Home Bart Slijper: Van alle dingen los

Bart Slijper: Van alle dingen los

  • Gepubliceerd op: 8 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Hans Renders

Onlangs verscheen de biografie van J.C. Bloem. Het is nog niet zo lang geleden dat biografieën vaak schandaalboekjes waren, of juist heiligenbeschrijvingen. Pas redelijk recent wordt het genre serieus genomen en leveren biografieën een bijdrage aan beter begrip van het verleden. Dat geldt ook voor Bart Slijpers biografie van Bloem.

door Hans Renders

Bloems wereld bestond voor een groot deel uit literatuur. Hij was bevriend met bijna alle grote dichters en schrijvers van zijn tijd, zoals Geerten Gossaert, P.N. van Eyck, Jan Greshoff en Adriaan Roland Holst, H. Marsman, J. Slauerhoff, E. du Perron en Menno ter Braak. Dat betekent niet dat deze biografie alleen over literatuur gaat. Biograaf Bart Slijper beschrijft Bloems leven met evenveel aandacht voor literair-historische onderwerpen als voor de belangrijke politieke thema’s van zijn tijd, en voor triviale zaken. Hoe dacht Bloem over klassieke versvormen? Hoe zat het met zijn overmatig drankgebruik? En waarom vond hij dat ene dienstmeisje zo lekker ruiken?
Bloems werk als criticus komt aan bod, net als de rol van Albert Verwey als zijn mentor, Bloems minachting voor maatschappelijk succes, én zijn rol als bestsellerauteur na de Tweede Wereldoorlog. Bloem was aartsconservatief en een van de intellectuelen die tijdens het Interbellum gevoelig waren voor de charmes van autoritaire stelsels. Zijn contact met Du Perron en Ter Braak kwam onder spanning te staan door zijn sympathie voor het fascisme, maar zijn enthousiasme voor Anton Mussert bekoelde nadat bleek dat de NSB-voorman nog nooit van de essayist en oprichter van de conservatieve L’Action Française Charles Maurras bleek te hebben gehoord.

Drankzucht
Wie was J.C. Bloem? Deze simpele vraag heeft de biograaf steeds voor ogen gestaan. Bart Slijper is een groot kenner van Bloems poëzie, maar het sterke van zijn biografie is dat hij geen vermomde monografie over het werk van Bloem heeft geschreven. Hij heeft de ogenschijnlijk eenvoudige keus gemaakt om het leven en niet het werk van de door hem bewonderde dichter centraal te stellen.
Slijper volgt zijn held in al zijn eigenaardigheden. Als Bloem een stap naar links of naar rechts maakt, doet Slijper dat ook. Tegelijkertijd heeft de biograaf niet de behoefte Bloem in alles te verdedigen. Daardoor is deze aanpak geslaagd. Via het leven van Bloem en zijn omgeving weet Slijper een mooi tijdsbeeld te schetsen van met name de jaren tien, twintig en dertig van de twintigste eeuw.
Slijper weet ingewikkelde theoretische thema’s over literatuur en politiek op vanzelfsprekende wijze te verbinden met Bloems zorgen om aan zijn drankzucht tegemoet te komen, om zijn aversie tegen welke verplichting dan ook in mooie woorden en theorietjes om te zetten en zijn inerte huwelijksleven met Clara Eggink te verhullen. Zonder ooit lollig te willen zijn, beschrijft Slijper de hilarische zedenrechtszaak waar Bloem min of meer toevallig in verzeild raakte (ter illustratie van zijn antwoord op de vraag van een politieman wat Bloem met een jongen langs de berm van de weg aan het doen was, greep hij de diender vol in zijn kruis) of het legendarische talmen van de dichter en essayist om een tekst of een vertaling tot een einde te brengen. Daar gingen soms jaren mee heen.
Deze biografie is van een grote schoonheid die bijna onopvallend het ene thema na het andere voor het voetlicht brengt. Uit deze biografie wordt duidelijk dat de immer hartelijke en minzame dichter in feite een onbenaderbare man was, die leefde in zijn gedichten en dacht als de aristocratische Franse schrijvers uit de achttiende en negentiende eeuw, die hij goed gelezen had. Het beeld rijst op van de dichter als stripfiguur. De normale dingen die Bloem aanpakte, zoals een baan vinden of zichzelf verzorgen, waren tot mislukken gedoemd. Bloems charme en zijn blijvende waarde zitten in het pogen, in het verlangen naar het paradijs van zijn jeugd, de tuin van zijn ouders, de liefde van zijn moeder.
Aan deze heerlijke inactiviteit kwam abrupt een einde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verrassend genoeg was Bloem voldoende elastisch om zich aan de gure en bij tijde gruwelijke omstandigheden aan te passen. Zijn huwelijk met Clara Eggink was al lang op de klippen gelopen maar toch konden ze elkaar niet loslaten. Zij kocht een boerderijtje in het Overijsselse Kalenberg voor hem en ging zelf in een boot wonen, ernaast. Daar in Overijssel is Bloem gestorven, in 1966, met voor het eerst van zijn leven zijn uitgebreide bibliotheek helemaal op orde en uitgestald om hem heen. Bloem is niet meer, maar zijn werk wordt nog steeds herdrukt en gelezen, evenals zijn biografie.

Hans Renders is directeur van het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Slijpers biografie van J.C. Bloem, waarop hij aan dezelfde universiteit promoveerde, kwam mede onder zijn begeleiding tot stand.

Bart Slijper
Van alle dingen los. Het leven van J.C. Bloem
380 p. De Arbeiderspers, € 34,95

Bart Slijper (1963) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van alle dingen los. Het leven van J.C. Bloem is het proefschrift waarop hij promoveerde aan dezelfde universiteit. Eerder bezorgde Slijper de gebundelde brieven van Bloem aan Hendrik-Jan Marsman en Albert Verwey (1993). In 1993 redigeerde hij een essaybundel over Bloem: Verlangen zonder vorm en zonder naam. Over J.C. Bloem. Slijper heeft een tekstbureau in Feerwerd. (GvH)

Mieke van der Weij: Stemmen op schrift door Frits van Oostrom (Prometheus)

‘Met mijn oorspronkelijke vakgebied, de middeleeuwse letterkunde, doe ik in mijn dagelijkse werkzaamheden voor televisie natuurlijk niets. Soms vraag ik me af of dat niet jammer is. Maar als dan Stemmen op schrift voorbij komt, een boek over de vroeg Nederlandse literatuur, kan ik de oude kennis weer snel en makkelijk ophalen.
Van Oostroms studie is een combinatie van erudiete tekst en prachtige (middeleeuwse) afbeeldingen, waarmee hij bewijst dat de Middelnederlandse literatuur niet duf of stoffig is. Door bijzondere details en de toevoeging van luchtige lijntjes naar het heden is het lezen van Stemmen op schrift ook gewoon plezierig.
Zo typeert Van Oostrom ridder Walewein als de ideale schoonzoon: hij is niet alleen een nobele held die in staat is om de schone maagd te redden, maar ook nog eens een tedere minnaar. Geen wonder dat veel Nederlandse moeders hun zoontje naar hem vernoemden, schrijft Van Oostrom dan.’ [MvH]

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.