Home ‘Bouwfraude niet te voorkomen’

‘Bouwfraude niet te voorkomen’

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

De gemeente Alphen aan den Rijn is voor miljoenen euro gedupeerd door frauduleuze bouwbedrijven. Niets nieuws, zo blijkt uit onderzoek van Geert Medema naar het stedelijk bouwbedrijf in Holland in de achttiende eeuw.

Toen in 1770 in Haarlem een nieuw armenhuis werd opgeleverd, bleek dat de aannemers broddelwerk hadden verricht. De fundamenten waren te dun en er was ‘bijna geen cement in de mure gebruykt’, alleen ‘goed duinsant’. Bovendien overschreden de kosten de begroting. Het stadsbestuur riep de directeur van het stedelijk bouwbedrijf op het matje. Zijn taak was het de particuliere aannemers te controleren, maar hij was volledig op hun hand. Omdat de bestuurders zelf ook niet brandschoon waren – zo had de burgemeester toegestemd in een peperdure aanpassing van het eetzaalplafond – lieten ze het niet op een juridisch conflict aankomen, maar betaalden ze gedwee de rekening.
Dit geval van bouwfraude in de achttiende eeuw stond niet op zichzelf. In Geert Medema’s proefschrift over het stedelijk bouwbedrijf in Holland staan meerdere voorbeelden. Medema beschrijft hoe bestuurders probeerden controle te houden op de kwaliteit en de kosten van publieke bouwprojecten. Veel stedelijke bouwbedrijven werden geplaagd door inefficiëntie en gebrekkig toezicht. Sommige steden probeerden die problemen te ondervangen door de bureaucratische regels aan te scherpen, andere gingen over tot openbare aanbesteding.
Maar ook dit was geen garantie dat aannemers de hoogste kwaliteit voor de laagste prijs leverden. Alleen bouwers die lid waren van het plaatselijke gilde mochten meedingen naar een bouwopdracht. Binnen het gilde golden concurrentiebeperkende regels. Soms zelfs prijsafspraken.
Waar dat toe kan leiden weet Stan Lyczak, wethouder Ruimtelijke Ordening in Alphen aan den Rijn, als geen ander. In 1999 werd in die gemeente de bouw van een nieuw stadhuis aanbesteed. ‘Het bleek dat er tussen de bouwers die hadden ingetekend op deze opdracht vooroverleg had plaatsgevonden over de prijs. Daardoor is de gemeente Alphen voor miljoenen euro’s het schip in gegaan.’
Momenteel is de Alphense bouwfraudezaak in behandeling bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Lyczak hoopt in elk geval een deel van de schade te kunnen verhalen op de bouwbedrijven. ‘Ik word er verdrietig van dat er mensen zijn die denken door list en bedrog gemakkelijk veel geld te moeten verdienen ten koste van de gemeenschap.’
Anders dan in de achttiende eeuw worden publieke werken tegenwoordig standaard aanbesteed aan particuliere bouwers. ‘Dat werk goed, zolang de markt echt vrij is,’ zegt Lyczak. ‘Maar dat is voor een opdrachtgever moeilijk te controleren. Als gemeente hebben we allerlei procedures voor aanbesteding ontworpen en de bouwsector zelf heeft recentelijk een gedragscode opgesteld. Maar als iemand van kwade wil is, dan is er altijd een manier te vinden om te frauderen.’

Geert Medema, ‘In zo goede order als in eenige stad in Holland.’ Het stedelijk bouwbedrijf in Holland in de achttiende eeuw. 295 p. Een publieksuitgave is in voorbereiding.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.