Home ‘Alles beweegt en verandert er’

‘Alles beweegt en verandert er’

  • Gepubliceerd op: 18 november 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
‘Alles beweegt en verandert er’

De Wadden zijn nu een geliefd recreatiegebied, maar veel langer zag men ze als een onherbergzaam oord waar je overgeleverd was aan de wil van de natuur. In De Wadden. Een geschiedenis laat OVT-presentator en neerlandicus Mathijs Deen het gebied en zijn bewoners zien vanaf het ontstaan – meer dan tienduizend jaar geleden – tot het hedendaags toerisme. Hij vertelt de verhalen van oerossen, Romeinen, Vikingen, walvisvaarders, piraten, Friezen en bezetters, maar bovenal probeert hij antwoord te geven op de vraag: wat doen de Wadden met ons? ‘Op het vasteland ligt het leven langs de liniaal.’ 

door Thijs Slegt

U schrijft dat de Wadden herinneringen aan uw jeugd en uw leven bij u oproepen en dat dit boek daaruit is geboren, uit ‘die bal van geluk en verlies’. Hoe bedoelt u dat precies?
‘Een eiland is overzichtelijk. Elke keer als je er terugkomt herken je alles, je weet nog precies hoe het voelt om dat duin op te klimmen, maar je ziet ook de dingen die veranderd zijn op het eiland en in je leven. Het raakt beladen met herinneringen. Mijn vader en mijn grootouders zijn er niet meer, maar ik voel hun aanwezigheid nog op Vlieland.’

‘Het is een plek van mooie herinneringen, maar ik word er ook geconfronteerd met dingen die er niet meer zijn. Dat is die bal van geluk en verlies. Het is een bron van fascinatie geweest voor mij. Het is dan ook een persoonlijk boek geworden en eerder een literaire dan een historische onderneming.’  

Uw vader – ‘een gesloten man die zijn eigen en andermans emoties niet goed kon’ – maakte zijn eerste en enige huppeltje toen hij een week op Vlieland was. Wat deed het eiland met hem?
‘We liepen het bos uit en mijn vader werd geconfronteerd met de wijdte van het duinlandschap. De ongetemde natuur is alomtegenwoordig op de Wadden en heeft het leven door de eeuwen heen sterk bepaald. Je leeft er met de elementen en in een veranderend landschap. Soms moest een compleet dorp verschoven worden om het niet in zee te laten verdwijnen. Dat relativeert mensen, ze worden klein tegenover  die enorme natuur.’

‘Op het vasteland ligt het leven langs de liniaal,  de snelste route van A naar B is een rechte lijn. Op de Wadden geldt dat niet. De boot vaart niet recht op het eiland af, hij kronkelt er heen. Alles beweegt en verandert. Zodra je de dijk over bent laat je je alledaagse verplichtingen en verantwoordelijkheden achter, niks functioneert meer zoals je verwacht, je bent even buutvrij. Mijn vader, voor wie zijn verantwoordelijkheden heel zwaar vielen, heeft dat denk ik ook gevoeld. Dat gaf hem dat huppeltje.’

De Wadden werden altijd gezien als een nare plek, juist vanwege die grillige natuur. Tegenwoordig associëren we het gebied met vakantie en recreatie. Wanneer is dat beeld omgeslagen?
‘Zoals Dick van der Meulen zegt in Het bedwongen bos: “Wij houden van de natuur door de negentiende eeuw”.  In die tijd gingen botanici en plantkundigen op de Wadden op zoek naar wat Nederland tijdens de industrialisatie was kwijtgeraakt. Volgens Frederik Willem van Eeden, de vader van schrijver Frederik van Eeden, was de ware identiteit van Nederland nog aanwezig op de eilanden. Hij zag een wereld die op het vasteland verloren was. Dat romantische beeld van de Wadden heerst bij veel mensen nog steeds.’

‘Het heeft ook te maken met het idee dat een verblijf aan zee heilzaam is. De arts Richard Russel schreef in 1750 een proefschrift over zeewater. Het zou goed zijn tegen jicht, astma, geslachtziektes en zelfs zeeziekte. Volgens hem moesten matrozen een kwart glas per dag drinken. Voor die tijd was de zee alleen een gevaarlijke plek waar je handel kon drijven.’

‘In de ons omringende landen ontstond al snel een strikt gereglementeerde badcultuur. Onder toezicht van een arts mocht je de zee betreden. De ouderwetse, negatieve kijk op de zee was erg hardnekkig op de Wadden. Pas eind negentiende- begin twintigste eeuw kwam het strandtoerisme op gang. Het was dan ook geen toeval dat ons eerste bezoek aan Vlieland op aanraden van de dokter was.’

Hoe zijn de eilanders beïnvloed door hun isolement en de omgeving?
‘Voor de grote stormvloeden in de twaalfde en dertiende eeuw kon je naar de eilanden lopen. De bewoners van de eilanden en de Friese terpen dreven handel en ze trouwden met elkaar. Na de stormvloeden legden de inwoners van het vasteland dijken aan om de vijandige zee te weren, maar ze sloten gelijk de eilanden en hun bewoners buiten. Op de eilanden kon je geen dijken aanleggen, men moest er leven met de natuur en voortdurende verandering. Ik vermoed dat de culturen daardoor uit elkaar groeiden en er een mentaliteitsverschil ontstond.’

‘Op het vasteland woonden de mensen met hun rug naar de dijk en de zee, de blik was naar binnen gericht. De zeevarenden van de eilanden keken naar buiten, ze kwamen in andere streken en waren lang van huis. Hun vrouwen bleven op het eiland. Ze runden zelfstandig het huishouden, waren de baas over het geld, maar ze reisden ook veel. Ze gingen vaak met hun man mee naar steden als Hamburg en Amsterdam, waar de rederijen lagen.’

‘De eilanden werden ook een wijkplaats voor mensen die wilden vluchten van het leven op het vasteland. Sommige eilanders vertrokken juist naar het vasteland omdat ze niet konden aarden. Zo filterde het zich vanzelf uit. Eilander zijn is een mentaliteit, geen geboorterecht.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.