Een onbekende historische foto. Is het verhaal erachter te vertellen? Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, en Ivo Opstelten, burgemeester van Rotterdam, doen een poging.
‘De vereniging van plattelandsvrouwen op stap’, roept Cohen meteen. Maar hij komt daar al snel op terug: ‘De dames lijken niet op plattelandsvrouwen. Mijn echtgenote houdt het op een groep burgemeestersvrouwen.’ Opstelten denkt dat een christelijke vrouwenvereniging hier net de kerk aan de overkant heeft bezocht. Maar ook dat idee houdt niet lang stand: ‘Die accordeons, zijn die niet wat te werelds voor een christelijke vrouwenvereniging van, schat ik, vlak voor de oorlog? Is het misschien toch dameskoor Morgenrood?’
Cohen: ‘Nee, het zijn oud-studentes, leden van hetzelfde dispuut, tijdens een lustrum.’ Maar hij vraagt zich af waarom dat lustrum in Volendam of Zeeland wordt gehouden. ‘Als ze daar al zijn. De meisjes in kostuum kunnen ook alleen maar zijn verkleed om op deze wijze hun oudere dispuutgenotes te onthalen. Dat zou heel goed kunnen, want echte meisjes in klederdracht zie ik nog niet zo gauw met een harmonica op stap gaan.’
Opstelten denkt ook dat het groepje speciaal voor de gelegenheid in klederdracht is aangetreden, want ‘dat er een Markense tussen de in Volendamse klederdracht gestoken vrouwen staat, doet veronderstellen dat dit niet hun dagelijkse kleding is.’ Hij situeert de foto in Noord-Holland, niet ver van Amsterdam ergens langs de Amstel: ‘immers een prachtige rivier voor een vaartochtje. De dames gaan straks vast en zeker nog verder met die aardige schipper, op die boot met de houten bankjes.’
Dan vallen hem steeds meer details op: ‘De proviand is nog niet op; de flessen fris staan klaar. Hoewel… die kunnen natuurlijk ook horen bij de theetuin, die vast en zeker links achter het witte hekje ligt. We zien nog net een rieten stoel.’ Triomfantelijk concludeert hij: ‘De dames komen helemaal niet uit de kerk, maar hebben halverwege hun boottochtje aangelegd bij een uitspanning om de dorst te lessen. En natuurlijk is daar een kiene fotograaf, die vele tientallen afdrukken denkt te kunnen verkopen. Die twee jongetjes moeten straks de dames een bonnetje in de hand drukken met naam en adres van de fotograaf, waarschijnlijk hun vader.’
Cohen weet die twee jongetjes aanvankelijk niet te plaatsen. ‘En wat doet die politieagent op de achtergrond daar? Tja. De belangrijkste gebeurtenis van die dag, daar moet je bij zijn, moeten politie en jongetjes gedacht hebben. Wat het tijdvak betreft houd ik het op de jaren twintig van de vorige eeuw, net voor de krach.’ Dan slaat de twijfel over de dames weer toe, want ‘dispuutgenoten zouden van leeftijd moeten verschillen en dat is hier niet het geval. Misschien is dan de Vereniging van Vrouwen met een Academische Opleiding op stap? Het zou kunnen dat de dames net koffie hebben gedronken of op het punt staan dat te gaan doen, in de uitspanning links op de foto. Als dat zo is, dan is de foto na de lunch genomen. Anders lach je niet zo vrolijk.’
Uitleg: De Amerikaanse Carrie Chapman Catt (1859-1947) was voorzitster van de Internationale Alliantie voor Vrouwenkiesrecht. Hier bezoekt zij haar Nederlandse medestrijdsters voor het vrouwenkiesrecht, waaronder Rosa Manus (1881-1943). Zij was in Nederland een van de leidende figuren binnen de vrouwenbeweging en oprichtster van het Internationale Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging. Manus staat op de tweede rij tweede van links. Chapman Catt staat rechts naast haar. Het bezoek vond plaats in 1913.
Dit artikel is exclusief voor abonnees