Home Tijdschrift: DE NEGENTIENDE EEUW

Tijdschrift: DE NEGENTIENDE EEUW

  • Gepubliceerd op: 4 december 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wim Berkelaar

In elke Nederlandse stad van enige omvang zijn straten naar hem vernoemd, maar slechts weinig mensen zullen nog weten wie hij is: Johannes Kneppelhout (1814-1885). Kneppelhout verwierf zijn plaats in de vaderlandse geschiedenis op jonge leeftijd. Nog voor zijn dertigste publiceerde hij onder het pseudoniem Klikspaan zijn driedelige Studentenschetsen. Die schetsen waren dermate raak dat ruim anderhalve eeuw later een congres aan deze schrijver werd gewijd onder de titel De wereld van Klikspaan. De lezingen zijn gebundeld in het zojuist verschenen dubbelnummer van De Negentiende Eeuw (2002-3/4).

        Gaven die studentenschetsen van Kneppelhout een realistisch beeld van het studentenleven in de negentiende eeuw? Volgens Annemarie Kets wel. Zij is het eens met een vriend van Kneppelhout, die de Studentenschetsen ooit vergeleek met fotografie. Kneppelhout zou exact hebben weergegeven wat hij waarnam. Andere tijdgenoten betwistten dat. Volgens hen beschreef `Klikspaan’ de studentenwereld zeer negatief. Een van de beschreven figuren zou na de dood van Kneppelhout opmerken: `Hij schildert ons al te gader af als drinkeboers en lichtmissen.’ Jammer genoeg is Kets een brave academica, die gewaagde vergelijkingen uit de weg gaat. Terwijl die vergelijkingen toch voor de hand liggen. Haar artikel roept onmiddellijk de discussie in herinnering die gevoerd is over Het Bureau van J.J. Voskuil. Ook rondom die cyclus woedde een debat over de vraag in hoeverre de personages naar de werkelijkheid waren getekend. En zo ja, hoe ethisch dat eigenlijk was.
        Historicus Jacques Dane gaat na wat de bronnen waren van het moralisme van Kneppelhout. Hij signaleert dat de schrijver, als zoveel van zijn tijdgenoten, onder de indruk was van de Franse denker Jean-Jacques Rousseau. Maar een echte volgeling was Kneppelhout toch niet; daarvoor onderging hij te diverse invloeden. Kneppelhout, die al jong zijn vader verloor, werd opgevoed door een oom, die hem als ex-militair zowel tucht en orde als liefde voor de kunst bijbracht. Ook de kostschool Noorthey in Voorschoten oefende invloed op Kneppelhout uit. Hij leerde er burger te zijn, gezegend met evenveel individualisme als gemeenschapszin. Maar gemeenschapszin was Kneppelhout niet genoeg, aldus Dane. Het ging hem om karaktervorming. Een universiteit moest volgens Kneppelhout eerst en vooral kennis van het `eigen gemoed’ bijbrengen.
        Bij al deze hooggestemde idealen is het interessant om te lezen dat ook Kneppelhout een gewoon mens was, onderhevig aan seksuele driften – aan homoseksuele driften in zijn geval. Dane citeert een passage waaruit dit duidelijk naar voren komt. Tijdens een van zijn vele reizen observeerde Kneppelhout enkele jongens op een schip: `De jongens zijn heerlijk om aan te zien, zoo gelukkig, vrolijk en helder als ze daar in de praal hunner jeugd rondloopen. Ze hebben niets meer aan dan een grof linnen hemd, omzet met blaauw veterband; de breede boord is omgeslagen, waardoor hals en borst blootkomen; ook de voeten zijn bloot.’ Dane durft wel een vergelijking aan met een hedendaags auteur en noemt het citaat `bijna Reviaans’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.