Home COLUMN: Maarten van Rossem

COLUMN: Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 23 okt 2012
  • Update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

Op 1 oktober overleed de Engelse historicus Eric Hobsbawm. Hij groeide onder andere op in Wenen en Berlijn. In die laatste stad maakte hij in de vroege jaren dertig de opkomst van Hitler van nabij mee. In 1933 vertrok hij naar Engeland.

Bij zijn dood werd hij door zijn collega’s gevierd als de grootste historicus van zijn generatie. Of hij dat ook was, durf ik niet te zeggen. Het lijkt mij een nogal betekenisloze kwalificatie. Hobsbawm was echter zonder meer een originele historicus en een meester van de geschiedschrijving op grote schaal, en dat laatste is iets wat maar weinig historici kunnen zeggen.

Zijn roem is bovenal gebaseerd op vier boeken waarin hij de ‘lange negentiende eeuw’ en de ‘korte twintigste eeuw’ de maat neemt: The Age of Revolution, 1789-1848; The Age of Capital, 1848-1875; The Age of Empire, 1875-1914 en ten slotte The Age of Extremes, 1914-1991. Die termen ‘lange negentiende eeuw’ en ‘korte twintigste eeuw’ waren vondsten van Hobsbawm.

Ondanks alle loftuitingen bleef er ook in de necrologieën een schaduw hangen over Hobsbawms carrière. Hij werd in de vroege jaren dertig marxist en communist, en is dat zijn hele lange leven gebleven, ook na de Sovjetinval in Hongarije in 1956 en zelfs na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Tussen 1936 en 1956 heeft hij geen woord van kritiek op de SU laten horen.

In 1956 en daarna heeft hij het vaderland van de revolutie wel scherp bekritiseerd en in later jaren ontwikkelde hij zich tot een uitgesproken revisionistische marxist. Maar hij bleef, tegen de stroom in, marxist. De vraag is waarom dat het geval was.

Was het zijn eigen geschiedenis? Waren het die paar zenuwslopende jaren in Berlijn in de vroege jaren dertig, toen een impressionabele puber gemakkelijk de indruk kon krijgen dat alleen het communisme het nationaal-socialisme zou kunnen stoppen? Was het een wanhopig vasthouden aan een bezielend idee – het idee dat een revolutie mogelijk moest zijn, dat de mens ooit bevrijd zou worden?

Of was het gewoon eigenwijsheid in die lange decennia vol van irritant geschetter over het Vrije Westen, dat beduidend minder vrij was dan de Koude Oorlog-intellectuelen elkaar toen wijsmaakten? Was het wellicht een geheime liefde voor een plaatsje in de marge, vanwaar altijd een kritisch standpunt mogelijk was?

In The Age of Extremes komen alle voor- en nadelen van Hobsbawms afwijkende ideologische positie prominent naar voren. Hij noemt Lenin een genie en stelt dat de Russische Revolutie voor het Russische volk de beste oplossing was. Dat lijkt mij zeer twijfelachtig. Als het Russische volk de gelegenheid had gekregen zich democratisch uit te spreken zou het niet voor Lenin c.s. hebben gekozen, en daar zou het groot gelijk in hebben gehad. De bolsjewieken waren gewetenloze geestdrijvers en moordenaars.

Vervolgens maakt Hobsbawm echter een punt waar je moeilijk omheen kunt. Het zijn de bolsjewieken die de Sovjet-Unie ten koste van enorme offers hebben geïndustrialiseerd en alleen daardoor kon het land tussen 1941 en 1945 de Duitse Wehrmacht verslaan. Het Rode Leger heeft de Tweede Wereldoorlog gewonnen, een jaar voordat de westelijke geallieerden in Normandië landden. Zonder de Weltanschauungskrieg in het oosten zouden de geallieerden Hitler niet hebben kunnen verslaan.

Hobsbawm noemt vervolgens het bondgenootschap van de Verenigde Staten, Engeland en de Sovjet-Unie een ‘verlichtingscoalitie’, en dat klinkt dan weer mooier dan de werkelijkheid was. Dat het communisme het grote voorbeeld zou zijn geweest bij de sociale hervorming van het kapitalisme na de oorlog, zoals Hobsbawm stelt, lijkt mij onzin.

Daar staat dan weer tegenover dat zijn koele, kritische afstandelijkheid bij de Koude Oorlog mij altijd veel goeddeed. Hij vergeleek het neoliberale kapitalisme al in 1994 met een op hol geslagen locomotief, en dat toont eveneens de voordelen van een excentrisch standpunt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Cambodjaanse soldaat vecht aan de grens met Thailand
Cambodjaanse soldaat vecht aan de grens met Thailand
Interview

Geweld tussen Thailand en Cambodja laait steeds op door historische wraakgevoelens

Thailand en Cambodja beschieten elkaar al wekenlang aan de grens, met tientallen doden en een miljoen ontheemden tot gevolg. De landen ruziën over tempels, maar volgens historici zit er meer achter het conflict dan een paar territoriale claims. De huidige grens tussen Thailand en Cambodja werd bepaald aan het begin van de twintigste eeuw. Thailand,...

Lees meer
De Sabijnse maagdenroof, zeventiende-eeuws schilderij van Nicolas Poussin
De Sabijnse maagdenroof, zeventiende-eeuws schilderij van Nicolas Poussin
Interview

Epstein is niet uniek: machtige mannen komen al eeuwenlang weg met seksueel wangedrag

Amerika is in rep en roer door de deels vrijgegeven, maar grotendeels zwartgelakte Epstein-files. Seksueel misbruik door machtige mannen is een terugkerend historisch fenomeen, zegt historicus Marlisa den Hartog: ‘In de Renaissance gebeurde het ook, maar de maatschappelijke verontwaardiging is nu veel groter.’  Seksueel misbruik kwam in de Renaissance voor in alle lagen van de bevolking, maar mannen...

Lees meer
The stringer the man who took the photo poster
The stringer the man who took the photo poster
Recensie

Wie maakte de iconische Vietnamfoto van het ‘napalmmeisje’?

De foto van het rennende ‘napalmmeisje’ Kim Phuc in de Vietnamoorlog is een van de meest iconische oorlogsfoto’s. Fotograaf Nick Ut won er in 1973 de Pulitzerprijs mee, maar de Netflix-documentaire The Stringer betwist dat hij de maker van de foto is. Het begon drie jaar geleden met een onwaarschijnlijk telefoontje van Carl Robinson, ex-fotoredacteur...

Lees meer
Beatrice de Graaf portret
Beatrice de Graaf portret
Column

Nu de Amerikanen Europa in de steek laten, vraagt Beatrice de Graaf zich af ‘wanneer de pleuris uitbreekt’

‘De Verenigde Staten kunnen hun veiligheidsbehoefte niet handhaven – zelfs niet met enorme kosteninspanningen – zonder de steun van de bondgenoten.’ De kracht van de trans-Atlantische coalitie hangt af van ‘de aanhoudende kracht en wil van de VS om als leider op te treden’ en de instemming ‘van de coalitiepartners om een passend deel van...

Lees meer
Loginmenu afsluiten