Home Boeken: Ulrike Meinhof en collega’s

Boeken: Ulrike Meinhof en collega’s

  • Gepubliceerd op: 1 maart 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

Hoewel we tegenwoordig niet meer opkijken van vrouwelijke politici, managers of geleerden, lijkt het alsof de emancipatie nog niet ver is voortgeschreden in het geweld. Toegegeven: in de krijgsmacht zijn de vrouwen aan een opmars begonnen, zodat niet alleen westerse landen als Nederland en de VS, maar sinds kort ook Marokko vrouwelijke generaals kent, maar buiten de wettelijke kaders is geweld nog altijd in hoge mate een mannenzaak. En wanneer vrouwen actief zijn in criminele organisaties lopen ze vrijwel altijd aan tegen een ‘glazen plafond’ en dringen ze zelden door tot leidinggevende posities. Vandaar dat vrouwen die wel een heftige gewelddadige reputatie hebben blijven fascineren.

Ulrike Meinhof was zo prominent binnen de West-Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) dat de groep doorgaans werd aangeduid als de ‘Baader-Meinhof-bende’. Over haar zijn dan ook minstens zes biografieën verschenen. Dat heeft Otto van de Haar er niet van weerhouden er nog een te schrijven. Van de Haar komt met weinig nieuw feitenmateriaal, maar plaatst af en toe wel terechte kanttekeningen bij de bestaande literatuur.

Zo wijst hij erop dat de veelgeprezen, ook in het Nederlands vertaalde biografie van Jutta Ditfurth soms tamelijk kritiekloos is en bijvoorbeeld zwijgt over Meinhofs beate bewondering voor Mao. Tegelijkertijd is het beeld dat hij van de Bondsrepubliek in de jaren zestig en zeventig schetst zo negatief en overtrokken dat je bijna begrip zou opbrengen voor het handjevol gefrustreerde linkse jongeren dat toen naar de wapens greep. Ook maakt hij veel werk van de Isolationsfolter waaraan de gevangenen van de RAF zouden zijn onderworpen, terwijl inmiddels is aangetoond dat dit om propagandistische redenen zwaar overdreven werd.

Ulrike Meinhof, die tijdens haar gevangenschap door de andere bendeleden honds werd behandeld en in 1976 zelfmoord pleegde, is de eerste van de tien ‘gevaarlijke vrouwen’ die Beatrice de Graaf in haar gelijknamige boek portretteert. Hoewel zij niet allemaal echte terroristische acties op hun naam hebben staan, hebben ze in de media veel aandacht gekregen. Omdat vrouwen zelden overgaan tot terrorisme is er volop gespeculeerd over het ‘waarom’ van hun daden.

Naast Meinhof behandelt De Graaf andere linkse activistes uit de jaren zeventig, zoals Angela Davis, Bernardine Dohrn en Lidwina Janssen. Daarnaast komen drie radicale moslima’s aan bod: de Tsjetsjeense Zarema Moezjachojeva, de Belgisch-Marokkaanse Malia el Aroud en de Nederlands-Marokkaanse Abida K – plus de Molukse treinkaapster Hansina Uktolseja, de FARC-strijdster Tanja Nijmeijer en de neonazistische Beate Zschäpe.

Niet al deze vrouwen waren even gevaarlijk. Zo heeft Angela Davis slechts revolutionaire taal uitgeslagen en onderging Lidwina Janssen weliswaar een terroristentraining in Jemen, maar heeft ze uiteindelijk slechts een amateuristische verkenningsmissie ondernomen. Maar Tanja Nijmeijer nam daadwerkelijk deel aan de gewapende strijd van de FARC en Beate Zschäpe was op z’n minst medeplichtig aan een reeks bankovervallen, aanslagen en tien racistische moorden.
Ook de mate van vrijwilligheid verschilt sterk.

Uit het dieptragische verhaal van ‘zwarte weduwe’ Zarema Moezjachojeva blijkt dat ze nauwelijks iets te kiezen had, terwijl Ulrike Meinhof een succesvolle carrière als journaliste en spraakmakende columniste opgaf om in West-Duitsland de stadsguerrilla te ontketenen.

In haar boeiende boek gaat De Graaf uitgebreid in op de beeldvorming rond deze ‘gevaarlijke vrouwen’ en laat ze zien dat in de media allerlei seksistische stereotypen opduiken, zoals dat van ‘ontaarde moeder’, ‘naïeve meeloopster’ of ‘gangsterliefje’. Ook wijst ze erop dat die beeldvorming niet zelden de radicalisering van de betrokken vrouwen bevordert, zoals duidelijk het geval was bij Ulrike Meinhof.

De hysterische berichtgeving rond haar persoon was een van de oorzaken waardoor ‘de weg terug’ afgesneden leek en waardoor er onvoldoende oog was voor de conflicten tussen gevangenzittende RAF-leden. Zo raakte Meinhof steeds meer in een isolement. In het geval van Zschäpe gingen media en autoriteiten er lange tijd ten onrechte van uit dat het wel meeviel met het rechts-extremisme in het herenigde Duitsland, en dat het vooral een ‘mannending’ was.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.