Het kasteel van Elmina. In het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika
Marcel van Engelen
304 p. De Bezige Bij, € 19,90
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Deze zomer (1 juli) vierden we dat 150 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft in de Nederlandse koloniën. De belangstelling van witte Nederlanders voor het slavernijverleden is nog steeds bedroevend gering. Daarom was het nuttig dat er een aantal goede boeken verscheen over deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis. Het beste is Het kasteel van Elmina van journalist Marcel van Engelen. Elmina was het centrum van de Nederlandse slavenhandel in Afrika. Van Engelen gaat uitgebreid in op de rol van de Afrikanen in de slavenhandel. Tevens verdiept hij zich in de discussie over het slavernijverleden in Nederland, waarbij het dan weer gek is dat hij de naam van een belangrijk speler in het debat, Gert Oostindie, niet eens noemt.
Wilt u weten hoe het leven op een slavenschip eruitzag? Lees: De opstand op het slavenschip Meermin (206 p. Cossee, € 21,90) door Dan Sleigh en Piet Westra.
Marcel van Engelens interesse in slavernij begon in de Bijlmer. Lees het interview op www.historischnieuwsblad.nl/links
De tsaar van Groot Rusland in de Republiek. De tweede reis van Peter de Grote naar Nederland (1716-1717)
Emmanuel Waegemans
317 p. Nederland Rusland Centrum, € 30,00
Net zomin als de viering van 400 jaar betrekkingen met Turkije is de viering van 400 jaar relaties met Rusland een succes. Voor beide landen geldt dat de huidige regimes ons niet aanstaan. Het verhaal van het eerste bezoek in 1697-1698 van Peter de Grote aan Nederland kent iedereen. Dat hij er in 1716-1717 weer was, weet vrijwel niemand. De Belgische hoogleraar slavistiek Emmanuel Waegemans schreef een diepgravende studie over dat laatste bezoek, waarvoor hij putte uit Nederlandse, Franse, Engelse, Belgische en Russische archieven.
Even diepgravend is Het verhaal van twee verloren vriendschappen. De Nederlandse Republiek, Zweden en Rusland, 1714-1725 (220 p. Nederland Rusland Centrum, € 30,00) van de hand van Hans van Koningsbrugge, hoogleraar Russische geschiedenis en politiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij vraagt zich af hoe het kon dat de goede betrekkingen tussen Nederland, Rusland en Zweden aan het begin van de achttiende eeuw volkomen verstoord raakten.
Vriend over vijand. De Grote Oorlog in spotprenten
Paul van Damme
351 p. Lannoo, € 39,99
Negenennegentig jaar geleden begon de Eerste Wereldoorlog. Uitgevers in België, Frankrijk, Duitsland en Engeland maken zich op om volgend jaar flink uit te pakken over de Grote Oorlog. In Nederland zal het zo’n storm niet lopen: wij deden niet mee aan dit wereldconflict. Ter gelegenheid van 99 jaar Eerste Wereldoorlog verschenen in België alvast drie boeken. Paul van Damme brengt in Vriend over vijand historische cartoons over de oorlog samen.
In Ten oorlog. Een reis langs het front van WO I (269 p. De Bezige Bij, € 24,95) doet journalist Arnout Hauben precies wat de titel van het boek belooft, dat overigens is gebaseerd op een televisieserie van de VRT.
Misjoe Verleyen en Marc de Meyer laten in Augustus 1914. België op de vlucht (232 p. Manteau, € 19,95) zien dat tijdens de Duitse inval 1,5 miljoen Belgen op de vlucht sloegen.
De laatste eeuw van Indië
J.A.A. van Doorn
383 p. Walburg Pers, € 29,90
Heel fijn dat de Walburg Pers een aantal boeken van de in 2008 overleden historicus en socioloog J.A.A. van Doorn herdrukt. Eerder verscheen zijn samen met W.J. Hendriks geschreven opzienbarende studie Ontsporing van geweld in herdruk. Nu is de beurt aan De laatste eeuw van Indië, dat voor het eerst uitkwam in 1994. Van Doorn probeert in dit boek te doorgronden wat de Nederlanders in Indië tot stand hebben gebracht en hoe het kwam dat de Indonesiërs in opstand kwamen.
Meer Indië-boeken: In Pendek (160 p. Uitgeverij West, € 12,95) laat de Molukse journalist en schrijver Herman Keppy Indische en Molukse Nederlanders aan het woord over scholing in Indië, de Tweede Wereldoorlog, het verzet, de Bersiap en de repatriëring naar Nederland.
Pershistoricus Gerard Temorshuizen schreef een heel aardige biografie: ‘Niemand zorgde voor mijn ziel…’ Marietje van Oordt (1897-1974), een tragisch leven aan de Indische zelfkant (120 p. Stichting Tong Tong, € 14,50). Marietje van Oordt was een oplichtster en prostituee die dankzij de vele aandacht voor haar streken in de pers stiekem werd bewonderd.
Het Bataafse experiment. Politiek en cultuur rond 1800
Frans Grijzenhout, Niek van Sas en Wyger Velema (red.)
373 p. Vantilt, € 32,50
Elders in de boekenrubriek bespreekt Bastiaan Bommeljé drie studies over de Franse tijd. Met dit boek van Grijzenhout, Van Sas en Velema zitten we in het hart van de academische studie in Nederland over deze periode. Van Sas tekent voor de inleiding (over de transitie van republicanisme naar liberalisme) en dan volgen hoofdstukken over godsdienst (Edwina Hagen), satire (Frans Grijzenhout) literatuur (Marleen de Vries) en autobiografische terugblikken (Arianne Baggerman).
Bij uitgeverij Boom verscheen een bijgewerkte en aangevulde uitgave van het standaardwerk Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland (439 p. € 29,90) onder redactie van Remieg Aerts, Herman de Liagre Böhl, Piet de Rooy en Henk te Velde. Piet de Rooy schreef een nieuw hoofdstuk over de jaren 2000-2012 (‘In de war, nieuwe instabiliteit’). Conclusie: ‘De politieke cultuur is noch in verval, noch in volle bloei, maar vooral in verandering.’
De bedelaarskolonie. De Ommerschans, het eerste landelijk gesticht voor luilevende armen
Will Schackmann
365 p. Van Gennep, € 19,50
Wie op zoek wil naar de oorsprong van de Nederlandse verzorgingsstaat moet deze studie lezen van de Groningse schrijver en onderzoeker Will Schackmann. Eerder behandelde hij in De proefkolonie de vrije kolonies van de Maatschappij van Weldadigheid, waar arme lieden een stukje grond kregen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. De Maatschappij was opgezet door een militair, generaal Johannes van den Bosch. Zijn achtergrond tekende het karakter van de hulpverlening: die was repressief. In 1822 startte Van den Bosch de strafkolonie Ommerschans, waar landlopers en bedelaars werden opgesloten en aan het werk gezet. Daarover gaat het nieuwe boek van Schackmann. Het is schrikbarend om te vernemen hoe rechteloos de bewoners van Ommerschans waren. Het kwam vaak voor dat lieden jarenlang onterecht werden opgesloten. Aan de andere kant blijkt dat zware repressie niet veel uithaalde. De kolonisten waren heel creatief in ontsnappen en van gedragsverbetering was zelden sprake. Heel nuttig, dit boek, nu in de hulpverlening de repressie weer alom aanwezig is.
Dietrich & Riefenstahl. Twee vrouwenlevens in Hollywood en Berlijn
Karin Wieland
736 p. Atlas Contact, € 49,95
Dit boek van politicologe Karin Wieland verbindt de carrières van de actrice en zangeres Marlène Dietrich en danseres, actrice en filmregisseuse Leni Riefenstahl. Beiden betraden het podium in het Interbellum en gebruikten hun verpletterende schoonheid om vooruit te komen — naast hun talenten, uiteraard. Dietrich belandde in de Verenigde Staten en brak door in Hollywood. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond ze aan de goede kant. Ze ging zingen voor de Amerikaanse soldaten in Europa. Riefenstahl wist zich op te werken tot de hofregisseuse van Goebbels en Hitler, en maakte de belangwekkende propagandafilms Triumph des Willens en Olympia. Ze stond aan de heel foute kant, maar kwam daar na de oorlog met veel gelieg en gedraai mee weg. De sympathie van Wieland ligt bij Dietrich. Op moreel gebied is dat terecht, hoewel Dietrichs leven wel erg larmoyant wordt als haar succes voorbij is. Dat Dietrich een belangrijker kunstenares was dan Riefenstahl, zoals Wieland bij hoog en bij laag beweert, is echter onzin.
Waarom houden Duitsers van Riefenstahl maar laten ze Dietrich links liggen? Lees een interview met Karin Wieland op www.historischnieuwsblad.nl/links
Slavernij. Een geschiedenis
Dirk J. Tang
240 p. Walburg Pers, € 34,50
Ter gelegenheid van de viering van de afschaffing van de slavernij 150 jaar geleden verschenen ook nog twee mooie prentenboeken. In dit van Tang wordt het onderwerp breed aangepakt. Was Nederland de grootste en wreedste slavenhandelaar van het westelijk halfrond? Hebben wij onze prachtige Gouden Eeuw te danken aan de gekromde ruggen van miljoenen Afrikaanse slaven? Hoe zag het dagelijks leven in Nederlands grootste slavenkolonie Suriname eruit? Hoe sussen kooplieden, huisvrouwen en dominees hun geweten tijdens de kerkdienst op zondag? Al deze vragen komen aan bod.
Het tweede prentenboek is Geschiedenis van de Amsterdamse slavenhandel (191 p. Walburg Pers, € 29,50) door Leo Balai. Hij laat zien dat er al in de zeventiende eeuw zowel vrije zwarten uit West-Afrika alsook slaven uit die gebieden in Amsterdam verbleven.