Home Totoks met een cultuurschok

Totoks met een cultuurschok

  • Gepubliceerd op: 27 aug 2003
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Joop de Jong

De in 1997 overleden Rob Nieuwenhuys was decennialang de nestor van de Indische belletrie, met zijn onvolprezen, schitterende Tempo Doeloe. Ik weet nog goed hoe verbaasd ik was toen ik dit fotoboek in het midden van de jaren zestig onder ogen kreeg. Zijn beelden van Indische, gekleurde mensen in koloniaal Nederlands-Indië contrasteerden evident met de gangbare geschiedschrijving, die alleen een scherpe tegenstelling liet zien tussen een witte bovenlaag en `inlanders’. Voor mijn oog ontwikkelde zich het beeld van een andere, minder eenduidige, gemengde samenleving en cultuur – een impressie die nog eens krachtig werd benadrukt door het briljante werk The Social World of Batavia. European and Eurasian in Dutch Asia van de Australische historica Jean Gelman Taylor uit 1983.



Aanpassing aan de Aziatische omgeving was het patroon dat de VOC en ook lange tijd het koloniale gouvernement in de negentiende eeuw volgde in de wijze waarop men leefde, woonde en werkte. Er was weliswaar een vrij continue migratie van Europese vrouwen, maar hun aantallen bleven tot ver in de negentiende eeuw bescheiden. In de VOC-enclaves leefden de mannelijke expatriates samen met Aziatische en Euraziatische vrouwen; een groot deel van de gemeenschappen was gemengd van samenstelling en er ontwikkelde zich een sterk gemengde cultuur, waarbij eerst het Portugees en later het Maleis voertaal was.
     In deze mestizo-cultuur weerspiegelden zich invloeden uit het gehele VOC-handelsnet. Architectuur en sociale en culturele uitingen toonden een uiterst gemeleerd karakter. Deze gemengde samenleving leverde generaties scribenten die rechtstreeks uit Nederland afkomstig waren – totoks -, een ‘cultuurschok’ op. De Nederlanders hadden het systeem van gemengd samenleven aangetroffen in de Portugese vestigingen die men successievelijk veroverde. En de Portugezen hadden het weer ontleend aan de oude handelarenenclaves die in het hele Aziatische handelsnetwerk te vinden waren. Maar dit gangbare patroon van economische, politieke en culturele aanpassing werd sinds het laatste kwart van de negentiende en vooral het begin van de twintigste eeuw drastisch doorbroken. 
     Ondanks historici als Nieuwenhuys en Taylor, heeft het beeld van een blanke koloniale bovenlaag lang de gangbare geschiedschrijving gedomineerd. Stellingen over raciaal getinte koloniale ‘apartheidsmaatschappijen’ waren hoogst populair. De afgelopen jaren verschenen echter twee overzichtswerken die met deze niet weg te branden opvatting braken. In mijn Waaier van het fortuin (1998) vormde, naast economische en politieke ontwikkelingen, het reilen en zeilen van de Indische gemengde samenleving en cultuur de rode draad. In het pasverschenen De oude Indische wereld 1500-1920 pakken de historici Ulbe Bosma en Remco Raben deze draad verder op en wikkelen hem af.
     Dat gebeurt alleszins bekwaam. Het boek start met sterk sociaal getinte schetsen van de VOC-periode die vooral geënt zijn op Rabens eerdere, fraaie proefschrift Batavia and Colombo. The ethnic and spatial order of two colonial cities 1600-1800. Het vervolgt met de eerste helft van de negentiende eeuw en de beschrijving van deze periode vormt naar mijn gevoel het hoogtepunt van het boek. Dat de Indische wereld niet zomaar door Britse en Nederlandse nieuwkomers werd weggedrukt, is een stelling die ik ook al hanteerde. Maar Raben gaat verder. Hij levert een werkelijk indrukwekkend relaas over de manier waarop die wereld zich in de oude vestigingen in de buitengewesten verder ontwikkelde en met name op Midden-Java een sterke sociale en economische positie opbouwde. Raben illustreert hier zijn schetsen van de sociale structuren met fraaie persoonlijke geschiedenissen.
     Maar bij de beschrijving van de verdere negentiende eeuw vertoont het boek helaas een breuk. De lijn van heldere, allereerst sociaal getinte schetsen wordt verlaten voor een aantal losse studies en onderwerpen die vooral door politieke discussiepunten van destijds worden bepaald. Een rode draad valt hierin lastig te vinden. Gaandeweg kreeg ik door dat het om een beschrijving van een emancipatiebeweging onder Indische Nederlanders gaat, die dan ook logischerwijs uitmondt in de bekende beweging van de achterneef van Eduard Douwes Dekker. Zijn Indische Partij in 1912 had niet alleen Indo-Europeanen als doelgroep, maar ook Indonesiërs. 
     Het is leuk dat in het boek de strijd wordt aangegaan met nogal wat andere visies. In een aantal van die discussies – met overigens nergens precies aangeduide collega’s – hebben de Bosma en Raben het gelijk volstrekt aan hun kant en weten ze een aantal klinkklare mythes te ontzenuwen. Maar dat geldt zeker niet voor de telkens weer terugkerende vraag wat precies de relatie was tussen Europese ’totoks’ en Euraziaten in het bestuur van Indië. Taylor heeft sterk de neiging, en ikzelf ook, om zeker in de achttiende eeuw het Indische element in de toplaag van de VOC als dominant te veronderstellen. Raben en Bosma bestrijden dit door het belang van Europese nieuwkomers en het contact met Europa in deze periode te accentueren. Zij menen juist weer dat het Indische element in de negentiende eeuw, toen het volgens velen afnam, op volle sterkte aanwezig bleef.
     Helaas maken Raben en Bosma hun stellingen ondanks alle tirades op een enkele uitzondering na niet met concrete cijfers waar. En waarom naast de schitterende schets van de landhuurders in de Vorstenlanden en de gemeenschappen in de buitengewesten geen beschrijving van de Indiërs in het bestuur dat tijdens het cultuurstelsel en later ook onder het liberale systeem zijn hoogtepunt beleefde? Dat de mestizo-cultuur nu eens wel en dan weer niet wordt behandeld, is nog een laatste punt van kritiek.
     Hoewel dit boek geen allesdekkende beschrijving van de Indische wereld is en in feite uit twee boeken bestaat, is het vooral het eerste gedeelte een uitstekende en boeiende springplank naar verdere historische graafpartijen en debatten. En die komen er zeker. De studie is namelijk een onderdeel van een in 1996 begonnen en door de regering gesubsidieerd onderzoeksproject. Er komt nog een vervolgstudie van Hans Meijer over de periode 1920-1950 onder de titel In Indië geworteld. Wim Willems’ De uittocht uit Indië, over de repatriëring, kwam al in 2001 klaar. De Indische wereld staat definitief op de onderzoekskaart.

Joop de Jong is historicus en auteur van het in 1998 verschenen ‘De waaier van het fortuin. De Nederlanders in Azië en de Indonesische archipel 1595-1950’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Voorbijgangers passeren een doodgehongerde man Charkov
Artikel

Stalin hongerde de Oekraïners uit om hun verzet te breken

In 1932 wilde Jozef Stalin het tegendraadse Oekraïne voor eens en voor altijd omvormen tot voorbeeldige Sovjetrepubliek. Zijn methode? Een combinatie van zuiveringen en een door mensenhanden veroorzaakte hongersnood. ‘Ik herinner me een moeder die meer op een schaduw leek dan op een mens. Ze stond langs de kant van de weg en haar broodmagere...

Lees meer
Kindergarten. Schilderij door Johann Sperl
Kindergarten. Schilderij door Johann Sperl
Artikel

‘Stil zijn en nergens aankomen.’ De bedenker van de blokkendoos hekelde zijn strenge opvoeding

Papier, klei, zand, steentjes en dozen met houten blokken zijn tegenwoordig in iedere kleuterklas te vinden. Ze stammen uit de onderwijsmethode van de negentiende-eeuwse Duitse pedagoog Friedrich Fröbel. Hij liet kinderen zelfstandig en spelend leren.  De geschiedenis heeft onbarmhartig geoordeeld over de opvoedkundige Friedrich Fröbel. Zeker in vergelijking met zijn Italiaanse vakgenoot Maria Montessori, die...

Lees meer
De kroning van Hendrik III
De kroning van Hendrik III
Artikel

Hoe kom je van een nutteloze of krankzinnige koning af?

Incompetente of krankzinnige koningen konden in de Middeleeuwen dikwijls op hun troon blijven zitten. Hun macht was nu eenmaal sacraal. Toch wisten hun tegenstanders ‘nutteloze’ vorsten soms weg te werken.    In 1398 ging de Duitse koning Wenceslaus IV op staatsbezoek bij zijn Franse collega Karel VI. In Reims, waar de ontmoeting plaatsvond, liet Karel ter ere van zijn gast een groots banket aanrichten. Ongetwijfeld stonden er uitgelezen spijzen en dranken op het menu, opgeluisterd met acrobaten, potsenmakers, muziek en dans. Maar alle voorbereidingen bleken voor niets. Wenceslaus moest...

Lees meer
‘Een “vreedzame” maritieme blokkade kan snel omslaan in oorlog’
‘Een “vreedzame” maritieme blokkade kan snel omslaan in oorlog’
Interview

‘Een “vreedzame” maritieme blokkade kan snel omslaan in oorlog’

Donald Trump laat Venezolaanse olietankers in beslag nemen en stelt een ‘volledige blokkade’ in. Historicus Erik de Lange ziet overeenkomsten met twijfelachtige maritieme acties uit het verleden. Venezuela beschuldigt Amerika van piraterij. Heeft het een punt? De Lange: ‘Staatspiraterij is een tegenstrijdig begrip, omdat piraten rovers op zee zijn die handelen zonder goedkeuring van een...

Lees meer
Loginmenu afsluiten