Home BESCHAVING

BESCHAVING

  • Gepubliceerd op: 17 december 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wijnand Mijnhardt

360 p. AUP


Als Amerikaanse republikeinse presidenten geconfronteerd worden met de navrante aspecten van het wereldraadsel (snap jij dit???], hebben ze het graag over de titanenstrijd tussen beschavingen. In Nederland zeggen we onbekommerd dat in deze of gene organisatie een onaangenaam cultuurtje heerst, het begrip cultuur betekent in dit geval weer iets geheel anders dan wanneer we het hebben over de ministeriële cultuurnota. Duitsers maken weer een nauwkeurig onderscheid tussen cultuur en beschaving.
        In het hedendaagse spraakgebruik kunnen beschaving en cultuur dus heel wat verschillende betekenissen hebben. Wanneer we het verleden er bij betrekken blijken die betekenissen ook in de tijd nog vaak te veranderen. Een nader verklarend woordenboek waarin de verschillende betekenissen van allerlei centrale begrippen worden uitgelegd is dan bijzonder praktisch. Daarom hebben onderzoekers in Duitsland en Frankrijk zich de laatste decennia beijverd allerlei kernbegrippen van een nadere semantische analyse te voorzien. Het beroemdste voorbeeld is het Duitse Geschichtliche Grundbegriffe dat tussen 1972 en 1997 in negen volumineuze banden verscheen.
        Nederland is in dit opzicht al gezegend met een prachtig historisch woordenboek, het onlangs na meer dan honderd jaar onderzoek voltooide Woordenboek der Nederlandse Taal, maar voor de gespecialiseerde historische gebruiker schiet ook dat voortreffelijke instrument vaak tekort. De Nederlandse historici die een decennium geleden besloten het fraaie Duitse voorbeeld na te volgen, zagen gelukkig wel in dat het aantal voor een dergelijke onderneming beschikbare onderzoekers hier veel kleiner was. Ze kozen daarom voor een andere opzet. Ze besloten slechts een beperkt aantal begrippen aan een nader onderzoek te onderwerpen en ook de vorm waarin ze verslag deden van hun werk was nieuw. Geen saaie woordenboeklemmata maar spannende essays. Een paar jaar geleden verschenen de eerste bundels, gewijd aan de begrippen Vaderland en Vrijheid. Voor de termen Burger, Republiek en Eer staan studies op stapel. Onlangs verscheen, onder redactie van Pim den Boer, Beschaving .

Hoofsheid en heusheid
Beschaving is een term die na 1750 overal in Europa gemeengoed wordt. Het begrip is niet los te denken van de verandering die het filosoferen over geschiedenis ondergaat en is ook nauw verbonden met de idee van vooruitgang. Geschiedenis wordt in deze periode een machtig epos, dat het verleden zin, vaart en bezieling geeft, tegelijkertijd richtsnoer is voor het handelen in het heden en een baken vormt voor de toekomst. In Frankrijk wordt met Voltaire’s Essai sur les moeurs het nieuwe perspectief al zichtbaar. Voltaire was de overtuiging toegedaan dat het onderzoek naar gewoonten en gebruiken in de geschiedenis het mogelijk maakte perioden te onderscheiden. Deze onderscheiden perioden, beschavingen genoemd, stonden op elkaars schouders. Daardoor was de toekomst anders dan het heden en was het verleden definitief geschiedenis geworden.
        Een tweede kernidee was de zekerheid dat de beschavingsontwikkeling pas binnen de natiestaat haar natuurlijke vorm had gekregen. Geschiedenis werd daarmee vergelijkende beschavingsstudie en het werd mogelijk de plaats van elke natie op deze beschavingstrap vast te stellen. De eerste Nederlandse beoefenaar van de vergelijkende beschavingsstudie was de journalist Justus van Effen. Hij probeerde duidelijk te maken dat de Republiek wanneer het om beschaving ging misschien nog wel boven Frankrijk uitstak. De Nederlandse beschavingsgroei was echter anders dan de Franse: niet aristocratisch-monarchaal maar republikeins georiënteerd. Voor Van Effen kwam de Nederlandse beschavingsbloei voor rekening van de koopman-burger en diens eenvoudige burgerlijke karaktereigenschappen. De Nederlander was geen aristocraat, geen veinzer, geen lichtmis, maar een betrouwbaar en vlijtig burger. Beschaving werd daarmee niet alleen een cultuurfilosofisch maar ook een politiek beladen begrip.
        De in de aardige en ook leesbare bundel Beschaving verzamelde essays vallen in drie groepen uiteen. Allereerst komen in drie stukken van de hand van W.P.Gerritsen, A.Wesseling en E.K.Grootes begrippen als hoofsheid en heusheid aan de orde, die gebruikt werden voordat in de achttiende eeuw beschaving gangbaar werd. W. Krul, J. van Eynatten en R. Aerts belichten de ontwikkeling van het begrippenpaar beschaving en cultuur in Nederland in de negentiende en de twintigste eeuw. A. Hietbrink neemt in zijn eentje de achttiende eeuw voor zijn rekening. Toen werd het begrip gemunt en werden alle moderne betekenissen ervan aangelegd, al was het maar in rudimentaire vorm.
        Hietbrink heeft een mooi stuk geschreven waarbij hij zich echter ten onrechte tot Europa beperkt. En dat is tegelijkertijd mijn belangrijkste bezwaar tegen het boek. In de achttiende eeuw komt dankzij het begrip beschaving ook de moderne tegenstelling tussen Europa en de wereld daarbuiten tot stand. Op grond van gewoonten, gebruiken, kunsten en wetenschappen kon immers moeiteloos een achterstand op de beschavingsladder van de niet-Europese wereld worden geconstrueerd. Dit perspectief, dat onlangs door Angelie Sens in haar ‘Mensaap, heiden , slaaf’. Nederlandse visies op de wereld rond 1800 werd gedocumenteerd, had in Beschaving niet mogen ontbreken.

Wijnand Mijnhardt is hoogleraar cultuurgeschiedenis vanaf de Verlichting aan de Universiteit Utrecht.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.