In februari 2013 nam historicus Frits Boterman afscheid als deeltijdhoogleraar Moderne ge-schiedenis van Duitsland na 1750 aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Univer-siteit van Amsterdam. Dit emeritaat heeft hij nu opgeluisterd met de publicatie van Cultuur als macht, zijn zeer lijvige ‘levenswerk’ over de moderne cultuurgeschiedenis van Duitsland sinds 1800, en in het bijzonder over de gecompliceerde relatie tussen cultuur en politieke macht bij onze oosterburen.
Boterman is niet de eerste Duitslandvorser die het probleem onder de loep neemt van de wisselwerking tussen kunstenaars, filosofen, schrijvers en intellectuelen enerzijds en de poli-tieke Werdegang van Duitsland sinds de Romantiek – en hij zal ook niet de laatste zijn. De vraag hoe ‘het land van dichters en denkers’ ook het land kon zijn van vernietigingsoorlogen en de Holocaust blijft immers een kernprobleem van het Duitse verleden.
Boterman beoogt het vraagstuk ‘waarom en hoe een zo cultureel hoogstaand en ontwikkeld volk als de Duitsers uiteindelijk kon afglijden naar de meest verschrikkelijke barbarij’ te ver-helderen door cultuurgeschiedenis en politieke geschiedenis met elkaar te combineren: ‘Wei-mar en Buchenwald liggen dichter bij elkaar dan men meestal denkt.’ Volgens hem is de op-vatting dat Geist und Macht in Duitsland twee gescheiden werelden waren een mythe die weerwoord behoeft.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Aldus volgen tien lange hoofdtukken, die met een bewonderenswaardige breedheid reiken van de Romantische ‘revolutie’ (1770-1830), via de Duitse ‘ambivalentie jegens de moderni-teit’, de ‘driedubbele crisis van de Weimarrepubliek’, de nazitijd (‘cultuur als faustiaans pact’), de ‘culturele revolutie’ van de jaren zestig, tot de nieuwe verhouding tussen cultuur en macht in het herenigde Duitsland.
Er valt veel moois te zeggen over dit boek en over de ambitie waarmee het is geschreven. Maar ook knagen lichte twijfels. Nog afgezien van de vraag of het ‘Duitse volk’ inderdaad ‘zo cultureel hoogstaand en ontwikkeld’ was (bijvoorbeeld vergeleken met het Engelse ‘volk’ of het Franse ‘volk’), lijkt het perspectief over cultuur en politiek in Duitsland, dat Boterman presenteert als nieuw, in feite nogal op een platgetreden pad.
Zo biedt het invloedrijke Consciousness and Society. The Reorientation of European Thought 1800-1900 dat Henry Stuart Hughes publiceerde in 1958 een erg gelijksoortige visie, net als (in een beperkter tijdsbereik) Robert Wohls The Generation of 1914 uit 1979. En ook in de monumentale werken van Thomas Nipperday Deutsche Geschichte 1800-1866 en Deutsche Geschichte 1866-1918 (I & II) is menige pagina gewijd aan de vervlechting van Romantiek, cultuur en politieke ontwikkelingen in Duitsland.
Hier wreekt zich een beetje het gegeven dat Boterman zijn eigen verhaal vertelt, en welis-waar in 150 pagina’s noten nogal wat andere historische studies noemt, maar zich daar verder nauwelijks over uitlaat. Hij heeft bovendien opzettelijk afgezien van een bibliografie, een fatale vergissing die niet alleen het raadplegen van nogal wild rondgestrooide noten zeer om-slachtig maakt, maar tevens de vraag opwerpt of nergens genoemde maar voor zijn betoog relevante werken als German Nationalism and Religious Conflict. Culture, Ideology, Politics, 1870-1914 (1995) van Helmut Walser Smith, The Unmasterable Past. History, Holocaust, and German National Identity van Charles S. Maier en The Miracle Years. A Cultural History of West Germany, 1949-1968 onder redactie van Hanna Schissler geraadpleegd werden.
Men kan tegenwerpen dat Boterman een strikter concept van ‘cultuur’ hanteert dan in deze boeken wordt gedaan, en zich alleen richt op de culturele canon (van Goethe tot Christa Wolf), maar dat doet dan weer de vraag rijzen of dit niet veel te beperkt is. Oneindig veel meer Duitsers lazen immers Hedwig Courths-Mahler (de meest verkochte schrijver van de negentiende eeuw) en Karl May dan Friedrich Nietzsche en Georg Simmel.
Na lezing van meer dan duizend pagina’s en een faustiaanse worsteling met het notenappa-raat is de indruk dat Cultuur en macht vooral veel te bieden heeft voor mensen die zeer weinig van de Duitse geschiedenis weten. Bijvoorbeeld studenten, die Frits Boterman niet voor niets als docent op handen droegen.
Frits Boterman
Cultuur als macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden
1072 p. De Arbeiderspers, € 59,95
Klik hier om een interview met Boterman te lezen over dit boek.