Waar moet Richard III worden bijgezet? In de kathedraal van Leicester, bij de plek waar hij in 1485 tijdens de Slag van Bosworth werd gedood? In de kathedraal van York, waar hij trouwde? Op het stille kerkhof van Eastwell, naast zijn bastaardzoon Richard Plantagenet? In Windsor, bij het graf van zijn broer Edward IV? In Gloucester, waarvan hij de hertog was? Of in Westminster Abbey, waar zijn vrouw Anne Neville ligt? En moet er een anglicaanse of een katholieke dienst voorafgaan aan die bijzetting? En is de aanwezigheid van Hare Majesteit, een verre nazaat van Edward IV, vereist?
Winter King. The Dawn of Tudor England
Thomas Penn
Dit artikel is exclusief voor abonnees
448 p. Allen Lane, € 10,49
Bosworth. The Birth of the Tudors
Chris Skidmore
464 p. Weidenfeld & Nicolson, € 22,99
The Plantagenets. The Kings Who Made Engeland
Dan Jones
632 p. HarperPress, € 15,99
Over deze vragen woedt sinds de veronderstelde vondst van de overblijfselen van Richard III onder een parkeerterrein in Leicester, een klein jaar geleden, een kostelijk debat in de Britse kranten, met speciale dank aan de verdeelde Plantagenet Alliance. Eens te meer blijkt hoe groot het historisch besef van de Britten is.
Dat bewustzijn uit zich ook in het grote aantal boeken over de geschiedenis van de monarchie, meestal gevolgd door een bijbehorende documentaire. In korte tijd zijn er boeken verschenen over de koningen van het huis Plantagenet (1154-1485), de Slag van Bosworth en over de vorst die Richard III versloeg, Hendrik VII, de eerste Tudor-koning.
Met de biografie van historicus Thomas Penn over Hendrik VII is in een leemte voorzien. Deze koning heeft altijd in de schaduw gestaan van drie vorsten die veel meer tot de verbeelding spreken: de charismatische troonrover Richard III voor hem, zijn flamboyante zoon Hendrik VIII en zijn glorieuze kleindochter Elizabeth I na hem.
Bovendien is deze winterkoning, zoals Penn hem noemt, de geschiedenis in gegaan als een onrechtmatige koning, omdat er altijd twijfels hebben bestaan over zijn aanspraak op de troon. Deze twijfel had hij ook zelf, en dat uitte zich in paranoia en bijbehorende wreedheden.
Het belang van Hendrik VII is, zo toont Penn aan, dat deze telg van het huis van Lancaster een einde maakte aan de Rozenoorlogen door strategisch te huwen met Elizabeth van York, the White Queen, over wie Philippa Gregory een gelijknamig boek schreef dat is verfilmd. Bovendien zorgde deze Horrible Henry –liefhebber van muziek, tennis en ballerina’s – voor een goede verstandhouding met Spanje. Zijn voornaamste verdienste is dat hij het fundament legde van de Tudor-dynastie, al ging dat gepaard met het nodige bloedvergieten.
Penn doorloopt de jonge jaren van Hendrik VII snel, maar Chris Skidmore staat er uitgebreid bij stil in Bosworth. The Birth of the Tudors. Dat doet hij in de aanloop naar de veldslag waarbij Richard III dodelijk gewond raakte. Skidmore schrijft over de opmerkelijke familieachtergrond van Hendrik. Zijn oma was Catharina van Valois, weduwe van Hendrik V, de koning die de Fransen versloeg in de beroemde Slag bij Agincourt. Ze kreeg een geheime relatie met een Welshe landheer, Owain ap Maredudd ap Tudur, beter bekend als Owen Tudor. Daar begon de dynastie.
Het succes van Hendrik VII in de Slag van Bosworth en zijn tirannieke heerschappij zijn allebei te herleiden tot de burgeroorlogen die hij in zijn jonge jaren aanschouwde, en tot een periode van ballingschap onder Edward IV. Een van de nieuwtjes in Skidmores boek is dat Hendrik tijdens de veldslag veel te danken heeft gehad aan The Book of Deeds of Arms and of Chivalry, een militair handboek van de Venetiaanse dichteres Christine de Pizan. Het is geen onbelangrijk detail, want het toont eens te meer aan hoe invloedrijk vrouwen waren in de Tudor-jaren.
De Tudors hebben een diepe indruk gemaakt en Engeland is al jaren bevangen door Tudor-mania. Zeker tijdens het afgelopen Tudor-seizoen van de BBC was het onmogelijk om de televisie aan te zetten zonder te worden geamuseerd met docudrama’s over wat de Tudors aten (wilde zwijnen, onder andere), hoe ze voetbalden, wie er deel uitmaakten van de hofhouding, hoe verleidelijk Anne Boleyn was en wie ‘de gevaarlijkste man in Tudor-Engeland’ mocht heten (de geloofshervormer William Tyndale.) En dan hebben we het nog niet over Tudor in Hollywood en de romans van Hilary Mantel.
Maar met de vondst van gebroken botten waarvan wordt gezegd dat ze van Richard III zijn, is een hernieuwde interesse ontstaan in de Plantagenets, de dynastie die regeerde voor de Tudors. Voor wie een compleet overzicht wil van de goede-tijden-slechte-tijden in huize Plantagenet is Dan Jones’ The Plantagenets een aanrader.
Jones schrijft met veel genoegen over de kleurrijke Plantagenets. Het boek loopt van Hendrik II (1133-1189), die enkele kastelen als huwelijksgeschenk gaf aan zijn zesjarige zoon, tot en met Richard II (1367-1400), vooralsnog de beroerdste koning uit de Engelse geschiedenis. Er komt nog een vervolg, dat zal eindigen met ‘Bosworth’.
Tussen alle curiosa door laat Jones zien hoe de Plantagenets de basis legden voor de rechtspraak en de politiek in het hedendaagse Engeland. Het hart daarvan vormt de Magna Carta, het document waarmee de heerszuchtige koning Jan zonder Land in 1215 vrede sloot met opstandige baronnen. De koning leefde het verdrag niet na en een jaar later overleed hij, ziek en in het nauw gedreven.
In de daaropvolgende jaren zou de Magna Carta enkele malen worden herzien en in 1225 kwam de eindversie tot stand onder de jonge, bekwame koning Hendrik III. De Britten bereiden zich nu al voor op de achthonderdste verjaardag van dit historische document. Dat valt mooi samen met de herwaardering van het huis Plantagenet.
Patrick IJzendoorn is correspondent in Groot Brittannië.
De Engelse dynastieën hebben een aantal opmerkelijke vorsten voortgebracht. Ontdek er een paar op onze themapagina www.historischnieuwsblad.nl/vorstenvolk