Het Nederlandse gouvernement in Indië creëerde bewust een soort apartheid tussen de Chinezen en de rest van de koloniale samenleving. De Chinese gemeenschap werkte hier vrijwillig aan mee. Dit contrasteerde met de assimilatie van Chinese immigranten in overige delen van Zuidoost-Azië. Chen Menghong concludeert dit in haar proefschrift De Chinese gemeenschap van Batavia, 1843-1865.
Enkele maanden na de komst van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen naar Batavia in 1619 wees hij een Chinese koopman aan die de groeiende immigrantengroep moest leiden. ‘Kapitein’ Souw Beng Kong (Bencon) en zijn opvolgers behartigden de belangen van de eigen gemeenschap en functioneerden als intermediair tussen de Chinezen en het koloniale bewind.
Na een spontane opstand in 1740, die uitmondde in een bloedbad onder de Chinezen, werd verdergaande autonomie van de Chinese bevolkingsgroep urgent. De kapiteins richtten in Batavia, Semarang en Soerabaja Chinese Raden op, de Kong Koan, die een grote mate van administratieve zelfstandigheid genoten. De hogere rang van Majoor der Chinezen werd in het leven geroepen. De Majoor en de Kong Koan regelden onder meer huwelijken, scheidingen en onderwijs, en bemiddelden bij onderlinge geschillen. Ook adviseerden ze de Nederlandse overheid over kwesties aangaande de Chinese gemeenschap en leverden ze tolken.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De Kong Koan keek voor haar handelwijze naar de wetgeving en traditionele moraal van China. Zo werden de eigen levensstijl, moraal, taal en opvoeding in stand gehouden. Dit stond aanpassing van de Chinezen aan de Indische samenleving in de weg.
De segregatie heeft de Chinese immigranten geen goed gedaan. Tot op de dag van vandaag fungeren ze in economisch barre tijden als bliksemafleider voor frustratie, angst en afgunst van de Indonesische bevolking. Brandstichting en geweld, soms met de dood tot gevolg, zijn niet uitzonderlijk. De laatste jaren is er enige verbetering. Zo mogen de Chinezen weer in het openbaar hun Nieuwjaar vieren.
Chen Menghong
De Chinese gemeenschap van Batavia, 1843-1865. Een onderzoek naar het Kong Koan-archief
199 p. Uitgegeven in eigen beheer.