Home Audiovisueel: Wilde jaren

Audiovisueel: Wilde jaren

  • Gepubliceerd op: 18 september 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Shirley Haasnoot
  • 4 minuten leestijd

WILDE JAREN: EEN EEUW JEUGDCULTUUR.

De serie start op donderdag 9 november om 23.20 op Nederland 1 en wordt herhaald vanaf zaterdag 11 november om 14.40

Toen Eric Harris (18) en Dylan Klebold (17) vorig jaar aan de Amerikaanse Columbine Highschool in Littleton twaalf medescholieren en een docent doodschoten en vervolgens zelfmoord pleegden, trokken verschillende christelijke groeperingen hun conclusies. Het was de invloed geweest van ‘het Beest’ Marilyn Manson, met zijn griezelige make up, gewelddadige geschreeuw en niet uitgevoerde aankondiging om tijdens zijn concert zelfmoord te plegen.
        Een ander ‘beest’, meer dan dertig jaar eerder, was de popzanger Dave Berry, vertegenwoordiger van de Engelse Beatgeneratie en bekend van de hit This Strange Effect (1965). Na een optreden in Nederland liet Berry zich in een kooi van circus Tony Boltini naar zijn hotel vervoeren, om zich te beschermen tegen de uitzinnige fans. Ook zijn verderfelijke invloed op de jeugd was een bron van zorg voor de oudere generaties.
        Volgens Geerle van der Wijk (1956) is er niets nieuws onder de zon. Met Tom ter Bogt (1956), docent Jeugdstudies aan de Universiteit Utrecht en auteur van One, two, three, four¼ Popmuziek, jeugdcultuur en stijl, maakte hij voor Teleac/NOT de achtdelige televisieserie Wilde Jaren, over jeugdculturen in de twintigste eeuw. Met popmuziek, hun beider passie, als rode draad. Ook OOR-redacteur Bert van de Kamp zat in de redactie van het programma.

Protest
Protest tegen ouders, de burgerlijke maatschappij, de wereld van de volwassenen. Dat was jazz in de jaren twintig, rock-‘n-roll in de jaren vijftig en hiphop in de jaren tachtig. Aan de hand van interviews, archiefbeelden en veel muziekfragmenten laten de programmamakers van Wilde Jarenchronologisch zien hoe muziek in de afgelopen eeuw een uiting was van
de jongerencultuur.
        Het eerste, inleidende deel ‘De voorlopers: jeugdbewegingen’ behandelt de jeugdbewegingen Wandervogel uit Duitsland, de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en Rooms-Katholieke meisjesvereniging De Graal. De echte popmuziek barstte pas los in de jaren twintig. Dat zien we in deel twee, ‘Het dansprobleem der rijpende jeugd: jazz’, dat over de opkomst van de jazz en de charleston gaat. In iedere aflevering komen drie of vier mensen aan het woord, waarbij de programmamakers hebben geprobeerd een evenwicht te vinden tussen inmiddels niet meer zulke jonge mensen uit de verschillende jeugdculturen en ‘deskundigen’, voornamelijk uit de universitaire wereld.
        Zo komt Marjolein Kuysten aan het woord in aflevering vijf, ‘Muziek als kritiek: psychedelica’, waarin zij uitgebreid vertelt over popweekblad Hitweek, waarvoor ze eind jaren zestig schreef. Pieter Jan Mol, historicus aan de Universiteit Nijmegen, gaat in op de hippiebeweging en heeft het over de eerste grote popfestivals, zoals het Holland Popfestival in Kralingen (1970), het Monterey Festival in Californië (1967) en het Altamont Festival,
ook in Californië (1969). Voor dat festival waren Hells Angels ingehuurd om het opdringerige publiek bij het podium weg te houden. Zij gingen de toeschouwers met biljartkeus te lijf waarbij uiteindelijk de jonge zwarte man Meredith Hunter werd doodgestoken.

Gabber
Vrijwel alle jeugdculturen vinden hun oorsprong in het buitenland. Tot de jaren zestig was de invloed van Amerika groot. De Indo-Rockers zoals de Black Dynamites en de Crazy Rockers, waren de eersten die in Nederland Amerikaanse liedjes ‘coverden’, wat insloeg als een bom. Van der Wijk noemt ze zelfs ‘grondleggers van de Nederlandse popmuziek’. Met de Beatles die rond 1962 de Europese Beat introduceerden, nam Engeland de rol van toonaangevend rockland over van Amerika.
        De enige jeugdcultuur van eigen bodem, Gabber, wordt in de laatste aflevering behandeld. Deze sterk afwijkende variant van de Amerikaanse housecultuur ontstond in Rotterdam. Gabbers ontwikkelden een eigen stijl en cultuur, met Australische trainingspakken en gemillimeterd haar. ‘Hardcore House’ kenmerkt zich door een enorm aantal beats per minuut, soms tot 180 per minuut. ‘Een proletarische variant van house’, noemt Van Der Wijk het.
        En tenslotte komt de strijd van Tipper Gore aan bod. De echtgenote van toenmalig senator Al Gore was bij het uitkomen van de LP Purple Rain van Prince in 1984 zo geschokt door de tekst van het liedje Darling Nikki, dat zij met een stel vriendinnen, echtgenotes van invloedrijke mannen, het Parents Music Resource Center oprichtte. Dat leidde tot de huidige plakkerij in Amerika van waarschuwingsstickers op cd’s en cassettes. Om de tere zielen van de jeugd te beschermen.
        Van der Wijk: ‘Wij zeggen steeds: Het gaat zo verkeerd met de jeugd. Maar het beeld van een feestende en slikkende generatie is zeer overtrokken. Als je recente foto’s van Dance Valley vergelijkt met foto’s van de Arbeiders Jeugdcentrale AJC, dansend op de Paasheuvel, is er echt niet zo veel veranderd.’
        Nog steeds is Van der Wijk een fervent bezoeker van popconcerten. Hij houdt
van Underworld tot Peter Gabriel, van de Beach Boys tot Bob Dylan en de Beatles. Met hiphop heeft hij nog de minste affiniteit. En inderdaad is hij ook wel eens naar dansfeesten geweest in Paradiso en De Melkweg. En naar festivals als Pinkpop en Torhout. Volgens Van der Wijk wordt je muzieksmaak tussen je zestiende en zesentwintigste gevormd. Niet voor niets gaat hij in september naar een concert van Steely Dan. Die heeft na twintig jaar weer een nieuwe CD gemaakt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.