Home BOEKEN: De geldingsdrang van Paulus

BOEKEN: De geldingsdrang van Paulus

  • Gepubliceerd op: 28 november 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos Palm

Als het om een voorbeeldige marteldood gaat, wint Petrus het van Paulus. Volgens de overlevering werd ‘de sleutelbewaarder van de hemelpoort’ op zijn kop gekruisigd, op eigen verzoek. Dat maakte hem kampioen in zelfvernedering. Paulus daarentegen werd ‘gewoon’ onthoofd. Maar op het moment van executie spatte er melk in plaats van bloed op de kleren van de dienstdoende soldaat. En de legende wil ook dat het ontzielde hoofd van de dertiende apostel driemaal opstuiterde, waarna ter plaatse spontaan drie bronnen ontsprongen. In postume heiligheid deden de twee dus nauwelijks voor elkaar onder.

Zonder Petrus geen kerk, zonder Paulus geen christendom – althans, geen christendom voor niet-Joden. Zo is de betekenis van de twee samen te vatten. Petrus mag dan de steenrots zijn uit Mattheus (16:13-20), Paulus, ‘de apostel der heidenen’, is dé brenger van de blijde boodschap.

Niet alleen katholieken zagen in Paulus de voornaamste verkondiger; ook Luther erkende zijn schatplichtigheid aan hem. En ook volgens Friedrich Nietzsche kwam het allemaal door Paulus: het onzinnige geloof in de zaligheid en verrijzenis was geheel en al te danken aan deze schaamteloze profeet, aldus de negentiende-eeuwse filosoof met de hamer in zijn pamflet De antichrist. Paulus had van het geloof van een handvol slaven en ondermensen een religie voor de hele Romeinse mensheid gemaakt.

Misschien mag men Petrus en Paulus de Marx en Engels van het christendom noemen. Laatstgenoemden brachten enige orde in het ongeregelde zootje van het socialisme van hun dagen. En iets soortgelijks deden Petrus en Paulus voor ‘de Krestes-mensen’ van hun tijd. Het was vooral Paulus die met zijn talloze rondreizen de nieuwe leer propageerde. Maar hoe deed hij dat?

Het antwoord op deze vraag is te vinden in het nieuwste boek van classicus Fik Meijer: Paulus. Een leven tussen Jeruzalem en Rome. Meijer is bekend vanwege zijn boeken over de Romeinse Oudheid, waarin hij ons wil laten voelen en ruiken dat de klassieke tijd naast veel schoonheid ook een eigen onwelriekende geur had, vol wreedheid, kortzichtigheid en welgemeend eigenbelang.

Bijna geen keizer stierf in bed en het Romeinse Rijk verkocht, net als Amerika, als het even kon haar imperialistische veroveringen als bevrijdingsoorlogen. Dat weten we allemaal, dankzij Meijer. Wat leert de classicus ons nu over Paulus? Dat de apostel inderdaad het drammerige doordouwerskarakter had dat Nietzsche hem toedichtte? Dat alweer een reputatie uit de Oudheid het verdient een deuk op te lopen?

Meijer gaat vooral op zoek naar de methode-Paulus. Hij is niet zozeer uit op de psychoanalytische duiding van zijn hoofdfiguur, al komt deze wel en passant ter sprake. Meijer loopt alle grote zendingsreizen van de apostel na, en voor zover nodig beschrijft hij zijn leven.

Voor de biografie van Paulus in zijn vroege onwetende, heidense periode zijn volgens Meijer twee zaken van belang. Anders dan veelal wordt aangenomen, was hij geen Romeinse diaspora-Jood, maar werd hij geboren in Palestina. Hij kwam als Hebreeër ter wereld en groeide door omstandigheden op in Tarsus, in het zuiden van het huidige Turkije, als Romeins staatsburger.

In zijn eigen ogen was Paulus dus even Joods als bijvoorbeeld zijn medeapostelen Petrus en Jacobus. Hij was geen import, geen nieuwkomer, die zich later zomaar bemoeide met Joods-christelijke discussies over bijvoorbeeld wel of niet besnijden. Paulus had zogezegd evenveel Joods recht van spreken als de rest. Om zijn ongeëvenaarde en ongeremde geldingsdrang te begrijpen, mag dit gegeven volgens Meijer niet worden veronachtzaamd.

Evenzeer van betekenis is de datering van zijn ommekeer, van christenvervolger Saulus tot apostel Paulus. Deze begon al na de steniging van de heilige Stefanus, de eerste christenmartelaar, waarbij Saulus-Paulus aanwezig was. Daar viel het muntje. Later bedacht de apostel daar een wonder bij, waarin Jezus vanuit de wolken tot hem sprak: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ Het was een pr-stunt van de eerste orde, waarmee Paulus zijn gezag vestigde. ‘God besloot zijn Zoon in mij te openbaren,’ schreef Paulus in Galaten (1:15-17), niet geplaagd door valse bescheidenheid.

Maar wat was nu zijn methode? Meijers analyse van de drie grote missiereizen van de apostel leert daar behartenswaardige dingen over. Wanneer Paulus in traditioneel-klassieke plaatsen komt, stuit hij doorgaans op wat hij kwalificeert als bijgeloof. In het stadje Lystra, bijvoorbeeld, ziet de bevolking zijn collega Barnabas aan voor Zeus en Paulus krijgt van de autochtonen de bijnaam Hermes. Hun wonderdaden worden geïnterpreteerd volgens de regels van de heersende godsdienst. Niet Jezus, maar de afgoden triomferen, en bekering is niet aan de orde.

Een vergelijkbare kortsluiting tussen het gevestigde polytheïsme en het nieuwe christelijke monotheïsme manifesteert zich in Athene. Daar kan Paulus praten wat hij wil, maar de hoogontwikkelde stedelingen nemen deze provinciaal uit een uithoek van het Romeinse Rijk nauwelijks serieus. Zijn welbespraaktheid schiet tekort in dit Amsterdam van de Oudheid. In de proletarische havenstad Korinthe daarentegen, een soort Rotterdam van de klassieke wereld, heeft hij meer succes. De inwoners zien wel wat in de leer die een eeuwig leven belooft na al het zwoegen op de werf, in het bordeel of op het marktplein.

Welbeschouwd zit er een strategie achter de werkwijze van Paulus. Telkens weer trekt hij als vanzelf naar de minder geciviliseerde gebieden. Naar het gebied van de Galaten, bijvoorbeeld, waar nog halve Galliërs wonen, en naar het onherbergzame Macedonië. Hij mijdt de civilisatie, alsof hij op zoek is naar de zwakste schakels in het systeem van de oude heidense wereld, zoals later Lenin en Mao het kapitalisme braken op de plaatsen waar het nog amper tot wasdom was gekomen. Paulus’ methode is dezelfde als die van latere missionarissen die met een platenspeler naar China of donker Afrika afreisden om ter plekke de inboorlingen te imponeren en te overdonderen. Beginnen bij ‘de armen van geest’.

Tegelijkertijd wilde Paulus in het toenmalige centrum van de jonge christenheid, in Jeruzalem en Rome, erkend worden als the one and only. Om de vergelijking met het communisme nog even vast te houden: net als Lenin de Internationale wenste te domineren, hoopte Paulus de wereldbeweging van het christendom te bepalen. Het zou hem tijdens zijn Rome-reis de kop kosten.

Sympathiek was hij intussen niet. Men geeuwde bij zijn langdurige en zeurderige preken. Eén keer viel iemand zelfs door slaap overmand uit het raam van de derde verdieping en overleefde het ternauwernood, zo vertelt Meijer, met gevoel voor het kleinmenselijk leed dat al zijn boeken, inclusief dit, zo aangenaam maakt.


Paulus. Een leven tussen Jeruzalem en Rome
Fik Meijer

359 p. Athenaeum-Polak & Van Gennep, € 19,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.