De beul was in de Middeleeuwen niet alleen buitengewoon impopulair, hij werd in diverse illustraties ook afgebeeld als verpersoonlijking van het kwaad. Dit stelt historica Hannele Klemettilä in haar proefschrift Epitomes of Evil. Representations of Executioners in Northern France and the Low Countries in the late Middle Ages, waarvoor zij duizenden illustraties en andersoortige bronnen bestudeerde.
De beul had zijn impopulariteit te danken aan zijn weinig eervolle beroep. Zijn slachtoffers konden immers, in tegenstelling tot die van nobele ridders, geen weerstand bieden. Gestreepte, en dus verkeerde, kleding, een mismaakt gezicht en een getinte huidskleur werden in illustraties aangegrepen om het verdorven karakter van de beul te symboliseren. In geschreven bronnen werd hij vloekend, drinkend en gokkend verbeeld. Zijn status als officiële wetsdienaar ten spijt diende de beul als voorbeeld ‘van neigingen en gewoontes die vermeden moesten worden’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees