Wie in 1972 de weg op ging, nam een risico. Nooit kwamen er zoveel weggebruikers om als in dat verkeersrampjaar. Dankzij maximumsnelheden, een gordelplicht en alcoholcontroles werden de wegen daarna veiliger, maar inmiddels is die dalende trend gestokt.
Aan het begin van de twintigste eeuw waren het meestal automobilisten die omkwamen bij verkeersongelukken. Dat blijkt uit cijfers van het CBS, dat een nieuwe tijdlijn publiceert met historische data over het Nederlandse verkeer. Vanaf de jaren dertig, het moment dat de eerste statistieken werden bijgehouden, liep het aantal verkeersdoden bijna jaarlijks op. In 1935 overleden er 763 weggebruikers, in 1950 waren dat er al meer dan duizend.
Volgens de ANWB was 80 procent van de verkeersongelukken te wijten aan weggebruikers die zich niet aan de regels hielden. De toeristenbond begon daarom in 1924 met verkeerslessen op de lagere school en organiseerde in 1932 een Voetgangersweek om aandacht te vragen voor de verkeersveiligheid. Maar die voorlichting kon een toename van het aantal slachtoffers niet stoppen. Naarmate het drukker werd op de weg, liep het aantal verkeersdoden zelfs sneller op dan de bevolking, Begin jaren zeventig groeide het aantal verkeersslachtoffers in Nederland bijna zeven keer zo hard als het inwonersaantal.

Geheel verpletterde auto’s’
Met 3264 doden vormde 1972 het absolute dieptepunt op de Nederlandse wegen. Het meest dramatisch was de verkeersramp bij Prinsenbeek: op 25 augustus botsten er honderd voertuigen op elkaar en vielen er dertien doden. Het polygoonjournaal sprak van ‘geheel verpletterde auto’s’ nadat bestuurders die ‘veel te hard reden’ in een dichte mistbank op elkaar waren geknald.
‘Er golden nog geen maximumsnelheden op de autoweg, en een gordel dragen was niet verplicht’, licht Marjolijn Jaarsma van het CBS de dramatische cijfers van 1972 toe. ‘Die maatregelen kwamen er pas in de jaren die volgden, waarna het aantal doden terugliep. Naast maximumsnelheden en een gordelplicht hebben alcoholcontroles, oversteekvoorzieningen en de degelijkheid van voertuigen het verkeer sindsdien een stuk veiliger gemaakt. Bovendien werd er na 1972 strenger gehandhaafd op de weg en werden er hogere eisen gesteld aan de rijvaardigheid.’
In 2013 noteerde Nederland het laagste aantal verkeersdoden sinds de jaren dertig: 570. Maar sindsdien lopen de cijfers weer op. Inmiddels zijn fietsers (40 procent) vaker het slachtoffer dan inzittenden van een auto (30 procent). ‘Terwijl auto’s veiliger zijn geworden, zijn fietsers door de opkomst van e-bikes juist kwetsbaarder geworden,’ vertelt Jaarsma. ‘Vooral in 2022 en 2023 waren opvallend veel fietsers slachtoffer, met name ouderen.’
Eerste ongeluk met fatale afloop
Het eerste dodelijke ongeluk met een auto haalde in 1901 de Nederlandse kranten. Op de afdeling van een Zuid-Limburgse heuvel begaven de remmen van een militair voertuig het, met een zware crash tot gevolg. Een Nederlandse officier overleefde die botsing niet.
