Home Beeld en Geluid opent nieuwe topattractie

Beeld en Geluid opent nieuwe topattractie

  • Gepubliceerd op: 14 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Gerard van der Waal

Begin december opent het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (BENG) de ‘Beeld en Geluid Experience’, een publieksattractie in het Media Park in Hilversum.

Het instituut beheert als nationaal audiovisueel archief een dagelijks groeiende collectie van radio- en televisieprogramma’s, films en muziek. Met de nieuwe publieksopstelling wordt de collectie voor iedereen toegankelijk. Bij binnenkomst kan het publiek naam en geboortedatum opgeven.
Vervolgens krijgt de bezoeker een ring met die gegevens. In de ruimte van de Beeld en Geluid Experience zijn lasers verwerkt die reageren op de ring. Hierdoor krijgt de bezoeker bijvoorbeeld een compilatie te zien van kinderprogramma’s uit zijn eigen jeugd. Als hij meer van een bepaald programma wil zien, kan hij dat later bekijken in de Medialounge.

‘Het is allemaal cultureel erfgoed, van Bert Haanstra tot GTST,’ merkt Pieter van de Heyden, sectormanager van de Beeld en Geluid Experience op. Deze grote veelzijdigheid van de collectie biedt unieke mogelijkheden. De publieksopstelling is, volgens geestelijk vader Van de Heyden, dan ook geen tentoonstelling, maar een ervaring: ‘De nadruk ligt op interactiviteit, het publiek kiest zelf wat het ziet.’

Hiermee onderscheidt de Beeld en Geluid Experience zich van opstellingen in normale musea en archieven. Er zijn vijftien verschillende themapaviljoenen. ‘Een verstokte Nederland 3-kijker zal het bijvoorbeeld uitstekend naar zijn zin hebben in het paviljoen “Macht en media”, maar zit niet te wachten op het Sterrenshow-paviljoen. Iemand die echter graag naar Katja Schuurman kijkt, zal het daar juist lang uithouden.’

Door concentratie op de interesses van de bezoeker meent Van de Heyden meer diepgang te kunnen bieden. Bovendien heeft dit volgens hem het voordeel dat het instituut niet al te veel drammerigheid uitstraalt: ‘Zo verbeteren we aspecten die musea niet populair maken bij bepaalde bevolkingsgroepen.’ Het instituut verwacht jaarlijks dan ook zo’n 150.000 bezoekers – dat is net zoveel als het Amsterdamse Tropenmuseum.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.