In 2004 begon Els Kloek met een klein team te werken aan het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Meer dan duizend korte biografieën van vrouwen vanaf de vroegste tijd tot nu vormen samen een overtuigende correctie op de geschiedschrijving die veelal over mannen gaat. Nu heeft Kloek het materiaal ‘gestold’ in een boek, dat een selectie bevat van (ingekorte) lemma’s van de site. Het resultaat is een prachtig door Irma Boom vormgegeven boekwerk van ruim 1500 pagina’s.
Biografische woordenboeken zijn altijd interessant vanwege de patronen die eruit springen. Zo valt in 1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis op dat veel vrouwen werkzaam zijn geweest in creatieve beroepen (43 procent in dit boek, zo schrijft Kloek in haar inleiding, tegenover 18 procent van de mannen in vergelijkbare biografische naslagwerken).
Maar nog boeiender is dat samenstellers van biografische woordenboeken zelf een immense invloed hebben op dergelijke percentages, doordat zij kiezen wie wel en wie niet opgenomen wordt.
Als je de twintigste-eeuwse rechtsgeleerde en verzetsstrijdster Gezina van der Molen niet opneemt en de achttiendeeeuwse toneelspeelster Helena Snoek wel – om een willekeurig voorbeeld te noemen –, dan kies je er als samensteller zelf voor om het percentage vrouwen in creatieve beroepen omhoog te krikken. Ook de lengte van de lemma’s verraadt een voorkeur. Waarom de ‘zakenvrouw’ Isabella van Leeuwarden (1696-1773) met één bladzijde beschreven en de dichteres Anna Mollerus (1749-1821) met bijna drie?
Behalve naar periode zijn de vrouwen ook ingedeeld naar activiteit, met tekens als een balletje (sport), een bommetje (oorlog), een pen (literatuur). Jeanne Immink (1853-1929) was bergbeklimster en krijgt dus een balletje, Johanna Anthonia Lammers (1787-1874) is gemarkeerd met een pakketje dat staat voor mecenaat, en bordeelhoudster Thérèse (actief tussen 1706 en 1729) met een geldzakje, dat het bedrijfsleven symboliseert.
Het biografietje van toneelspeelster Johanna Cornelia Wattier (17621827) zou kunnen worden aangevuld met het gegeven dat ze het aanbod kreeg dat een straat naar haar zou worden vernoemd. Maar ze schoof de eer door naar haar man, architect en beeldhouwer B.W.H. Ziesenis. Daarom biedt de Schouwburg in Amsterdam tot op de huidige dag uitzicht op de Zieseniskade.
Is de website Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland met de verschijning van dit prachtige boek overbodig geworden? Geenszins. Niet alle lemma’s van de site zijn voor dit boek geselecteerd, en er staat onder elk lemma een keurige bronnen en literatuurlijst, die in het boek is weggelaten. Bovendien zijn de lemma’s in gedrukte vorm hier en daar ingekort. Waarom de ongeveer driehonderd auteurs van de biografietjes op de site voluit staan en in het boek tot initialen zijn teruggebracht, is mij niet duidelijk.
Kloek schrijft dat deze uitgave tegen de achtergrond van de traditionele geschiedwetenschap moet worden beschouwd als een history from below. Arbeiders, kinderen, het gezin, vakbonden, zwarten, homoseksuelen, marginalen en natuurlijk ook vrouwen hebben recht op een plaats in de geschiedenis. Met dit overzicht, vanaf de beschermheilige Cunera (ca. 337) tot de politica Karin Adelmund (19492005), hebben we er een fraai biografisch woordenboek bij.
Dit artikel is exclusief voor abonnees