Home TENTOONSTELLING: Nationaal Onderwijsmuseum

TENTOONSTELLING: Nationaal Onderwijsmuseum

  • Gepubliceerd op: 25 augustus 2015
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Mirjam Janssen

Even een test: hebt u leren lezen met de aap, noot, Mies-methode? Of waren de eerste woorden die u op school leerde schrijven boom, roos, vis? Of juist maan, roos, vis? En hoe schreef u: met een kroontjespen, een vulpen of een balpen? Of nog met een griffel op een lei?

Het antwoord is afhankelijk van uw generatie, zo valt te zien in het vernieuwde Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht. Het museum is heropend in De Holland, een elegant vooroorlogs gebouw dat ooit van een verzekeringsmaatschappij was.

De vaste expositie toont per thema hoe het door de jaren heen stond met de lessen in verschillende schoolvakken. Dat is natuurlijk een feest der herkenning. Voor elk vak liggen methodes uit de afgelopen decennia uitgestald. Er zijn leesplankjes, letterbakken, rekenlinialen en wereldbollen, en bij biologie een geraamte en het verplichte enge beest op sterk water. De afdeling Natuur- en Scheikunde ziet er indrukwekkend uit met kolven, pipetten en schakelborden. Intrigerend is een toestel bij de sectie Gymnastiek dat bestaat uit twee schragen met banden ertussen. Daarin hangend leerden kinderen op het droge zwemmen – met veel gevallen van verdrinking tot gevolg.

Ook de beroemde platen van Cornelis Jetses ontbreken niet. De onderwijzers gebruikten die om verhalen te vertellen. De inhoud van de platen sloot aan bij de woorden die de kinderen leerden via de aap, noot, Mies-methode.

Vanaf het begin van de negentiende eeuw begon de overheid meer eisen aan het onderwijs te stellen. Het is interessant en bemoedigend om te zien hoeveel beter en mooier de materialen in de loop der jaren zijn geworden. Opvallend is de variatie. Artikel 23 van de Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs garandeert, heeft een grote culturele rijkdom opgeleverd. Elke zuil had zijn eigen methodes, waarin de eigen opvattingen werden uitgedragen, zo blijkt bijvoorbeeld uit twee ogenschijnlijk identieke leesboekjes. Het ene boekje was bestemd voor openbare scholen; het bevat een rijmpje over Klaas Vaak, die de kinderen laat slapen. Maar in het andere – het protestantse – is dat vervangen door zinnetjes over Zus die gaat slapen en de Heere die op haar toeziet.

De komst van een nieuwe zuil is evenmin vergeten: er is een werkboek over de ramadan, dat op islamitische scholen wordt gebruikt. Ook onderwijsvernieuwers als Maria Montessori, Célestin Freinet en Kees Boeke en hun materialen komen aan bod. Met zijn veelvormige onderwijs verschilt Nederland van een land als Frankrijk, dat bijvoorbeeld voor geschiedenis één methode kent, die alle scholen in hetzelfde tempo doorwerken.

De kelder van het gebouw is bestemd voor wisselende exposities. Dit keer is dat Grow Up!, over de schoolagenda sinds de Tweede Wereldoorlog. Die veranderde van een saai boekje in een hoogst persoonlijk document. Uitgevers als Rijam en Tjeenk Willink speelden in op de jeugdcultuur door agenda’s te maken met foto’s van popsterren en acteurs. De leerlingen vulden ze aan met eigen plaatjes en tekeningen, om in te bladeren tijdens saaie lessen en natuurlijk ook om mee te pronken. Herkenbaar – en soms moedeloos makend – zijn de cijferlijsten die de leerlingen zelf bijhielden. Dan maakt het sentiment toch even plaats voor opluchting: fijn dat ik nooit meer een onverwachte overhoring kan krijgen.
 
Nationaal Onderwijsmuseum
Burgemeester de Raadtsingel 97, Dordrecht
Ma t/m za 9-17 uur, zo 11-17 uur.
Info: www.onderwijsmuseum.nl

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.