Home ‘Algerijnse wielerclubs waren in de koloniale tijd broeinesten van nationalisme’

‘Algerijnse wielerclubs waren in de koloniale tijd broeinesten van nationalisme’

  • Gepubliceerd op: 5 juli 2019
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wiebe de Jong
‘Algerijnse wielerclubs waren in de koloniale tijd broeinesten van nationalisme’

Aankomende zaterdag barst in Frankrijk het Tourcircus weer los. Voor Niek Pas, historicus aan de Universiteit van Amsterdam en koersliefhebber pur sang, een moment om naar uit te kijken. Sinds een aantal jaar doet hij onderzoek naar sport en kolonialisme in Algerije. Als gast in de volgauto van de wielerkaravaan bracht het hem tot in het hart van de Ronde van Algerije. ‘Door de Algerijnse wielersport te bestuderen, leer je de koloniale geschiedenis van het land kennen.’

Hoe is uw fascinatie voor het Algerijnse wielrennen ontstaan?
‘Toen ik in Utrecht woonde, ontdekte ik de omgeving van de Heuvelrug en ging ik toertochten doen. Dat amicale dat je met vrienden op de fiets hebt, dat vind je bijvoorbeeld niet bij voetbal. Tegelijkertijd werd ik door Franse contacten, ik heb twee jaar in Parijs gestudeerd,  geattendeerd op de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd rond de jaren 50. In 2007 schreef ik daar een boek over. Op een bepaald moment was ik flabbergasted toen ik opeens bijvangst had. Op internet kwam ik een kaart tegen van de eerste editie van de Ronde van Algerije in 1949. Voorheen keek ik met een politieke bril naar Algerije – naar onderdrukking, naar verzet – en dit was sport. Een wielerronde van drie weken in die tijd, dat betekent dat er een infrastructuur was. Niet alleen qua wegen, maar ook op het gebied van opleiding en organisatie. De wielersport kon zich blijkbaar ontwikkelen, ondanks de onafhankelijkheidsperikelen.’
 

De tekst loopt door onder de afbeelding.


Niek Pas in Algiers.

En voordat u het wist bevond u zich in het koersgeweld van de Ronde van Algerije… ‘In 2013 werd ik door de organisatie van de Ronde van Algerije uitgenodigd om in de karavaan plaats te nemen. Ik zat in de auto bij een ploegleider uit de voormalige DDR die in het socialistische Algerije van de jaren 70 gefietst had. Naast hem zat de sponsor van de Trui van de Rode Halve Maan. Dat was een goudmijn voor mijn onderzoek, want de journalisten, ploegleiders en sponsors zaten vol met verhalen over de Ronde tijdens en na de koloniale tijd. Waar ik in de archieven van het Instituut voor Sociale Geschiedenis een paar weken voor nodig had, deed ik daar in een paar dagen.’

Wanneer werd de wielersport populair in Algerije?
‘Het wielrennen is in eerste instantie door een groep Britten geïntroduceerd en vervolgens door de Franse kolonisten verder verspreid. In de jaren 80 van de negentiende eeuw waren zowel de kolonisten als Algerijnen helemaal idolaat van sport. Er was destijds een fascinatie met fitheid om jongere generaties te prepareren voor nieuwe oorlogen. Voor de Fransen was dat het conflict met Duitsland, la révanche. De Frans-Algerijnse jongeren die rond 1912-1913 in Algerije vrijwillig in dienst gingen, kwamen voor een groot deel uit sportclubs. Dat waren netwerken waarin patriottisme en een fitheidscultuur werden gecultiveerd. Vanaf 1914 zie je dat al die clubs leeglopen op de fronten.’

‘De wielersport werd daarnaast zo populair, omdat de techniek van de fiets symbool stond voor vooruitgang en moderniteit. Het was ook de tijd dat de amateurfotografie opkwam waarin een soortgelijke fascinatie voor techniek was. Je ziet dan ook dat wielerclubs in Algerije tegelijkertijd fotografieclubs waren. Later ben ik erachter gekomen dat deze combinatie een heel krachtig middel voor de Franse kolonisten was om Algerije cultureel toe te eigenen.’  

Dit moet u verduidelijken.
‘Met de fiets kan je het land in. Heel letterlijk. Dit gebied is van mij, ik fiets hier. Het is een manier om het kolonialisme nog eens over te doen. Er is een parallel met de personalisering van de fotografie dankzij de uitvinding van de kodakcamera. Die kon je zo meenemen. Een foto maken van het Algerijnse landschap tijdens een wielertocht is ook een manier om het land symbolisch toe te eigenen.’

Welke rol speelde de wielersport in de strijd van de Algerijnen om onafhankelijkheid? ‘In het interbellum ontstaan steeds sterkere Algerijns-nationalistische bewegingen die zich proberen af te zetten tegen de Franse kolonisator. Politieke partijen worden constant verboden en wat je dus ziet, is dat de antikoloniale sentimenten zich verplaatsen naar sportverenigingen. Er werden bijvoorbeeld Algerijnse of islamitische wielerverenigingen opgezet waar werd gezongen en naar vurige toespraken werd geluisterd. Dat waren broeinesten van nationalisme.’

‘Toch is er ook altijd een soort vermenging blijven bestaan tussen Franse en Algerijnse renners. Zo heeft er in 1950 nog een Frans-Algerijnse wielerploeg meegedaan aan de Tour de France. Dat is aan het einde van het koloniale tijdperk, maar ook daarna blijft de Algerijnse wielercultuur bestaan. De nationale wielersport wordt dan geïncorporeerd in het nieuwe, socialistische Algerije. Het krijgt toenadering tot het Oostblok, waardoor de Ronde van Algerije vaste prik wordt op de socialistische wielerkalender. Vanaf de jaren 60 tot aan de val van de Muur bestaat het podium in wielerwedstrijden in Algerije steevast uit door Polen, Oost-Duitsers en Russen. Het tragische van het Algerijnse wielrennen is dat in de koloniale tijd Algerijnen altijd minder waren dan de Coppi’s en Bartali’s en na 1962 zijn ze de mindere van renners uit het Oostblok.’

In de jaren 50 en de jaren 90 is de Ronde niet gereden. En ook dit jaar niet.
‘Op het moment dat er binnenlandse spanningen zijn, verdwijnt de wielersport. Voetballen kun je overal, maar om te fietsen moet je het land in. Een voormalig wielrenner vertelde mij dat tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in de jaren 50, hij gedurende trainingen altijd twee handgranaten opborg in de achterzak van zijn wielershirt. Ik heb ook verhalen gehoord van Algerijnen die letterlijk van de fiets zijn geschoten. Een ander tragisch relaas is dat de Algerijnen uit de Frans-Algerijnse Tourploeg later door de Fransen zijn vermoord. Dat gebeurde overigens ook andersom.  Een van de Franse Touretappewinnaars uit dat jaar is later door het antikoloniale Front de Libération Nationale FLN vermoord. Dit jaar is er natuurlijk ook een hoop gedoe in Algerije, vandaar dat de Ronde niet gereden is.’

Terwijl sinds 2000, na tien jaar afwezigheid, de Ronde wel weer werd georganiseerd. ‘Dat komt doordat Algerije dan liberaliseert en afscheid neemt van het socialistische model. De Ronde van Algerije wordt sindsdien georganiseerd door een commercieel evenementenbureau, in samenwerking met de nationale bond. Oliemaatschappij Zonatrak, de Algerijnse variant van Gazprom, is de grote geldschieter. Die heeft zelfs een eigen wielerploeg rondrijden.’  

‘Toch vind ik het nog heel huiveringwekkend om te merken dat je, zodra je 50 kilometer buiten Algiers bent, op de toppen van het middelgebergte nog steeds militaire posten ziet. Daar gaat geen week voorbij of er worden terroristische cellen opgerold, militairen gedood of wapenopslagplaatsen gevonden. Ik kan me herinneren dat ik in 2013 in die karavaan zat en dat ik dacht: hier stap ik zonder karavaan niet zomaar op zondagmiddag even op mijn fiets. Dat laat je wel uit je hoofd.’

Hoe kijkt u naar de huidige situatie in Algerije? In april gingen tienduizenden Algerijnen de straat om president Bouteflika na twintig jaar af te zetten. Kan Algerije een nieuw Egypte of Libië worden?
‘Wat ik heel verbazingwekkend vind, is dat de revolutie zo vredelievend is verlopen. Er is geen geweld opgetreden, terwijl Algerije juist een cultuur van geweld heeft. Ik verwacht niet dat Algerije de kant op zal gaan van Egypte. Er is namelijk geen moslimbroederschap die de macht over kan nemen. Algerijnen hebben hun lesje geleerd van de geweldsexplosies van de jaren negentig.  Een situatie zoals in Libië kan Europa zich sowieso niet veroorloven. De vluchtelingenstroom die ontstond na de crisis in Libië konden we nog aan, maar Algerije heeft veertig miljoen inwoners. Bovendien is Algerije, via Frankrijk, te veel met de onderbuik van Europa verbonden. Dat kan Europa niet aan.’

Bestel hier het boek van Niek Pas over sport en postkolonialisme. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.