Vulkaanuitbarstingen in China waren niet alleen rampzalig voor omliggende dorpen, maar ook voor Chinese heersers. Onderzoekers hebben een verband gevonden tussen erupties die de afgelopen tweeduizend jaar het klimaat veranderden en de val van Chinese dynastieën. Een donkere hemel, droogte en kou gaven tanende keizershuizen dikwijls het laatste zetje.
De wetenschappers, die hun onderzoek publiceerden in het tijdschrift Communications Earth & Environment, bestudeerden 156 vulkaanuitbarstingen van het jaar 1 tot 1915. Ze legden geschreven bronnen naast vulkanische sporen om de invloed van erupties op de Chinese maatschappij te toetsen. Hun bevindingen: van de 68 Chinese dynastieën die de afgelopen twee milennia vielen, werden er 62 ingeluid door minstens één vulkaanuitbarsting.
Een vuurspuwende berg leidde vaak tot plotselinge veranderingen in het Chinese klimaat. Vulkanische resten zorgden voor donkere wolken die twee jaar lang het zonlicht blokkeerden. De temperatuur daalde en er viel minder regen, met een tegenvallende oogst en een stervende veestapel tot gevolg. Ontevreden onderdanen koelden hun woede op de heersers van het rijk. Zo droegen de kou en droogte volgens de onderzoekers bij aan de val van beroemde keizershuizen als de Tang-dynastie in 907 en de Ming-dynastie in 1644.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Een natuurramp was nooit de enige reden voor de val van een Chinese keizer, schrijven de wetenschappers, maar het was vaak een factor van belang. Vooral de kracht van een eruptie bepaalde de politieke impact. ‘Kleine’ uitbarstingen konden de doodsteek zijn voor heersers die al met sociale, economische of militaire problemen kampten, terwijl hevigere vulkaanrampen zelfs het einde van een florerend keizershuis konden inluiden.
Het goddelijk mandaat van Chinese keizers droeg bij aan die instabiliteit. Een keizer regeerde bij de gratie Gods, maar een natuurramp kon erop duiden dat hij zijn goddelijk recht verloren had. Voor rivalen vormde dergelijk onheil een rechtvaardiging om de heerser van zijn troon te stoten.
De onderzoekers grijpen hun bevindingen aan om wereldleiders te waarschuwen. Ze benadrukken dat het nodig is om voorbereidingen te treffen voor toekomstige uitbarstingen, vooral in kwetsbare regio’s. ‘De uitbarstingen van de huidige en vorige eeuw zijn kleiner dan die in China de afgelopen tweeduizend jaar. Toekomstige heftige uitbarstingen zullen waarschijnlijk grote impact hebben op de landbouw in dichtbevolkte en gemarginaliseerde gebieden.’