Waarom is uit Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog een groter deel van de Joodse bevolking weggevoerd (75 procent) dan uit andere West-Europese landen? Deze vraag houdt historici al geruime tijd bezig. Dikke boeken zijn erover geschreven, maar die vonden lang niet altijd hun weg naar een breder publiek.
Daarom heeft emeritus hoogleraar en Duitsland-expert Frits Boterman dit nieuwe boek geschreven. Het vormt een samenvatting van alle voorgaande onderzoeken naar deze pijnlijke kwestie. Boterman beschrijft de wisselwerking tussen de Duitse bezetter en de bezette Nederlandse samenleving. Hij stelt de Jodenvervolging centraal, maar behandelt ook andere terreinen, zoals de economie en de cultuursector. Daardoor laat het boek zich lezen als een min of meer integrale, beknopte geschiedenis van Nederland tijdens de bezettingsjaren.
Eén ding staat voor Boterman als een paal boven water: de schuld voor de Jodenvervolging lag bij de Duitsers. Zij hadden zich als doel gesteld om Nederland te ‘zuiveren’ van Joodse invloeden. Van hen gingen de beleidsinitiatieven uit die leidden tot het discrimineren, isoleren, deporteren en uiteindelijk elimineren van 75 procent van de Nederlandse Joden. Elke verklaring voor dit hoge percentage slachtoffers begint volgens Boterman dan ook met een analyse van het Duitse bezettingsapparaat en zijn doelstellingen. Die maakt hij in het eerste deel van zijn boek. Pas in deel 2 behandelt Boterman factoren aan Nederlandse kant: collaboratie en verzet, de reacties van de Joodse bevolking en van ‘gewone’ Nederlanders.
Dit laatste aspect – hoe reageerden ‘gewone mensen’ op de Jodenvervolging? – is volgens Boterman dus niet doorslaggevend. Hij probeert weg te blijven uit de moreel geladen discussie hierover. Toch ontkomt hij niet aan een beoordeling. ‘De meerderheid van de bevolking was passief, had een slecht geweten, verdrong de werkelijkheid, was bang voor represailles en stemde stilzwijgend, zij het met ingehouden woede, in met de Jodenvervolging,’ beweert hij. ‘De meesten stonden niet onverschillig tegenover het lot van de Joden, maar tegelijkertijd waren velen uit op eigen voordeel, handelden opportunistisch, en werden ze gedreven door andere prioriteiten en lijfsbehoud.’
Boterman gaat ook in op de vraag wat ‘gewone’ Nederlanders wisten van de Holocaust. Volgens hem was er informatie beschikbaar via de geallieerde radio en de illegale pers, maar ging de gruwelijke werkelijkheid het voorstellingsvermogen van de meeste mensen te boven. Hij herhaalt hiermee wat Bart van der Boom heeft geschreven in ‘Wij weten niets van hun lot’ uit 2012, ook al schrijft Boterman zelf dat hij die historicus corrigeert.
Frits Boterman
Duitse daders. De jodenvervolging en de nazificatie van Nederland (1940-1945)
576 p. De Arbeiderspers, € 27,50
Dit artikel is exclusief voor abonnees