Home Bloed in de straten van Rome

Bloed in de straten van Rome

  • Gepubliceerd op: 6 december 2006
  • Laatste update 07 apr 2023
  • Auteur:
    Bastiaan Bommeljé
  • 4 minuten leestijd
Bloed in de straten van Rome

Tom Holland

Rubicon. Het einde van de Romeinse Republiek

424 p. Athenaeum-Polak & Van Gennep, € 19,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tom Holland is 36 jaar oud, studeerde in Cambridge Latijn en Engels, en kan schrijven. Ik bedoel: goed schrijven. Luisteraars naar de BBC weten dat, indien ze een van zijn radiobewerkingen van Herodotus, Homerus, Thucydides en Vergilius hebben gehoord. Maar connaisseurs van horrorboeken weten dat al veel langer. De gothic novels van Holland, zoals The Vampyre uit 1995 (ook bekend als Lord of the Dead), of Supping with Panthers uit 1997 (ook bekend als Slave of My Thirst), dan wel Deliver Us from Evil en The Sleeper in the Sands zijn met de juiste dosis wansmaak vervaardigd en steken bepaald uit boven het gemiddelde van het genre.

Dit laatste wordt nergens vermeld bij de zojuist verschenen vertaling van Rubicon. Het einde van de Romeinse Republiek, Hollands voor geheel andere lezers bedoelde geschiedverhaal over deze cruciale periode van de Eeuwige Stad. Evenmin wordt gewag gemaakt van het feit dat hij al eerder een historisch boek over Rome publiceerde. Dat was Attis, uit 1995, een van Hollands eerstelingen in de categorie ‘bloed, seks en geweld’, en een regelrechte slasher novel over moord en intrige ten tijde van Julius Caesar en Cicero. In dit boek had de fantasie echter de overhand, hetgeen blijkt uit postmoderne literaire trucs zoals de aanwezigheid van faxmachines, auto’s en opgravingen in het oude Rome. Rubicon is een spiegelbeeldig boek: hier heeft het historisch onderzoek de overhand, hoewel Holland ook met graagte zinnen gebruikt in de trant van: ‘Het bloed dat in de straten vergoten was, kon gemakkelijk worden weggeschrobd.’

De ondergang van de Romeinse Republiek en de opkomst van het principaat in de eerste eeuw voor onze jaartelling is en blijft een intrigerend geschiedkundig onderwerp. Dit is de periode waarin Rome veranderde van een regionale macht in een wereldrijk, en de periode waarin de politieke elite zijn via de senaat gekoesterde meritocratische heerschappij min of meer bewust overdroeg aan één persoon (die wij ‘keizer’ noemen). Ook in de handen van de Romeinse historici is dit een tijdperk vol intriges, staatsgrepen (zoals die van Caesar toen hij de Rubicon overstak), bloederige burgeroorlogen en ontzagwekkende persoonlijkheden (zoals Pompeius, Marcus Antonius en Octavianus, die zou eindigen als Augustus, de eerste ‘verhevene’).

Dus zonder dat Holland moeite hoeft te doen, gaat het al om geschiedenis vol chaos, geweld en moordpartijen. Maar het gaat ook om geschiedenis vol tegenstrijdigheden, onzichtbare structurele ontwikkelingen en kleine evenementen met grote gevolgen. Bovenal gaat het om geschiedenis waaromtrent het contemporaine bronnenmateriaal mager is. Wat wij ervan weten, komt grotendeels uit de pen van Romeinen die eeuwen later terugkeken.

Om zo’n verhaal in de hand te houden, moet je een vaardige pen hebben. En die heeft Tom Holland. Rubicon is als leesbaar, modern getoonzet, maar niet al te gesimplificeerd historisch relaas over het einde van de Republiek waarschijnlijk het beste dat voorhanden is, hoewel ik vrees dat het voor de gemiddelde Nederlandse academicus geen lichte kost is. Het boek heeft (na een te lange aanloop, een euvel dat ook in Hollands horrorboeken te vinden is) vaart, panache en levendigheid te over, maar blijft tegelijkertijd subtiel en intelligent.

Dit wil echter niet zeggen dat Rubicon als geschiedkundig betoog waterdicht is. Noodgedwongen steunt Holland voor de verhaallijn grotendeels op de brieven en redevoeringen van Cicero. Die was een briljant orator, maar zijn werk is uitgesproken partijdig, enigszins pompeus, en in niet-geringe mate opportunistisch, hetgeen onvermeld blijft. En hoewel Holland in de inleiding waarschuwt dat omtrent de meeste gebeurtenissen verschillende, soms tegenstrijdige overleveringen bestaan, komt hij hier in zijn verhaal nergens op terug. Steevast kiest hij voor de bron (doorgaans zonder die te noemen) met de sappigste details, hoe onbetrouwbaar die ook is. Zo gebruikt hij gretig dialogen en monologen die anderhalve eeuw na het einde van de Republiek werden opgetekend door Suetonius, zonder te melden dat deze zijn hoofdfiguren maar wat in de mond legde.

Kort gezegd: Rubicon is een knap en aanbevelenswaardig geschiedverhaal, maar het is geen geschiedschrijving.