Home Telepaat of charlatan? De Rubini verbaasde iedereen, ook zichzelf

Telepaat of charlatan? De Rubini verbaasde iedereen, ook zichzelf

  • Gepubliceerd op: 31 mei 2022
  • Laatste update 08 nov 2022
  • Auteur:
    Steven de Boer
  • 9 minuten leestijd
Telepaat of charlatan? De Rubini verbaasde iedereen, ook zichzelf

In de zomer van 1919 maakte de Tsjechische telepaat Eugen de Rubini furore in Nederland. Met zijn telepathische zoektochten bracht hij concertzalen in verwondering en stelde hij de wetenschap voor een raadsel. In De Volgeling vertellen psycholoog Jaap Bos en historicus Friso Hoeneveld het verhaal van deze mysterieuze figuur, die zichzelf ‘experimenteel psycholoog’ noemde.

Tijdens zijn voorstellingen vroeg De Rubini mensen uit het publiek om naar voren te komen. Zij moesten als ‘geleider’ fungeren en de telepaat in gedachten een opdracht laten uitvoeren, bijvoorbeeld het zoeken van een object. De Rubini nam via zogenaamde ‘gedachteoverdracht’ kennis van de opdracht en voerde deze uit, tot verbazing van de toeschouwers.

De Rubini was ook bedreven in wichelroedelopen en ‘hypnotische suggestie’: zijn toeschouwers verstrengelden hun vingers en slaagden er pas in om hun handen weer los te maken als hij daarvoor het commando had geven. Bos en Hoeneveld werden niet alleen gegrepen door De Rubini’s bijzondere gaven, maar ook door zijn verassende levensloop.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €3,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Waarom is De Rubini zo’n wonderlijk figuur?

Bos: ‘De Rubini kwam op in de bewogen jaren van het Interbellum. Het waren de hoogtijdagen van de modernisering; alles leek mogelijk. De telepathie hield in die tijd een belofte in: misschien zou het mogelijk zijn om op een andere manier naar rationaliteit te kijken en menselijk gedrag op een nieuwe manier te begrijpen. De Rubini belichaamde die belofte. Hij bewandelde het smalle pad tussen het niet-weten en het niet-begrijpen. Of hij echt een telepaat was of dat hij slechts een truc uitvoerde is niet van belang: het gaat erom dat hij suggereerde dat er nog werelden te ontdekken waren.’

Hoeneveld: ‘De Rubini’s leven is bovendien een mooi verhaal. Hij kwam ter wereld in een gat in de buurt van Brno in het huidige Tsjechië, maakte carrière in het sprankelende vooroorlogse Wenen en vermaakte als krijgsgevangene in de Eerste Wereldoorlog zijn kameraden door hun gedachten te lezen. Na de oorlog besloot hij met zijn impresario, de Weense Heinrich Lauterstein, naar het relatief ongeschonden Nederland te reizen. Daar wilden ze cashen. De Rubini trouwde met een Haagse jongedame en nadat hij Nederland veroverd had, reisde hij met haar naar Amerika. Daar belandde hij in de goot, maar tijdens de Roaring Twenties had hij nog enig succes. Helaas zijn de laatste dertig jaar van zijn leven in nevelen gehuld.’

Was het een uitdaging om bronnen over De Rubini te vinden?

Bos: ‘Over zijn tijd in Nederland liggen de bronnen voor het oprapen: hij stond meermaals in de Nederlandse kranten. Het is jammer dat we vanwege corona niet zelf naar de Verenigde Staten konden om daar onderzoek te verrichten. We hebben daar nog wel mensen voor ons aan het werk kunnen zetten, maar veel over De Rubini’s Amerikaanse jaren weten we niet. Ik denk dat hij wegzakte in de middelmatigheid en een leven leidde dat niet in de kranten verscheen.’

‘De Rubini bewandelde het smalle pad tussen het niet-weten en het niet-begrijpen’

Hoeneveld: ‘We hebben veel te danken aan de digitale revolutie van de afgelopen twintig jaar: ik kan me niet voorstellen hoe dit boek dertig jaar geleden geschreven had kunnen worden. Het blijft wonderlijk hoeveel bronnen al gedigitaliseerd zijn, en hoe makkelijk we contact konden leggen met archieven in Amerika en Tsjechië. Collega’s van een vorige generatie hadden veel meer moeite moeten doen en uiteindelijk misschien wel minder boven water gekregen.’

Sommige delen in het boek zijn fictief. Hoe hebben jullie feit en fictie gebalanceerd?

Bos: ‘Als we het verhaal van De Rubini puur tot de feiten hadden willen beperken, dan hadden we veel minder pagina’s nodig gehad. Maar daar ging het ons niet om: we wilden een caleidoscopische visie geven op zijn leven en de wereld waarin hij verkeerde. In mijn optiek is het daarbij gerechtvaardigd om fictie toe te passen, zeker als je bedenkt dat De Rubini zelf in een schemerwereld leefde waarin feit en fictie nauwelijks van elkaar te onderscheiden waren. De meeste details van zijn verhaal zijn direct uit de bronnen gehaald, bijvoorbeeld dat De Rubini’s oom Jozef heette en in Brno woonde. Maar dat Jozef zijn neefje mee uit jagen nam in de bossen, dat is een verzonnen verhaal dat we eromheen hebben gevlochten, net als bij een goochelaarstruc.’

Hoeneveld: ‘We hebben dus zeker enige dichterlijke vrijheid toegepast, maar omdat we de vele gebruikte feiten keurig hebben verantwoord, heeft ons verhaal wel historische zeggingskracht.’

De Rubini was zeer populair in Nederland. Waarom zocht hij juist daar het succes?

Hoeneveld: ‘Dat was deels een kwestie van toeval, maar er speelden ook andere factoren mee. Nederland was een voor de hand liggende bestemming voor De Rubini, omdat het een van de weinige landen was die ongeschonden de Eerste Wereldoorlog waren doorgekomen. Daarnaast is het mogelijk dat De Rubini’s impresario dacht dat Nederland een springplank zou zijn voor succes in Amerika.’

Bos: ‘Bovendien was telepathie in de jaren na de Eerste Wereldoorlog verboden in Wenen. Er waren daar een aantal mensen die claimden dat ze hetzelfde konden als De Rubini, maar zij maakten er een potje van: ze overdreven hun act en maakten er een te grote happening van, met chaos tot gevolg. Hier waren de Weense autoriteiten zo kort na de oorlog niet van gediend. De Rubini moest daarom uitwijken naar het buitenland. Frankrijk en Engeland waren de vijand, dus die vielen af. Nederland was een rijk land en daarom een goede keuze.’

De Rubini in klassiek gewaad à la Cicero, 1919. Bijzondere Collecties Allard Pierson Museum, UvA.

Hoe verklaren jullie De Rubini’s succes?

Bos: ‘De Rubini was jong, aantrekkelijk en mysterieus. Hij belichaamde de belofte van de toekomst. Hij had de tijdgeest mee: alles ging na de oorlog weer open en mensen wilden vermaakt worden. De Rubini kon ze in die behoefte voorzien. Het publiek stond bovendien open voor de mogelijkheid dat er zoiets bestond als contact met geesten. Een bezoek aan een show van De Rubini was een beschaafde hobby voor de hoge burgerij.’

Hoeneveld: ‘Bovendien was de radio net uitgevonden; de sensatie hing letterlijk in de lucht. De eerste radiozender was in 1910 in de Verenigde Staten in de lucht gegaan, het eerste Nederlandse commerciële radiostation werd in 1919 opgericht. Als een stel wetenschappers in een laboratorium een kastje kon bouwen dat stemmen via de ether kon versturen en opvangen, waarom zou de mens dat dan niet kunnen? Het principe van de radio werd door sommigen als mogelijke verklaring gezien voor telepathie. Dit klinkt nu misschien vergezocht, maar die gedachtegang was toentertijd nog niet zo gek.’

De Rubini gaf zelf nooit een duidelijke uitleg over zijn gave.

Bos: ‘In de spaarzame verklaringen die De Rubini gaf, ontkende hij heel zorgvuldig dat hij iets bovennatuurlijks kon. Hij claimde bijvoorbeeld nooit dat hij met geesten sprak. De Rubini hield wel vol dat wat hij deed geen truc was, maar iets natuurlijks. Hij noemde zich een hypersensitieve geest die zelf eigenlijk ook niet wist hoe het werkte. Dit wilde hij graag verder onderzoeken. Hij noemde zichzelf dan ook een ‘experimenteel psycholoog’: zijn shows waren geen seances, maar proefnemingen. Zijn “onderzoek” deed hij terwijl hij de middelbare school niet eens had afgemaakt, laat staan dat hij ooit een universiteit had bezocht.’

Wetenschappers wilden De Rubini maar wat graag onderzoeken.

Hoeneveld: ‘Er was een wetenschappelijke en technologische revolutie gaande: Einstein deed zijn baanbrekende onderzoek naar relativiteit, en met de uitvinding van draadloze telegrafie was de basis voor de radio gelegd. Veel wetenschappers waren ervan overtuigd dat ze overal de antwoorden op konden vinden, als ze maar goed genoeg zochten.’

‘Het principe van de radio werd door sommigen als mogelijke verklaring gezien voor telepathie’

Bos: ‘Ze vonden De Rubini’s kunsten waanzinnig interessant en waren vastbesloten om die te verklaren. De meesten die hem onderzochten meenden dat ze bedrog konden uitsluiten; wetenschappers twijfelden niet gauw aan de integriteit van mensen. Bovendien is een goede goochelaar nauwelijks te betrappen op bedrog, want dat is zijn beroep. Veel wetenschappers waren dus in de veronderstelling dat er echt iets interessants aan de hand was met de telepaat.’

Hoeneveld: ‘Hans Klok zei vorig jaar in Zomergasten dat hij kinderen het lastigst te foppen vindt, omdat die in hun onbevangenheid overal doorheen kijken. Volgens Klok zijn hoopopgeleiden juist een makkelijk publiek: die denken veel te ingewikkeld, terwijl de truc zelf meestal vrij simpel is. Het zou best kunnen dat dit voor De Rubini ook gold: misschien had hij aan die wetenschappers helemaal niet zo’n zware kluif.’

Hoe heeft onderzoek naar telepathie zich sinds De Rubini’s tijd ontwikkeld?

Bos: ‘De studie van telepathie ging op in de parapsychologie. In de jaren twintig en dertig stond dit studiegebied even in het centrum van de belangstelling. Parapsychologen deden toen razend interessant onderzoek en maakten gebruik van innovatieve technieken, zoals statistiek. Dat de sociale wetenschappen daar tegenwoordig gebruik van maken is te danken aan de parapsychologen. Toch is de parapsychologie na deze veelbelovende periode in de marges van de wetenschap verdwenen. Serieuze wetenschappers hechten geen geloof meer aan telepathie.’

Waarom konden parapsychologen geen resultaten boeken?

Bos: ‘Ze hebben altijd het probleem gehad dat er tussen de onderzochte mediums vreselijk veel oplichters zaten. Ze moesten dus een grens trekken tussen mensen die echt iets telepathisch leken te kunnen en bedriegers, maar dat was erg lastig. Veel oplichters konden ontmaskerd worden, maar bij de betere goochelaars was dit vrijwel onmogelijk. Er waren dan ook een aantal mensen, waaronder De Rubini, die nooit zijn betrapt.

Hoeneveld: ‘Sommige sceptici loofden prijzen van duizenden dollars uit aan mensen die onder gecontroleerde omstandigheden konden bewijzen dat telepathie echt bestond. Op die uitdaging is nog nooit een goochelaar, magiër of telepaat succesvol ingegaan. Dus dat spoor hoeven we niet heel serieus uit te diepen.’

 

Jaap Bos is psycholoog en als universitair hoofddocent verbonden aan de faculteit Sociale Wetenschappen, Universiteit van Utrecht.

Friso Hoeneveld is historicus en als onderzoeker verbonden aan het Freudenthal Instituut (History and Philosophy of Science), Universiteit van Utrecht.

De volgeling. Het verhaal van de Tsjechische telepaat Plachy, die zich Rubini liet noemen.

Jaap Bos en Friso Hoeneveld

240 p. Walburg Pers, €22,50