Een vliegtuig per gezin, met een raket naar de maan of een ontmoeting met aliens. Niets leek meer onmogelijk. Dankzij de snelle ontwikkeling van de wetenschap fantaseerden de negentiende-eeuwers erop los.
In de zomer van 1835 publiceerde The Sun, een Amerikaanse krant, een serie verbijsterende artikelen. Daarin werd beschreven hoe een geleerde dankzij een sterke telescoop de maan heel gedetailleerd kon bestuderen. Hij zag daar fantastische wezens: geiten met één hoorn, minizebra’s, een rechtop lopende bever met een jong in zijn voorpoten en mensen met vleugels, de zogenoemde vespertilio homo. De artikelen veroorzaakten grote opwinding en The Sun beleefde vele herdrukken, tot in Europa toe.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
In werkelijkheid ging het niet om een echt verslag, maar om een satire op het onderzoek van de astronoom John Herschel, een Britse geleerde die het heelal bestudeerde vanuit Zuid-Afrika. Dat werd pas na enige tijd en met veel tegenzin door de uitgever erkend, want hij verdiende goed aan het misverstand. De rel staat nu bekend als de Great Moon Hoax.
Paniek vanwege marsmannetjes
De Amerikaanse acteur Orson Welles speelde op 30 november 1938 op de radio The War of the Worlds van H.G. Wells na, een boek over de invasie van de aarde door marsmannetjes. Veel luisteraars hadden niet door dat het om een hoorspel ging en raakten in paniek. Velen sloegen zelfs op de vlucht. De volgende dag moest Welles op een persconferentie het boetekleed aantrekken en uitleggen dat hij niemand in gevaar had willen brengen. Hij was pas 23 jaar, maar vanaf dat moment wereldberoemd.
Het hoorspel werd later nagespeeld in andere talen en andere landen, en veroorzaakte ook daar veel schrik. In 1944 werd in Chili zelfs het leger gemobiliseerd en in Ecuador vluchtten duizenden mensen na het verhaal over de marsmannetjes. Steven Spielberg verfilmde het boek van H.G. Wells in 2005.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het was niet vreemd dat lezers de serie letterlijk namen. In de negentiende eeuw verscheen veel wetenschappelijk nieuws in gewone kranten, omdat er grote belangstelling voor bestond.
Keerzijde van de technologische vooruitgang
De kennis nam in die jaren in hoog tempo toe: avonturiers verkenden verre landen, vlogen rond in luchtballonnen en konden dankzij duikershelmen en -pakken langer en dieper onder water blijven. Uitvinders bedachten machines aangedreven door stoom die zelf taken konden uitvoeren, en geologen verzamelden steeds meer bewijs voor de ouderdom van de aarde. Uit onderzoek bleek zelfs dat er ooit heel andere dieren – dinosaurussen – op aarde hadden geleefd. Waarom zouden er dan geen mannetjes op de maan kunnen rondlopen?
In deze sfeer gedijden de eerste sciencefictionschrijvers en –tekenaars. De beroemdste onder hen was de Fransman Jules Verne, die zijn boeken baseerde op de nieuwste wetenschappelijke kennis. Al fantaserend bleek hij soms visionair: hij beschreef als eerste een raket die naar de maan vloog. H.G. Wells bedacht dat er ook een keerzijde aan de technologische vooruitgang kon zitten. Hij schreef over luchtschepen die zich ontpopten tot oorlogswapens.