

G.W. Sarink, Terneuzen 

Rijkste Nederlanders
In Historisch Nieuwsblad 2004/9 staat in het artikel ‘De tien rijkste Nederlanders’ dat Agatha, dochter van Nanning van Foreest, in 1774 trouwde met een huisknecht. In een brief van 16 oktober 1774 aan de Vlissingse medicus Gallandat schrijft Betje Wolff over ‘deze relatie’.

Agatha van Foreest (1733-1801) en Jan Schenk (1742-1788), haar koetsier, trouwden echter op 4 juni 1775, in haar buitenhuis in de Beemster. Het was Agatha’s tweede huwelijk. Mijn betovergrootmoeder Agatha van Foreest (1798-1839) is een kleindochter van bovengenoemde Agatha van Foreest en Joan van Foreest (1733-1766). 

Corry Boon, Den Helder 

Rhoon
In Historisch Nieuwsblad 2004/10 laat Maurice Blessing op de ‘gedenkwaardige avond van de 22-ste februari 1932’ de café-gasten in het Friese tuindorp Huizum niet ‘opgewonden’ praten over de ‘bezuinigingen van Colijn’, maar over iets anders. Inderdaad, want waarom zouden zij over die plannen praten? Colijn was toen helemaal geen minister. Pas op 26 mei 1933 zou hij Ruys de Beerenbrouck opvolgen.

In haar bespreking van Jan Brokkens Mijn kleine waanzin heeft Marchien den Hertog het over ‘het Zeeuwse dorp Rhoon’. Maar Rhoon ligt in Zuid-Holland, onder de rook van Rotterdam. Ik vind dat de redactie de haar toegezonden kopij nauwkeuriger op fouten en foutjes moet navlooien.  

J.L. Heldring, Den Haag 

Pokken
Het artikel ‘Het gevaar van wereldwijde infectieziekten’ in Historisch Nieuwsblad 2004/10 bevat een belangrijke onjuistheid over de ziekte pokken. Door een wereldwijde inspanning is deze ziekte van de aardbodem verdwenen. Tijdens de Wereldgezondheidsvergadering van de WHO in 1980 werd dit officieel bevestigd. Pokken komt niet meer voor en de vaccinatie ertegen (behoudens bioterroristische dreiging) is overbodig. De zinsnede ‘Pokken zijn dankzij de uitvinding van Jenner zo goed als uitgeroeid‘ is dus (gelukkig!) onjuist. 

J. Huisman, Rotterdam 

Dissident
In Historisch Nieuwsblad 2004/10 reageerde William Daalderop op mijn artikel over de maandagdemonstraties. In de eerste plaats meent Daalderop dat de PDS een fundamenteel andere partij is dan de SED, de partij van de machthebbers in de voormalige DDR. In de tweede plaats omschrijft hij Gregor Gysi, een kopstuk van de PDS, als ‘ex-DDR-dissident’. Beide meningen getuigen van een ontroerende naïviteit én een schrijnend gebrek aan feitenkennis.

De PDS is in rechte lijn de opvolger van de SED en heeft vrijwel het voltallige ledenbestand overgenomen. Juist deze oude kaders voeren een politiek van populistische demagogie en stimuleren zo een fundamenteel wantrouwen in de Duitse democratie. De Maandagdemonstraties tegen het hervormingsbeleid van kanselier Schröder zijn hier een treffend voorbeeld van.

Dat Daalderop Gysi als ‘dissident’ omschrijft is hilarisch. Gysi was advocaat en verdedigde soms dissidenten, maar dat maakte hem beslist geen dissident. Advocaten in de DDR waren onderdeel van het onderdrukkingsapparaat en zeker geen verdedigers van het vrije woord.

Één blik in een biografisch woordenboek had Daalderop kunnen leren dat Gysi sinds 1967, dus sinds zijn negentiende verjaardag, trouw lid van de SED is geweest. In een poging nog meer geld van de SED naar de PDS over te hevelen, maakte hij zich schuldig aan huisvredebreuk en daarvoor is hij in 1998 gerechtelijk veroordeeld. In datzelfde jaar kwam een speciale commissie van de Bundestag tot de conclusie dat Gysi tijdens zijn ‘heroïsche’ advocatencarrière samenwerkte met de Stasi.

Gysi bestrijdt dit, maar duidelijk is wel dat Daalderop het woord ‘dissident’ heel gemakkelijk gebruikt. Kortom: Gysi past meer in de categorie van collaborateurs die pas na de oorlog in het verzet zijn gegaan dan in die van verzetshelden.

Willem Melching, Amsterdam

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.