Nu kernenergie weer op de politieke agenda staat, laait ook de discussie over de risico’s op. Volgens historicus Christ Klep hebben burgers een irrationele perceptie van gevaar.
Mark Rutte stelde in maart 2021 voor om een kerncentrale te bouwen in de Eemshaven. De VVD-lijsttrekker slikte het plannetje snel weer in, tot opluchting van veel Groningers en de regering van de Duitse deelstaat Nedersaksen. Die vond zo’n nieuwe kerncentrale dicht bij de grens een akelig idee.
Het is een goed voorbeeld van een irrationele risicoperceptie, legt Klep uit. ‘De gevolgen van een kernramp zouden sowieso grensoverschrijdend zijn, waar in Nederland je zo’n centrale ook neerzet. Het is dan ook een broodje-aapverhaal dat kerncentrales altijd dicht bij landsgrenzen worden gebouwd om de risico’s te spreiden. Bij het kiezen van locaties wordt gekeken naar de aanwezigheid van geschikt oppervlaktewater en elektrische infrastructuur.’
Omdat straling onzichtbaar is, boezemt kernenergie veel angst in. Niemand wil een centrale in zijn achtertuin. Maar als die er toch komt, blijken de omwonenden in de praktijk zelden te verhuizen. Klep: ‘Na de ramp met de reactor van Three Miles Island in 1979 is de bevolkingsdichtheid van de omgeving alleen maar toegenomen. Mensen compenseren hun angst door tegen zichzelf te zeggen dat hun niets zal overkomen. Dat is evengoed irrationeel. Hun risicoperceptie verandert ook drastisch als de overheid zorgt voor extra veiligheidsmaatregelen, geld of banen.’