De opvatting dat de negentiende eeuw in Nederland een tijdperk was van stagnatie en indolentie is al een tijd achterhaald, zo kon u nog in het vorige nummer van dit tijdschrift lezen. Dat is ook het uitgangspunt van de tentoonstelling De IJzeren Eeuw in het Amsterdam Museum, een samenwerking met de gelijknamige serie die de NTR uitzendt vanaf 3 april, beide begeleid door een boek van Andere Tijden-presentator Hans Goedkoop en Kees Zandvliet.
Een dynamische eeuw was het, waarin de basis werd gelegd voor het moderne Nederland. ‘Nostalgie/modernisme,’ kopt het bord in de eerste zaal. Een deel van de elite kijkt met weemoed naar het verleden, maar de blik wordt ook opgewekt op de toekomst gericht. Links een muur vol realistische schilderijen met afbeeldingen van rustieke landschappen en huiselijke taferelen. Recht daartegenover een wand met zwart-witfoto’s van ijzeren constructies: bruggen, fabriekshallen, spoorwegen.
De toon is gezet. In de zalen die volgen komen innovaties aan bod, allereerst natuurlijk in de nijverheid. Naast twee stoommachines hangen schilderijen van de Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen van Paul van Vlissingen en Dudok van Heel, de Amsterdamsche Pijp-Gaz Compagnie, die voor licht zorgt in de stad.
Aan de overkant de keerzijde: op een tekening zoeken twee arbeiders steun bij elkaar als ze in een schimmige fabriekshal een lange plaat gloeiend ijzer uit de smeltoven trekken. In een fragment uit de serie gebaren vrouwen in een weverij naar elkaar om te kunnen communiceren boven het lawaai van de machines uit.
Alles verandert mee; een hilarisch filmpje laat zien hoe een man te laat op Schiphol komt, omdat de spoorbrug openstaat en de straten zo vol zijn met mensen, fietsen en trams dat hij er niet doorheen komt. Geen nood, het vertrokken vliegtuig wordt even radiografisch teruggeroepen om hem toch mee te nemen.
Na de aanleg van het Suezkanaal is Indië in vijf weken te bereiken in plaats van vier maanden, zo zien we op een infographic die een hele muur beslaat. De koloniale exploitatie komt nu pas echt van de grond; het batig slot wordt gebruikt om spoorwegen aan te leggen. Met het Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg zijn Rotterdam en Amsterdam bereikbaar voor grote stoomschepen. Een kruiwagen herinnert aan de duizenden arbeiders die de kanalen met de hand groeven.
Het buitenland komt steeds dichterbij. Er hangen posters die uitstapjes naar ‘picturesque Holland’ propageren – ‘Paris-Amsterdam en 10 heures’. Ook de Nederlander trekt er in eigen land op uit: op de fiets, naar de kermis of de dierentuin. ANWB en VVV worden opgericht, mensen gaan sporten. In een vitrine de schaatsen en muts van Jaap Eden, die in 1893 wereldkampioen werd.
Nergens gingen de ontwikkelingen zo hard als in de stad – we zijn tenslotte in het Amsterdam Museum. Grachten worden gedempt, riolering en tramrails aangelegd, zo laten schilderijen van Breitner zien. Er zijn modemagazijnen in chique winkelstraten, maar de armen wonen in kelders.
Het slot van de tentoonstelling is optimistisch. ‘Emancipatie’ heet de laatste zaal – van de katholieken, maar vooral van de vrouw en de arbeider. Aan het einde van de eeuw is de slavernij afgeschaft, zijn er vakbonden opgericht en is er ruimte voor de Eerste Feministische Golf.
Zo geeft De IJzeren Eeuw een mooie karakterisering van een formidabele eeuw. De zalen zijn sober ingericht: een paar objecten en schilderijen, her en der een scherm met een fragment uit de televisieserie. Maar de voorwerpen zijn weloverwogen gekozen: een prikklok, een vitrine met petten en een korset – dat dan wel weer drukknopen had, zodat vrouwen zelf hun kind konden voeden. De teksten zijn goed geschreven en de expositie vertelt een helder verhaal.
De esthetiek lijkt soms een beetje doorgeschoten – vooral iemand met enige kennis van zaken zal die kunnen waarderen. Het metershoge portret van Abraham Kuyper door Albert Hahn, bijvoorbeeld, moet duidelijk maken waarom hij ‘de Geweldige’ werd genoemd. Maar een paar regels op een bordje zijn wat summier om dit goed uit te leggen. En let u op dat u na de fabriekszaal rechtsaf omhooggaat. Uw verslaggever moest terug voor de helft van de tentoonstelling die ze gemist had.
Dit artikel is exclusief voor abonnees