Shaka, de machtige koning van de Zoeloes, vertrouwde niemand. Zelfs niet zijn eigen verwanten. En gelijk had hij. Want verraad, samenzwering en moord liepen als een rode draad door de familie.
Waarom had Shaka, de legendarische koning van de Zoeloes, geen kinderen? Dit raadsel heeft vooral westerse historici lang beziggehouden. Aan vrouwen had hij immers geen gebrek. In Shaka’s paleis – een feite een verzameling van honderden ronde hutten en enkele barakken – woonden behalve zijn handjevol echtgenotes ook nog eens honderden concubines. Vaak is gesuggereerd dat Shaka impotent was, of homoseksueel. Maar de echte verklaring voor zijn kinderloosheid ligt ergens anders.
Volgens Shaka’s neef en latere Zoeloe-koning Cetshwayo wilde hij helemaal geen nakomelingen. Wanneer Shaka een vrouw zwanger had gemaakt, verdween zij uit de openbaarheid. Sommige tijdgenoten beweerden dat hij haar samen met de vrucht liet doden, maar dat was vermoedelijk kwaadsprekerij. Waarschijnlijk verbande hij de zwangere vrouw naar een ver oord, waar zij in isolatie haar koningskind moesten baren en opvoeden. Shaka had dus wel kinderen, maar hij erkende ze niet.
Waarom niet? De koning was doodsbang dat er op een dag een kroonprins werd geboren, die opgroeide en sterker werd dan hijzelf. Zo’n prins zou ongeduldig kunnen worden en hem voortijdig van zijn troon willen stoten. Het was niet ongebruikelijk dat koningen in het zuiden van Afrika zo lang mogelijk wachtten met het aanwijzen van een opvolger. Maar Shaka’s vrees voor een zoon had een persoonlijk tintje. Hij was zelf zo’n kroonprins geweest, die in conflict kwam met zijn vader.
Shaka vreesde een kroonprins die sterker werd dan hijzelf
Talent voor krijgskunde
Shaka moet ergens tussen 1782 en 1787 zijn geboren. Hij was de zoon van Senzangakhona, chief van de toen nog onbeduidende Zoeloe-stam, die woonde in de vallei van de Witte Umfolozi-rivier in het oosten van het huidige Zuid-Afrika. Senzangakhona had in zijn leven vijftien echtgenotes en achttien zonen. Maar zijn eerste zoon verwekte hij bij een vrouw, Nandi geheten, met wie hij niet getrouwd was. Daarom kreeg het kind de naam Shaka: ‘bastaard’.
De jongen moet een lastige puber zijn geweest. Zijn vader Senzangakhona begon hem als een bedreiging voor zichzelf te zien. Hij wilde de jonge Shaka zelfs doden, maar die werd op tijd gewaarschuwd en vluchtte. Shaka zocht bescherming bij de koning van de Mthethwa-stam, Dingiswayo, aan wie de Zoeloes onderhorig waren.

Dingiswayo zag wel iets in Shaka. De jongen had talent voor de krijgskunde. Dat kwam goed van pas, want aan het begin van de negentiende eeuw streden verschillende koningen in het zuidoosten van Afrika om de rijkdommen van het land. De koning van een stam heerste over een bepaald territorium, dat hij probeerde uit te breiden door naburige stammen te onderwerpen. Die moesten hem schatting betalen, vooral in de vorm van runderen.
Maar omdat legers zich bij gebrek aan rijdieren enkel te voet verplaatsten, was de reikwijdte van het gezag beperkt. Hoe verder weg van het kerngebied, hoe zwakker de macht van de koning. Rivalen knabbelden aan de buitenranden van zijn territorium. Bovendien besloten ontevreden stammen soms om te vertrekken en zich in een ander gebied te vestigen. Dat leidde natuurlijk tot conflicten met de daar al aanwezige bewoners, die ermee eindigden dat de ene partij de andere onderwierp of verdreef. Zo verschenen en verdwenen er voortdurend nieuwe koninkrijkjes. Een koning die zich in dit speelveld staande wilde houden, moest beschikken over grote militaire vaardigheden.
Krijgstechnieken
Shaka wordt wel de ‘Napoleon van Afrika’ genoemd vanwege zijn succesvolle campagnes. Die successen worden vaak toegeschreven aan een aantal militaire innovaties die Shaka zou hebben doorgevoerd. Een daarvan was een aanvalstactiek die bekendstond als ‘de hoorns van het rund’: terwijl de hoofdmacht de vijand frontaal aanviel, maakten enkele regimenten ter linker- en rechterzijde een omtrekkende beweging om vluchters de pas af te snijden. Verder wordt gezegd dat Shaka zijn soldaten leerde om een korte speer als steekwapen te gebruiken. Hoewel deze technieken inderdaad door Shaka’s leger werden gebruikt, denken historici tegenwoordig dat ze al voor zijn koningschap werden toegepast.

Shaka kreeg zijn opleiding van niemand minder dan de opperbevelhebber van het leger van koning Dingiswayo. Dat leger bestond uit herders en boeren, die de koning in geval van oorlog onder de wapenen riep. Jongemannen van ongeveer dezelfde leeftijd moesten een jaar lang in dienst. Ze kregen niet alleen een militaire training, maar hoedden ook het vee van de koning en bewerkten zijn akkers. Zat de diensttijd erop, dan werden de jongemannen ingedeeld in vaste regimenten. Ze waren dan direct ook officieel volwassen en kregen het recht om te trouwen en een eigen boerderij te beginnen.
Shaka zou volgens de overlevering na zijn diensttijd met meerdere vrouwen zijn getrouwd, en zelfs een zoon hebben gekregen, Zibizendelela genaamd. Als dat waar is, trof dit kind waarschijnlijk hetzelfde lot als Shaka’s andere nakomelingen. In het verdere leven van Shaka speelde zijn zoon geen enkele rol.
Kopje kleiner
Toen Shaka een jaar of dertig was, had Dingiswayo voor hem een opdracht. De koning van de Mthethwa kreeg last van een opdringerige buur, koning Zidwe van de Ndwandwe-stam. Diens leger drong steeds vaker zijn territorium binnen vanuit het noorden, waar de Zoeloes woonden. Chief Senzangakhona bleek niet bij machte de Ndwandwe tegen te houden, en daarom wilde Dingiswayo zijn vazal vervangen door iemand die wél zijn mannetje stond. De keus viel op Shaka.
Om hem op de Zoeloe-troon te krijgen, moesten eerst een paar mensen een kopje kleiner worden gemaakt. Allereerst natuurlijk zijn vader Senzangakhona. Deze klus klaarde Shaka hoogstpersoonlijk. Zogenaamd om advies te vragen bij het zoeken van een vrouw bezocht hij zijn vader, die direct daarna doodziek werd en stierf. Volgens de overlevering van de Zoeloes had Shaka toverij toegepast, volgens westerse geschiedschrijvers gif.
Vervolgens was Shaka’s halfbroer Sigujana aan de beurt. Als zoon van de ‘eerste vrouw’ van de chief maakte hij aanspraak op de nu vacante troon. Shaka doodde Sigujana niet zelf, maar gebruikte de diensten van een andere halfbroer, Ngwadi. Deze verleidde de nietsvermoedende Sigujana tot een gezamenlijke wasbeurt in de rivier. Vanuit het riet doken opeens Ngwadi’s mannen tevoorschijn en regen Sigujana aan hun speren.

Er waren behalve Ngwadi nog andere prinsen die Shaka’s claim op de troon konden betwisten. Maar hij had zich verzekerd van de steun van zijn tante Mnkabayi. Als oudere zus van de overleden chief nam zij tijdelijk waar als regentes, totdat Shaka de hoofdplaats van de Zoeloes kon binnenmarcheren met een escorte van Mthetwa-soldaten. Zijn overgebleven broers gaven zich gewonnen. De ‘bastaard’ die eens had moeten vluchten voor zijn vader, was nu de ongenaakbare koning van de Zoeloes.
Treiterige opmerking
Op het moment van zijn troonsbestijging was Shaka nog onderhorig aan Dingiswayo van de Mthetwa. Maar dat probleem loste buurman Zwide voor hem op, door Dingiswayo gevangen te nemen en te doden. Vervolgens moest Shaka proberen af te rekenen met Zwide en diens sterke Ndwandwe-leger, dat Zoeloeland bleef bedreigen. Die taak zou hem de eerste jaren van zijn koningschap bezighouden.
Shaka verwierf de reputatie van een bloeddorstige tiran die zijn interne en externe vijanden met sadistisch genoegen over de kling joeg. Vrouwen en kinderen incluis. Hoe betrouwbaar zulke verhalen zijn, is onzeker. De Zoeloes hadden geen schrift. Qua bronnen moeten we het doen met wat Britse kolonisten die hem hebben ontmoet, hebben opgeschreven. En met wat mondeling is overgeleverd in verhalen en izibongo: gezongen heldendichten. Zoals elke bron zijn deze gekleurd. Shaka’s Afrikaanse tegenstanders schilderden Shaka af als wreed en bloeddorstig, en Europeanen namen die beschrijvingen graag voor waar aan. Zijn aanhangers en officiële lofzangers daarentegen prezen zijn moed en kracht. Over één ding zijn alle bronnen het echter eens: Shaka hield van oorlog voeren en hij was de schrik van zijn vijanden. Zo wordt hij in een van de lofzangen vergeleken met ‘de dreigende storm, schuil met je kinderen… Pas op, het wilde beest is in de kralen’.

voor The Illustrated London News, 6 december 1902.
Shaka breidde het Zoeloe-territorium flink uit. Zijn eerste veroveringscampagne was gericht tegen de Qwabe, een stam waartoe zijn grootmoeder van moederszijde had behoord. De koning van de Qwabe, Phakathwayo, en Shaka zouden als jonge kinderen eens met elkaar hebben gekibbeld. Toen zou Phakathwayo een treiterige opmerking hebben gemaakt over Shaka’s ietwat klein uitgevallen geslacht. Shaka was het voorval niet vergeten, en nadat zijn leger de Qwabe hadden verslagen en Phakathwayo gevangengenomen, vernederde Shaka zijn achterneef publiekelijk alvorens hem te doden.
De anekdote heeft generaties geschiedschrijvers geïnspireerd tot speculaties over de diepere psychologische oorzaken van Shaka’s heerszucht. Maar hierin verschilde hij weinig van de andere koningen in zijn omgeving. Shaka was alleen succesvoller dan de anderen in het vergaren van macht en rijkdom – in de vorm van oorlogsbuit en schattingen. In 1825 stierf Zwide, de koning van de Ndwandwe, waarna Shaka van het machtsvacuüm gebruikmaakte om definitief af te rekenen met die rivaliserende stam.

Het succes had wel een keerzijde. Shaka was bang om wat hij had opgebouwd, te verliezen. Hij wist dat hij op zijn hoede moest zijn voor verraders, die zouden toeslaan als hij zwakte toonde. Shaka verborg de tekenen van zijn toenemende ouderdom: grijze haren trok hij uit zijn hoofd. Aan een Britse handelaar vroeg hij eens of de blanken een remedie kenden tegen de vergrijzing van zijn kapsel; de man gaf hem een flesje haarolie.
Tv-serie over Shaka
In 1986 zond Veronica de Zuid-Afrikaanse tv-serie Shaka Zulu uit, over de Zuid-Afrikaanse leider en zijn oorlogen. Drie jaar later herhaalde Veronica de serie en werd de openingstune van Margaret Singana We Are Growing een zomerhit in Nederland en bereikte zelfs de eerste plaats in de Top 40. Volgens de songtekst was Shaka ‘vriendelijk’ en ‘een man van wijsheid’.

Excessieve rouw
Dat Shaka’s zorgen terecht waren, bleek in 1824. Het gebeurde tijdens een feest in zijn paleis, dat de hele dag duurde. Toen het ’s avonds donker werd liet de koning fakkels aansteken. Hij mengde zich in de dansende menigte. Opeens klonk er gegil: de koning was aangevallen! Uit zijn linkerarm stak een speer. Shaka kon het wapen zelf uit zijn lichaam trekken, voordat zijn adjudanten hem uit de drukte meevoerden en in veiligheid brachten buiten het paleis. Hij overleefde de aanslag. De daders wisten intussen te ontkomen.
Niemand wist wie zij waren. Shaka verdacht zijn beide halfbroers Dingane en Mhlangana. Het leek hem echter tactisch verstandiger om hen voorlopig in de waan te laten dat hij hen vertrouwde. Omdat er toch een zondebok nodig was, gaf Shaka de schuld aan de Qwabe. De koning twijfelde toch al aan de loyaliteit van die stam, en dit was een uitgelezen kans om een voorbeeld te stellen. Hij stuurde soldaten erop uit om elke Qwabe die ze tegenkwamen, om het leven te brengen.

Na die eerste aanslag op zijn leven sloeg Shaka’s gezonde wantrouwen om in paranoia. Op 10 augustus 1827 stierf zijn moeder Nandi onverwacht. De koning was buiten zichzelf van verdriet. Een ooggetuige hoorde hem schreeuwen: ‘Ach, mijn moeder! Ach, mijn moeder! Wat heeft mijn moeder het leven gekost?’ Het gejammer was zo hysterisch dat menigeen twijfelde aan Shaka’s oprechtheid. Had hij soms zelf de dood van de koningin-moeder op zijn geweten? De geruchten kunnen niet met bronnen worden bevestigd of ontkracht, maar ze ondermijnden wel Shaka’s positie.
Zijn gezonde wantrouwen sloeg om in paranoia
Intussen dwong hij zijn onderdanen tot excessieve rouwbetuigingen. Iedereen moest naar het paleis komen om te weeklagen. Wie niet genoeg verdriet toonde, liep groot gevaar. Soldaten gingen op zoek naar mensen die zich aan de rouwceremonie onttrokken, om hen te doden. Na de begrafenis van Nandi – traditiegetrouw samen met een aantal bedienden die werden vermoord, opdat het hun meesteres ook in het hiernamaals nergens aan ontbrak – kondigde Shaka een rouwperiode aan van een jaar. Al die tijd mochten zijn onderdanen niet oogsten en niet melken. Dat was natuurlijk onmogelijk, dus de mensen deden het stiekem.
Tante in het complot
De Gaza-stam in het uiterste noordwesten van Shaka’s invloedsfeer nam in zijn ogen de rouwvoorschriften onvoldoende in acht. Hij stuurde zijn leger eropaf. Dingane en Mhlangana moesten meegaan. Enerzijds omdat Shaka vreesde dat zij een nieuwe aanslag voorbereidden, anderzijds omdat hij hoopte dat het tweetal zou sneuvelen. Dingane en Mhlangana op hun beurt concludeerden dat Shaka het op hun leven had gemunt, en dat ze hem voor moesten zijn.
Strijd om de opvolging
Na de dood van Shaka ging het tussen Dingane en Mhlangana om te bepalen wie zich de nieuwe koning van de Zoeloes mocht noemen. Shaka had immers geen kroonprins nagelaten. De twee broers hadden afgesproken om de zaak in het midden te laten totdat het leger was teruggekeerd van de veldtocht tegen de Gaza. Mhlangana was populair onder de soldaten, dus hij had er vertrouwen in dat hij de nieuwe koning zou worden. Daarom besloot Dingane snel te handelen.
Eerst verzekerde hij zich van de steun van tante Mnkabayi. Vervolgens vroeg hij zijn broer mee te gaan baden in een rivier. Mhlangana zou beter moeten weten, gezien de familiegeschiedenis, maar hij nam de uitnodiging aan. Hij en Dingane spraken af om geen gewapende escortes mee te nemen naar de rivier. Maar eenmaal weerloos in het water, sprongen krijgers die Mnkabayi had gestuurd uit het riet tevoorschijn en verdronken de ongelukkige Mhlangana. De Zoeloes hadden een nieuwe koning: Dingane. Eentje die in zijn zucht naar oorlog en intrige niet onderdeed voor Shaka.

Ze werden aangemoedigd door tante Mnkabayi. Zij was degene die Shaka had geholpen bij zijn coup in 1816. Maar sinds de dood van koningin-moeder Nandi, waarvan ze Shaka de schuld gaf, had Mnkabayi zich tegen hem gekeerd. Ze spoorde Dingane en Mhlangana aan haast te maken, en betrok Shaka’s lijfwacht in het complot door hem een hoge positie te beloven. Veinzend dat ze ziek waren, verlieten de twee broers het legerkamp om terug te gaan naar het paleis. In het open veld ontmoetten ze de lijfwacht en namen ze de details van het moordplan door.
Het was 23 of 24 september 1828. Tegen zonsondergang zat Shaka voor de paleispoort te kijken hoe herders zijn omvangrijke kuddes terugdreven naar de kraal. Een handjevol familieleden en vazallen hield hem gezelschap. Plotseling mengde Shaka’s lijfwacht zich in de groep en begon de mensen weg te jagen, zogenaamd omdat zij de koning lastigvielen. Shaka zag het geamuseerd aan. Toen de meeste omstanders waren gevlucht voor de lijfwacht, kwamen Dingane en Mhlangana tevoorschijn. Wat er daarna gebeurde, is voer voor discussie. Zeker is, dat een van de drie mannen Shaka met een speer stak.

Er doen allerlei versies de ronde van Shaka’s laatste woorden. In een daarvan profeteerde hij dat witte mensen het land van de Zoeloes zouden overspoelen. Maar bronnen die het dichtst bij het slachtoffer stonden, hielden het erop dat Shaka slechts zei: ‘Wat is er aan de hand, kinderen van mijn vader?’ Toen viel hij dood neer. Zo kreeg Shaka toch gelijk: een Zoeloe-koning had het meest te vrezen van zijn eigen familie.
Meer weten
- The Eight Zulu Kings (2018) door John Laband behandelt alle koningen van Shaka tot en met de recent overleden Goodwill Zwelithini.
- Rope of Sand (1995) door John Laband vertelt hoe het Zoeloe-koninkrijk opkwam en uiteindelijk door de Britten werd verslagen.
- New History of South Africa (2007) onder redactie van Hermann Giliomee en Bernard Mbenga is een uitgebreid en prachtig geïllustreerd overzichtswerk.
