Home De geschiedenis van de Derde Wereldoorlog

De geschiedenis van de Derde Wereldoorlog

  • Gepubliceerd op: 22 oktober 2001
  • Laatste update 01 mrt 2024
  • Auteur:
    Judith Amsenga en Hasan Evrengun
  • 16 minuten leestijd
Proeven met atoombommen.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Waarom nu?

Poetin dreigt in zijn jaarlijkse toespraak voor het Russische parlement met een kernoorlog.

Sinds de uitvinding van de atoomwapens wordt de angst voor een Derde Wereldoorlog regelmatig nieuw leven ingeblazen. Wetenschappers, politici en filmmakers speculeren al decennialang over de volgende wereldbrand. Over gekke generaals, insectenplagen en ingeblikte sperziebonen.

De Tweede Wereldoorlog is nog niet voorbij, of er begint zich een nieuw wereldwijd conflict af te tekenen. Na de ondergang van nazi-Duitsland is het gedaan met de vriendschap tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Al in 1946 wordt de sfeer grimmig en in 1948 spreekt minister-president Drees over de ‘waarlijk tragische toestand, dat iets meer dan drie jaar na het einde van de vreselijke Tweede Wereldoorlog een beangstigde wereld zich afvraagt, of een derde weer te wachten is’. De Koude Oorlog blijft voorlopig koud, maar veel mensen vragen zich bezorgd af hoelang dat zal duren. Of, zoals een tijdgenoot het verwoordt: ‘The whole point of talking about a cold war was to underline how easily it could become hot.’

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Tot in de jaren vijftig denkt men bij een Derde Wereldoorlog in eerste instantie aan massale grondtroepenbewegingen met straffe generaals. Het ultrageheime Dropshot, een derde-wereldoorlogscenario van de Amerikaanse overheid uit 1949, ziet atoomwapens niet als beslissende factor. Het vervoer met bommenwerpers is te omslachtig en traag om effectief te zijn. Het conflict met de Russen zal worden uitgevochten met een tankoorlog in Noord-Europa.​

Waterstofbom

Maar het duurt niet lang of atoomwapens spelen een prominente rol in de scenario’s voor een Derde Wereldoorlog, ook al zijn politici en militairen overdonderd door de kracht van het nieuwe wapen. Truman, de eerste, en voorlopig enige Amerikaanse president die atoombommen tegen burgers inzette, heeft bij het bombardement op Japan zelfs een van de bommenwerpers teruggeroepen. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen, zo zegt hij, nog eens honderdduizend mensen te doden.

Van de waterstofbom schrikken de wereldleiders nog meer. De eerste Amerikaanse proef, op 1 november 1952, vaagt het hele Ewinotok-atol in een gigantische explosie van de kaart. Kilometers verderop voelt de vuurbal nog alsof er een brandend fornuis is opengezet. President Eisenhower is met stomheid geslagen en sommige wetenschappers vinden dat ze nu echt te ver zijn gegaan.

De nieuwe bom verwoest niet alleen het doelwit, maar bedreigt ook de levens van mensen honderden kilometers verderop

Algauw bereiken de eerste, vage berichten over dit massavernietigingswapen het Amerikaanse thuisfront. Hoewel niemand de betekenis van nucleaire wapens nog echt kan bevatten, is de apocalyps wel erg dichtbij gekomen. Pers en publiek willen weten waar ze aan toe zijn. Schoorvoetend besluit de regering-Eisenhower de aanvankelijk hoogstgeheime film Operation IVY, een verslag van de explosie, aan het publiek te tonen. Op 2 april 1954 zien mensen in huiskamers over de hele wereld met verbijstering hoe het atol van de aardbodem verdwijnt. Aan de verwoestende effecten van atoombommen is men wel gewend – de beelden van Hiroshima en Nagasaki zijn bekend. Het verontrustende van deze nieuwe bom is dat hij niet alleen het doelwit verwoest, maar ook de levens van mensen honderden kilometers verderop bedreigt.

Een jaar later krijgen Europeanen de schrik van hun leven als de NAVO realistische wargames houdt: een voorproefje op minischaal van een Derde Wereldoorlog. Duitsland wordt gedurende twee dagen met 355 denkbeeldige nucleaire bommen bestookt. Journalisten worden in NAVO-vliegtuigen boven het gebied rondgevlogen. Geschokt horen zij de berichten over de voortschrijdende verwoesting beneden en de miljoenen doden die daarbij vallen. Maar de dreiging blijft niet beperkt tot het eigen continent. In 1957 wordt de Russische Spoetnik boven Amerikaans grondgebied gesignaleerd. De technologische inhaalslag van de Russen betekent dat nu ook het Amerikaanse continent bereikbaar is voor kernraketten. Dat leidt tot grote paniek in de Verenigde Staten.

Angst voor de Bom

De Bom, en vooral de angst voor de Bom, is niet meer weg te denken. Het gevoel wordt verbeeld in allerhande symboliek, zoals de ‘klok der doem’ op de omslagen van tijdschriften. Die staat in 1953, het jaar dat ook de Sovjet-Unie een waterstofbom heeft, op drie minuten voor twaalf. Ook literatuur en films gaan over het thema. Nevil Shutes zeer populaire boek On the Beach wordt in 1959 verfilmd. Het sombere verhaal, over de laatste mensen op aarde na een totale nucleaire oorlog, concentreert zich op gevonden en verloren liefdes en romantiek – wonderlijk dat het einde van een totaal verwoeste wereld zo kalm en waardig kan verlopen. Maar de film heeft een enorme uitwerking op het bioscooppubliek: van New York tot Sydney komen mensen geschokt en huilend de zaal uit. De Amerikaanse overheid is er niet blij mee: veel te demoraliserend.

De klok der doem staat op drie voor twaalf

De steeds grotere en onoverzichtelijker wapenwedloop versterkt de angst voor een nucleaire oorlog. Die wordt door de Amerikanen voorzien van een abstract, wetenschappelijk tintje. Wetenschappers in denktanks als de RAND (Research and Development) Corporation vormen theorieën over toekomstige oorlogen. Zo wordt de discussie over een kernoorlog afgeschermd van het grote publiek en gevoerd in termen als ‘strategische systeemtheorie’, First Strike of ‘escalatiedominantie’. Deze defensie-intellectuelen denken in megatonnen en megadoden. Hun abstracte benadering wordt versterkt door de invoering van nieuwe wapensystemen waarin de menselijke factor lijkt uitgebannen. De afstand tussen mens en machine, altijd al een thema voor rampscenario’s, is ook nu een vruchtbare voedingsbodem voor wilde speculaties.

Technische fout

Menigeen bekruipt het gevoel dat een technische fout of de impulsieve daad van een krankzinnige professor of generaal de hele wereld in het onheil kan storten. Films en boeken grjipen dit gegeven aan om tegen de nucleaire waanzin te protesteren. De film Fail Safe (1964) gaat over zo’n technische fout. Een kordon bommenwerpers bij Alaska krijgt vanwege een technische storing de opdracht Moskou te bombarderen. Terugroepen helpt niet: de piloten zijn getraind na het zogenoemde fail-safe-punt radiografische bevelen te negeren. De vijand zou immers de stem van de president kunnen imiteren. Moskou wordt verwoest. Om een Derde Wereldoorlog te voorkomen besluit de Amerikaanse president New York met zijn vijf miljoen inwoners te bombarderen.

Fail-safe is eind jaren vijftig een bestaande maatregel van de Amerikaanse defensie. Op verschillende momenten tijdens de Koude Oorlog blijkt dat een dergelijk scenario niet helemaal uit de lucht gegrepen is. Zo melden computers ergens in de jaren zestig met 99 procent zekerheid dat de Verenigde Staten worden aangevallen door Rusland. Het dreigende object boven de horizon van Noorwegen blijkt bij nadere inspectie de maan.

Defensie-intellectuelen denken alleen nog in megadoden

En dan is er uit hetzelfde jaar natuurlijk Stanley Kubricks klassieker Dr. Strangelove, Or How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb, waarin een doorgedraaide luchtmachtgeneraal zijn tactische bommenwerpers opdracht geeft Rusland te bombarderen: ‘I can no longer allow the international communist conspiracy to sap and impurify all of our precious bodily fluids.’ De Amerikaanse president moet zijn uiterste best doen om zijn Russische collega uit te leggen dat het hier om een vergissing gaat: Amerika wil Rusland helemaal niet vernietigen. Maar de Russen geven op hun beurt te kennen dat hun Doomsday Machine bij een aanval met atoombommen alle kernraketten zal lanceren – en de totale oorlog is daar. De Duitse wetenschapper dr. Strangelove maakt er het beste van door de president en de rest van Amerikaanse veiligheidsraad te wijzen op de overlevingskansen. De film bevat alle ingrediënten waar sceptici op wijzen: technisch falen, de gekke generaal en de kille wetenschapper.

Beeld uit de film Dr. Strangelove, Or How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb, 1964.
Beeld uit de film Dr. Strangelove, Or How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb, 1964.

Kakkerlakken

De nucleaire oorlog komt nog dichterbij door de eindeloze stroom artikelen, boeken en pamfletten over de effecten die zich tijdens en na een ontploffing manifesteren. De atoombom op Hiroshima, zo wist men, kon een provinciestad met de grond gelijkmaken, een waterstofbom een wereldstad. De lichtflits kan mensen verbranden en verblinden. Radioactieve straling veroorzaakt de dodelijke stralingsziekte en strekt zich kilometers ver uit. Een zeer gevaarlijk verschijnsel raakt bekend als fall-out: stof dat door de explosie is losgemaakt en in de ‘paddestoel’ radioactief is geworden. Het is reukloos, smaakloos, soms zelfs onzichtbaar, en kan nog dagen of weken na de explosie levensbedreigend zijn. Ook waarschuwen wetenschappers voor insectenplagen die alle leven, uitgezonderd kakkerlakken, uitroeien. In de jaren tachtig komt daar het gevaar bij van een nucleaire winter. Doordat bij een massale aanval met atoombommen alles in de verre omgeving verbrandt, kan de zon wel eens maanden verduisterd zijn.

Verscheidene landen richten in de jaren vijftig burgerbeschermingsbewegingen op. Die moeten de bevolking informeren en voorbereiden op een nucleaire oorlog. De organisaties nemen hun taak erg serieus. Ze delen boekjes over zelfredzaamheid uit en houden alarmoefeningen in steden. Een bekende strategie bij een plotselinge aanval is duck and cover: op scholen oefenen duizenden kinderen om snel onder hun bankjes te duiken en hun hoofden af te schermen. In sommige steden worden metalen plaatjes uitgedeeld die bij een aanval zouden helpen om mensen te identificeren. En uiteraard circuleren er boekjes over het bouwen van een goede schuilplaats – bijvoorbeeld onder een tafel die is beschermd met kisten vol boeken, zandzakken of betonnen bakken met afval.

I hated New York, I’m glad it’s dead

Als Kennedy de natie begin jaren zestig ernstig toespreekt over een mogelijke nieuwe wereldoorlog, is er weer paniek. De burgerbeschermingsorganisaties hebben het nog nooit zo druk gehad: wekenlang krijgen ze dagelijks zo’n zesduizend brieven. Maar de overheid is traag met de aanbouw van schuilkelders. Ondernemers ruiken winst. Zwembadaannemers weten opeens heel veel van het bouwen van schuilkelders in huis, en allerlei levensmiddelenfabrikanten beginnen lang houdbare overlevingspakketten in elkaar te zetten.

Gemuteerden

Ook particulieren leggen zich vanaf de jaren zestig toe op het schrijven van handboeken voor overleving na een nucleaire oorlog. De lezer krijgt informatie over het inrichten van een schuilplaats en instructies in morse, het lezen van kaarten en het bepalen van de windrichting. Hij leert over reanimatie en het toedienen van injecties. The Nuclear Survival Handbook uit 1981 bevat een hoofdstuk `Biologische gevaren’, met een gedetailleerde opsomming van de mogelijke ziektes die men tijdens en na een nucleaire aanval kan oplopen: botulisme, difterie, cholera, dysenterie, pest, tyfus, voedselvergiftiging, hondsdolheid en geelzucht. Nauwgezet beschrijft het boek het leven in een schuilkelder: stank, honger en vervuiling. Onder het kopje `Voedsel’ wordt gewaarschuwd voor vechtpartijen onder overlevenden over het laatste eten dat in de verlaten supermarkten te vinden is.

Misschien moet je je wel gelukkig prijzen als je meteen het hoekje omgaat

De naïeve maatregelen van de burgerbescherming zijn vanwege de toenemende hoeveelheid beangstigende informatie niet zelden onderwerp van spot. Het begint veel mensen te dagen dat het overleven van een nucleaire oorlog een hele opgave is. En dat je je misschien wel gelukkig moet prijzen als je meteen bij de eerste atoomexplosie het hoekje omgaat. Films als The War Game (1965), en later The Day After (1983) en Threads (1984) voeren die angst nog verder op. Weinig subtiel schetsen ze een beeld van het leven in een wereld na de Bom. Het zijn films die mensen vandaag de dag nog steeds koude rillingen bezorgen.

Toch laten niet alle scenario’s een nucleaire Derde Wereldoorlog met dood en verderf eindigen. In de jaren vijftig ontstaat een hausse aan films over overlevenden die als wildemannen een nieuw bestaan opbouwen. In de film Five uit 1951 is dat heel duidelijk. De hoofdrolspeler en zijn liefje zijn eigenlijk wel blij dat New York in puin is geschoten: `I hated New York, I’m glad it’s dead.’ De normen en waarden van de oude maatschappij zijn verdwenen; alle remmingen op het gebied van seks en geweld worden losgelaten. Auto’s `stelen’ zoveel je kunt, winkels leegplunderen en ongevraagd huizen binnengaan – alles is toegestaan in de nieuwe wereld.

In de meest idyllische vorm eindigen deze boeken en films met de jonge, sterke helden, die, na strijd te hebben geleverd met allerhande gemuteerden, in een prachtige natuur hand en hand de zonsondergang tegemoet lopen. Aan de basis van deze verhalen ligt het idee van een geregenereerde wereld na de nucleaire holocaust. De wereldbrand zou de aarde reinigen; alleen de sterksten en besten blijven over om een nieuwe orde te vestigen. Dergelijke scenario’s mogen zich verheugen in een grote populariteit; ze zijn veel minder beangstigend dan de visioenen over totale destructie en massale sterfte.

Happy end

De doemscenario’s uit de jaren vijftig en zestig lijken in de jaren zeventig heel even plaats te maken voor andere geluiden: de terugkeer van de ouderwetse conventionele oorlog. Halverwege de jaren zestig verbeteren de betrekkingen tussen Oost en West. Beide partijen erkennen elkaars bestaan en invloedssferen in de wereld. De detente leidt tot optimistische verwachtingen voor de toekomst. De Amerikaanse president Nixon grijpt het einde van de Vietnam-oorlog aan om te constateren dat ‘we probably have fought our last war‘. En met de ondertekening van het eerste ontwapeningsakkoord tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, SALT 1, lijkt ook de wapenwedloop op zijn retour. Een nieuwe NAVO-strategie bepaalt dat een Derde Wereldoorlog grotendeels met conventionele middelen kan worden gevoerd. De wereld lijkt gered.

'Under the desk drills': kinderen oefenen wat te doen in geval van een atoomaanval en kruipen onder hun bureau. Fotodoor Walter Albertin, 1962.
‘Under the desk drills’: kinderen oefenen wat te doen in geval van een atoomaanval en kruipen onder hun bureau. Fotodoor Walter Albertin, 1962.

Tegen deze achtergrond verschijnt eind jaren zeventig een aantal boeken van generaals buiten dienst. Waarschuwen hoge militairen eind jaren vijftig voor een Russische nucleaire dominantie, nu luiden ze de noodklok voor een conventionele overmacht. De periode van ontspanning heeft de NAVO in slaap gesust. Zoals een Duitse generaal in Der Spiegel voorspelt: bij een conventioneel gevoerde Derde Wereldoorlog kunnen Oost-Europese strijdkrachten binnen vier dagen aan de Rijn staan, en niet veel later aan de Noordzee.

Onder redactie van brigadegeneraal b.d. Shelford Bidwell verschijnt in 1978 W.O. 3. Dossier Derde Wereldoorlog, waarin hij pleit voor een westerse inhaalrace. Zijn mening wordt gedeeld door collega en oud-NAVO-generaal sir John Hackett. In zijn boek De Derde Wereldoorlog trekken in de vroege morgen van 4 augustus 1985 honderden Russische tanks en pantserwagens de grens tussen Oost- en West-Duitsland over. De Derde Wereldoorlog is een feit. Hacketts boek wordt een bestseller, wat vooral te maken heeft met het happy end. Als de Russische opmars in West-Europa wordt gestuit, rest de haviken in het Kremlin niets anders dan een atoomaanval op het Britse Birmingham. Koelbloedig beschrijft Hackett het antwoord van de NAVO: de Wit-Russische stad Minsk wordt van de kaart geveegd. Dit leidt uiteindelijk tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Schuilkelder

Maar de angst voor een totale kernoorlog blijft. De dreiging van een Derde Wereldoorlog is tijdens de Koude Oorlog nooit helemaal weg geweest. Het idee de laatste generatie te zijn speelt altijd in het achterhoofd, vooral bij jongeren. En op momenten dat de internationale spanningen groot zijn, lijkt er niet veel te hoeven gebeuren of het is inderdaad mis. Velen herinneren zich uit dergelijke periodes nog het massaal hamsteren van ingeblikte sperziebonen en de buurman die onder het motto ‘De Russen komen’ een schuilkelder in zijn tuin gaat graven.

Reagan versterkt de polarisatie door de Sovjet-Unie af te schilderen als the Evil Empire

Het eerste moment waarop de Derde Wereldoorlog erg dichtbij komt is de Cuba-crisis, begin jaren zestig. Voor het eerst in de geschiedenis gaat het Strategisch Luchtcommando van de Verenigde Staten over op Defensieconditie 2. De volgende fase, Defcon 1, betekent oorlog. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig worden de verhoudingen tussen Oost en West opnieuw op scherp gezet als gevolg van de Russische inval in Afghanistan, het afbreken van ontwapeningbesprekingen (SALT 2) en de plaatsing van nieuwe kernwapens in Europa.

De nieuwe Amerikaanse president, Ronald Reagan, versterkt de polarisatie tussen Oost en West door de Sovjet-Unie af te schilderen als the Evil Empire. Daarnaast blaast hij de wapenwedloop nieuw leven in met zijn plannen voor een strategisch ruimteschild, het Star Wars-programma. In Europa is de hernieuwde dreiging van een oorlog aanleiding te demonstreren voor vrede. Men vreest – niet ten onrechte – dat bij een oorlog tussen Russen en Amerikanen Europa het slagveld zal worden.

Partner for peace

Plotseling is het over. De val van de Muur in 1989 en de ineenstorting van de Sovjet-Unie betekenen het einde van een tijdperk. Met de toenadering tussen Oost en West en de voortschrijdende ontwapening verdwijnt de angst voor een wereldoorlog of een nucleaire holocaust naar de achtergrond. De NAVO breidt uit naar het oosten en Rusland is een partner for peace geworden. Zelfs James Bond hoeft zich niet meer in te zetten tegen het rode gevaar.

Heel veel sterfgevallen

Dat een nucleaire oorlog erg is, is al in bekend. De films en romans uit de jaren vijftig en zestig laten het einde van de wereld vaak gepaard gaan met spanning, romantiek of humor. De grimmige werkelijkheid van een kernoorlog is pas echt goed te zien in films uit de jaren tachtig. Een beroemd voorbeeld is het drama The Day After uit 1983. De film biedt miljoenen televisiekijkers een eerste echt realistische blik op de wereld na een nucleaire oorlog. Bij de Amerikaanse uitzending in 1983 zitten honderden psychologen klaar om verontruste kijkers telefonisch te kalmeren.

Het verhaal speelt zich af in de buurt van Kansas. Een crisis in Europa beheerst algauw het dagelijks leven beheerst: de Russen hebben alle grensposten met West-Duitsland afgesloten. De spanning stijgt; mensen beginnen massaal eten in te slaan en de radio zendt waarschuwingen uit. Uiteindelijk breken in het Midden-Oosten gevechten uit tussen de marinevloten van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het luchtalarm klinkt: de Verenigde Staten worden aangevallen. De eerste bom valt – een felle lichtflits, een enorme drukgolf en de atoompaddestoel vliegen over het beeld.

En dan begint de ellende pas echt. Er zijn honderden overlevenden in een totaal verwoest gebied, zonder elektriciteit, stromend water of licht. Een ziekenhuis, het enige in de buurt dat een beetje overeind is gebleven, probeert met minimale middelen mensenlevens te redden. Vaak tevergeefs. De kijker ziet basketbalhallen vol zieken, plastische beelden van door stralingsziekte aangetaste mensen en veel, heel veel sterfgevallen.
Andere films in dit genre zijn Testament (1983), Z for Zachariah (1984), Threads (1985) en When the Wind Blows (1986). When the Wind Blows (Toen de bom viel) is een animatiefilm naar een kinderboek van Raymond Briggs. Het echtpaar Jim en Hilda Bloggs bereidt zich voor op een nucleaire aanval. Jim Bloggs vertrouwt daarbij blindelings op de boekjes van de overheid. Hilda zet genummerde flessen water onder de trap; Jim wit de ramen en fabriceert een schuilplaats van alle deuren in huis, inclusief de voordeur. Hilda is bezorgd dat ze geen pindakaas hebben, `want dat staat ook op het lijstje’.

Opeens valt de bom. De Bloggs hebben geen idee wat er aan de hand is – `Zie jij fall-out vallen, Jim?’ Ze worden ziek – zij moet veel overgeven, hij krijgt last van haaruitval en wondjes. De afbeeldingen kleuren mee met de misère: ze worden steeds grijzer. Desondanks vertrouwen Jim en Hilda erop dat de overheid, de postbode en de melkboer wel weer van zich laten horen. Tevergeefs. In hun schuilplaats, dicht tegen elkaar aan, bezwijken ze aan stralingsziekte.

Door de aandoenlijke onschuld van de hoofdrolspelers komt de anti-oorlogsboodschap extra hard aan. Niet helemaal pedagogisch verantwoord, want veel kinderen krijgen nachtmerries van het verhaal.

Dat wil niet zeggen dat het de afgelopen decennia rustiger is geworden. De Koude Oorlog was in bepaalde opzichten een helder conflict. Twee supermachten houden elkaar in evenwicht door een enorm arsenaal kernwapens. De wereld was in tweeën verdeeld. De spanningen die de wereld sinds het begin van dit millennium in zijn greep houden zijn anders, ‘de vijand’ niet welomschreven. De conflicten die tot de eeuwwisseling op de voorgrond traden, verdeelden de wereld in duizend-en-een stukjes. Het enige vaste referentiepunt leek de almacht van de Verenigde Staten. De meeste conflicten bleven voor de niet direct participerende landen een ver-van-mijn-bedshow. Zelfs de Eerste Golfoorlog, toch een conflict van internationale allure dat de hele wereld aan de buis kluisterde, gaf geen aanleiding tot massale overpeinzingen over een Derde Wereldoorlog.

Wel werd de haat van extremisten jegens de westerse wereld steeds duidelijker. Maar ook de terroristische aanslagen in de jaren negentig wekten verontwaardiging, geen angst: ‘Dat gebeurt bij ons niet.’ De aanvallen in Amerika van 11 september 2001 bewezen hardhandig het tegendeel. De felle Amerikaanse reactie – ‘We are at war‘ – verdeelde de wereld opnieuw. En voor het eerst laaide de angst voor een wereldoorlog weer op.

Hoewel de aanslagen op het World Trade Center regelrecht uit een spectaculaire film leken te komen, week de New War af van alle scenario’s en fantasieën die tijdens de Koude Oorlog zijn bedacht. De nieuwe oorlog begon eerder als een James Bond-film, waarbij een in-slecht Meesterbrein het vanuit een geheime grot in Afghanistan tegen de wereld opneemt. Fictie werd ingehaald door de werkelijkheid.