Home Annegreet van Bergen: het ontstaan van klussen

Annegreet van Bergen: het ontstaan van klussen

  • Gepubliceerd op: 19 oktober 2015
  • Laatste update 12 apr 2023
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
  • 5 minuten leestijd
Annegreet van Bergen: het ontstaan van klussen

Zagen, schroeven en boren is dankzij elektrisch gereedschap een fluitje van een cent. Toch zag niet iedereen meteen het nut ervan in, ontdekte Annegreet van Bergen. ‘Je kon toch ook met de hand een gaatje boren?’

Mannen hebben een schuurtje met gereedschap. Tenminste, de mannen die ik ken. Bij mijn vader hing boven zijn werkbank een – uiteraard zelfgemaakt – houten kastje waarin hij zijn gereedschap opborg. Veel was het niet. Zijn hamers (hij had er twee) kan ik bij wijze van spreken nu nog uittekenen. Net als zijn beide nijptangen en zijn twee schroevendraaiers. Er hingen ook een paar beitels, plamuurmessen en steeksleutels in. Daarnaast had hij een handboormachine met een aantal boren. Dat was alles. Ja, hij had ook nog een zaag en een bijl, en die hingen aan haakjes naast de werkbank.

Hoe anders ziet de schuur van mijn man eruit. Op een enorme houten plaat boven zijn werkbank hangt een imposante verzameling hamers, tangen, schroevendraaiers, beitels et cetera. P. heeft gereedschap in zoveel soorten en maten dat ik, anders dan bij mijn vader, zijn spullen nooit zou herkennen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Maar het grootste verschil met het schuurtje uit mijn kindertijd is zijn elektrische gereedschap. Ik zwijg over P.’s geavanceerde zaagmachine. Bij de elektrische schuurmachine merk ik slechts op dat die een timmerman onnoemelijk veel werk uit handen neemt als je het vergelijkt met de met schuurpapier omwikkelde blokjes waarmee mijn vader met vinnige armbewegingen houten oppervlakken moest gladschuren.

Voor particulieren werd het te duur om een timmerman in te huren

Mij intrigeert het meest de elektrische boormachine. Die heeft mijn vader ook wel gehad, maar dat was er eentje met een snoer eraan. De latere oplaadbare, snoerloze elektrische boor is aan zijn neus voorbijgegaan. Ook heb ik hem zijn boormachine nooit als schroevendraaier zien gebruiken. Wanneer hij iets wilde vastschroeven, moest hij met kloeke polsbewegingen zijn schroevendraaier ronddraaien. Een enorme inspanning en tijdrovende klus in vergelijking met het rits, rats, roetsj waarmee P. tegenwoordig in no time hele rijen schroeven in of uit het hout draait.

Een kleine eeuw geleden, om precies te zijn in 1918, brachten S. Duncan Black en Alonzo G. Decker de eerste elektrische boor op de markt. De twee waren metaalbewerker en werkten in een fabriek waar onderdelen voor telegraaftoestellen werden gemaakt. In 1910 begonnen ze voor zichzelf.

Aanvankelijk leidde hun fabriekje in Baltimore een nogal kwakkelend bestaan. Dat veranderde toen Black & Decker boormachines ging maken. Binnen een paar jaar haalde het bedrijf een miljoenenomzet en werden er tot in Europa, Japan en Australië elektrische boren verkocht. Toch heeft het nog lang geduurd voordat elektrisch gereedschap in de Nederlandse bouw gemeengoed was. Gerrit Poelert (1937) was timmerman en later werkvoorbereider. Over zijn eerste timmermansjaren zegt hij: ‘Elektrische apparatuur had in de werkplaats een zeker nut, want daar hingen stopcontacten boven de werkstukken. Maar bij een klant thuis was het veel te veel gedoe om eerst een snoer uit te rollen en een stopcontact te zoeken, en dan een paar gaatjes te boren. Dat deed je net zo gemakkelijk met een handboor.’

Poelerts baas stond in elk geval niet vooraan. Elke tijd heeft zijn nieuwigheden waaraan mensen moeten wennen. Die baas zelf had bijvoorbeeld nog meegemaakt dat timmerlui argwanend stonden tegenover ronde, gladde fabrieksspijkers. Zouden die niet loslaten? Een timmerman vond dat spijkers door een smid gemaakt moesten worden. Dan waren ze vierkant en ruw van de hamerslagen, en boden ze houvast.

Timmerlui vreesden dat de gladde fabrieksspijkers zouden loslaten

‘In de jaren vijftig was materiaal duurder dan het uurloon. In die tijd was het dus ook niet erg dat boren met de hand veel tijd kostte,’ verklaart Poelert de aanvankelijke aarzeling van zijn baas om elektrisch gereedschap aan te schaffen. Maar wie geregeld met een elektrische boor had gewerkt, raakte erdoor verwend. Bovendien steeg, met het rijker worden van Nederland, het arbeidsloon van de timmerman gedurig. Dat maakte het voor aannemers steeds interessanter om in arbeidsbesparend materieel te investeren.

De loonexplosie uit de jaren zestig had nog een ander effect. Voor particulieren werd het te duur om een timmerman in te huren voor alle klusjes in en om het huis. En zo werd de doe-het-zelver geboren uit een huwelijk van enerzijds hoge arbeidskosten en anderzijds steeds betaalbaardere apparatuur. Gamma, Praxis, Karwei en alle andere doe-het-zelfzaken zijn nieuwigheden van de laatste halve eeuw.

Ik kijk er mijn ogen uit en zie er allerlei elektrisch gereedschap, waarvan mijn vader niet had durven dromen, voor een paar tientjes of hooguit honderd euro. Voor dat bedrag kun je nog geen halve dag een timmerman inhuren. Het is dus niet zo raar dat de schuurtjes steeds voller worden.

Annegreet van Bergen is econoom en journalist. Ze schreef het boek Gouden jaren, over de naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. In deze rubriek beschrijft ze voorwerpen die tot grote vernieuwingen met zich meebrachten.