Beeldgeheim

Een oude foto. Wat is het verhaal erachter? Henri Lenferink, burgemeester van Leiden, en Jacq. Wallage, burgemeester van Groningen, doen een poging.

‘

‘Dit is erg moeilijk hoor, het is een lastige foto,’ vindt de Leidse burgemeester Henri Lenferink. Ook zijn Groningse collega Jacq. Wallage weet in eerste instantie niet veel over de foto te zeggen. De burgervaders besluiten het gestructureerd aan te pakken en beginnen met de tijdsbepaling.
Wallage waagt een eerste poging: ‘Is het vlak na de oorlog?’ Lenferink fronst zijn wenkbrauwen, maar knikt dan instemmend: ‘Afgaande op het uniform denk ik ook aan de jaren veertig. Dat pak werd volgens mij ook wel in de oorlog gedragen, maar de mensen kijken te blij om de foto in die tijd te plaatsen.’ ‘O ja, dit is absoluut een blijde gebeurtenis,’ ziet ook Wallage.
De heren keren terug naar het tijdstip van de foto. ‘Ook de kleding is uit de jaren veertig,’ constateert Lenferink. ‘Eind jaren veertig, denk ik.’ Peinzend bekijkt Wallage de vrouw die zijn collega aanwijst, maar schudt dan zijn hoofd: ‘Ik denk toch aan vlak na de oorlog.’ ‘Maar dat gebouw erachter kun je toch niet in die periode plaatsen?’ probeert Lenferink de Groninger te overtuigen. ‘De structuur met die blokjes is naoorlogs. En ook die helm komt volgens mij uit de late jaren veertig.’
Wallage houdt de foto vlak bij zijn neus: ‘De helmen duiden op de Binnenlandse Strijdkrachten,’ denkt de Groningse burgermeester. ‘Ik kan de mannen op de paarden niet zo goed onderscheiden,’ zegt Lenferink, ‘maar volgens mij is het gewoon de bereden politie.’ Glimlachend: ‘Dat is, even tussendoor, trouwens een heel rare term, ”bereden politie”. Het paard wordt toch bereden, niet de politie?
Maar terug naar de foto,’ vervolgt de Leidse burgemeester, ‘valt het mij op dat de huizen veel woonlagen hebben, dus ik denk dat dit een van de grote steden is. Het lijkt mij niet Rotterdam. Ik gok op Amsterdam.’ ‘Ja, dit is Amsterdam,’ stemt Wallage volmondig met hem in. ‘De Oudezijds.’
‘Misschien beleven we hier een koninklijk bezoek?’ vraagt hij zich hardop af. Lenferink denkt daar even over na. ‘De mensen worden wel tegengehouden, maar volgens mij is er geen agressieve sfeer. Sommige mensen lachen zelfs. Ja, ze zijn absoluut in blijde verwachting. Maar ik zou echt niet durven zeggen voor welke gebeurtenis.’
Wallage heeft wel een idee: ‘Waarschijnlijk wil iedereen de koningin zien, de eerste keer na de oorlog.’ Lenferink schudt zijn hoofd: ‘Als ik denk aan het eind van de jaren veertig, is het enige wat in mij opkomt de kroning van Juliana.’

Uitleg: Op 6 september 1948 werd prinses Juliana ingehuldigd. Omdat de afstand tussen het Paleis op de Dam en de Nieuwe Kerk zo klein is, wordt voor inhuldigingsplechtigheden nooit de Gouden Koets gebruikt. Maar na haar troonsaanvaarding maakte Juliana samen met haar gezin wel een feestelijke rijtoer door Amsterdam. De enthousiaste menigte moest door de politie worden tegengehouden.