Home Brieven

Brieven

  • Gepubliceerd op: 18 mei 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • 3 minuten leestijd

Georgiërs
Ik wil gaarne reageren op het nieuwsbericht ‘Echtpaar Saakasjvili wil Georgische Wehrmacht op Texel herdenken’ (Historisch Nieuwsblad 2005/3). In 1947 bracht ik een zomervakantie door op het eiland Texel, waar de recente strijd nog levendig door de bevolking werd besproken. Er verschenen zelfs enkele geschriften die uitvoerig ingingen op de emotionele gebeurtenissen die ook vele inwoners van Texel het leven hadden gekost. De begraafplaats was daar een roerende getuigenis van.


Uit gesprekken bleek dat het verzet op Texel na de slachting onder de Duiters de hulp van de geallieerden had ingeroepen, doch dat die om begrijpelijke redenen niet werd gegeven. De geallieerden waren in een oorlog verwikkeld en hadden geen boodschap aan min of meer humane hulp aan een op het laatste ogenblik overgelopen vijand.

In tegenstelling tot wat in het slot van het artikel gezegd wordt, heb ik de indruk dat de ‘overlopers’ in Rusland niet als helden zijn ontvangen. Uit de contacten die sommige Texelaren met de teruggekeerden hadden, kwam het beeld naar voren dat vrijwel alle ‘opstandelingen’ naar werkkampen waren gestuurd om heropgevoed te worden. Als ik me goed herinner, weigerde de Russische gezant zelfs om deel te nemen aan de jaarlijkse herdenking op Texel. Vermoedelijk heeft de perestrojka dat veranderd.
Jules Hisgen, Voorburg
 

Kralingen
Als aanvulling op het artikel van Martijn Blekendaal (Historisch Nieuwsblad 2005/3), over het Holland Pop Festival in Kralingen, is het wellicht interessant te vermelden dat deze toen veel pennen in beroering brengende happening ook aan sociaal-wetenschappelijke onderzoekers niet onopgemerkt voorbij is gegaan. Toen de eerste berichten over het festival in de kranten verschenen, nam het toenmalige Nimawo (Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek) het initiatief tot een steekproefonderzoek onder de bezoekers. Het ministerie van CRM bleek bereid daarvoor een subsidie te verstrekken en de organisatoren van het festival waren, hoewel hun ze op dat moment wel andere zaken aan hun hoofd hadden, direct bereid hun medewerking te verlenen.

Bij de voorbereiding van het onderzoek werd al snel duidelijk dat ook andere onderzoekers belangstelling hadden voor de ophanden zijnde gebeurtenis. Om doublures te voorkomen werd vanuit het Nimawo getracht tot een onderlinge afstemming te komen, wat – waarschijnlijk onder de druk van de zeer korte voorbereidingstijd – wonderwel lukte.

Het Nimawo nam het kwantitatieve onderzoek onder de bezoekers en de inhoudsanalyse van de persreacties voor zijn rekening. Het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht richtte zich (op verzoek van de NRC) door middel van participerende observatie op de kwalitatieve aspecten van het gebeuren. Hierbij ging vooral de aandacht uit naar ‘deviante, subkulturele elementen en de wijze waarop deze van de dominante kultuur verschilden’. Het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme ten slotte richtte zich op de organisatorische aspecten van het festival. Al deze bevindingen werden, aangevuld met een musicologische analyse van de hand van Jan Donkers, muziekredacteur van de NRC, in één rapport gepubliceerd (Holland Pop Festival, Nimawo, 1971). Hiermee was het Holland Pop Festival wel een van de meest indringend bestudeerde muziekfestivals.

In zijn artikel besteedt Blekendaal ook aandacht aan de financiële perikelen waar deze unieke gebeurtenis mee te maken kreeg. Door de tekortschietende afbakening van het terrein is het moeilijk te bepalen hoeveel bezoekers er uiteindelijk zijn geweest. Blekendaal noemt tussen de tachtig- en honderdduizend; in het Nimawo-rapport kwam men iets lager uit: tussen de vijftig- en zestigduizend. Zeker is wel dat er slechts 27.000 kaarten zijn verkocht.

Tegen die achtergrond is het niet vreemd dat het popfestival geen financieel succes werd, tenminste niet voor de organisatoren. Dat lag anders voor de gemeente Rotterdam, want ondanks een vergaande doorberekening van alle gemaakte kosten leverde het de gemeente een meevaller op van 80.000 gulden!
Vincent F.W. Ophoff, Voorburg 


Neuengamme

In Historisch Nieuwsblad 2005/4 worden twee dingen niet juist vermeld. Op pagina 63 onder de afbeelding van de landing van de aanstaande koning Willem I te Scheveningen: het jaartal van zijn landing is niet 1830, maar 1813. Datum: 30 november. Op pagina 57 is de vermelding van de prijs van het boek Nederlanders in Neuengamme door Judith Schuyf beslist verkeerd; bij aankoop bleek me dat het om bijna het dubbele bedrag gaat; geen 16 euro, maar 29 euro.
H. Veldman, Zuidhorn

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Beatrice de Graaf
Beatrice de Graaf
Column

Zo banaal zag Hitler eruit in close-up 

Beatrice de Graaf breekt een lans voor de beeldbiografie. 'Het levert een ander effect op dan filmpjes op het internet.'

Lees meer
Kinderen vieren de onafhankelijkheid van Oostenrijk op een oude Sovjettank
Kinderen vieren de onafhankelijkheid van Oostenrijk op een oude Sovjettank
Artikel

Oostenrijk laveert sinds 1955 tussen het Oosten en het Westen  

Na de Tweede Wereldoorlog werd Oostenrijk verdeeld in bezettingszones. In 1955 vertrokken de buitenlandse troepen en kreeg het zijn onafhankelijkheid terug. Het land bleef neutraal en taalde nooit naar een lidmaatschap van de NAVO of het Warschaupact.   Nog geen twee weken nadat de troepen van Jozef Stalin de nationaal-socialisten uit Wenen verjoegen, had Oostenrijk een...

Lees meer
De heckrund was een Arisch fantasiedier 
De heckrund was een Arisch fantasiedier 
Artikel

De heckrund was een Arisch fantasiedier 

Ooit leefde in Europa de auroch, een uitgestorven oerrund. Nazi-topman Hermann Göring wilde het terugfokken, zodat de Duitsers er als echte Germanen op konden jagen. De opdracht daarvoor ging naar zoöloog Lutz Heck, die een ‘heckrund’ in elkaar knutselde.  Nu zouden ze toch wat beleven… Op Schorfheide in Brandenburg waande Hitlers tweede man Hermann Göring...

Lees meer
Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem
Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem
Artikel

Hoogmoedige Chamberlain dacht dat hij met Hitler kon onderhandelen. Trump lijkt daarin op hem

Neville Chamberlain dacht dat hij vrede kon kopen door Tsjecho-Slowakije uit te leveren aan Hitler. Hij was niet alleen naïef, maar ook hoogmoedig. Na een lange en succesvolle carrière in de Britse politiek negeerde Chamberlain de adviezen van anderen. Is Donald Trump de nieuwe Neville Chamberlain? De Britse krant The Guardian en andere media wierpen...

Lees meer