Anton van Hooff:
‘De Duitse keizer Wilhelm II meende dat je ten aanzien van de Russen twee fouten kunt maken. Ten eerste door ze te ónderschatten, ten tweede door ze te óverschatten. Daarmee wilde hij zeggen dat je ervoor moet oppassen het keizerrijk Rusland machtiger voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Wij moeten dan ook zeker niet denken dat de dreiging van wapenleveranties niet zinvol of te risicovol is. Zonder zo’n dreigement zal Poetin tijdens de diplomatieke onderhandelingen met de EU namelijk geen enkele concessie doen.
Poetin is de nieuwe tsaar: de “caesar” of keizer van Moskou – vanouds “het derde Rome”. En het Romeinse Rijk, zo schreef Cicero, was “een wereldmacht geworden door zijn bondgenoten te verdedigen”. De volkeren die Rome te hulp schoot tegen externe bedreigingen, werden namelijk stuk voor stuk door de keizers zelf onderworpen.
Poetin past dezelfde tactiek toe. Niet alleen in Oekraïne, maar ook bijvoorbeeld in de Baltische staten. Hij wendt voor dat hij de lokale etnische Russen te hulp wil schieten, omdat ze zouden worden onderdrukt. Ook al zijn veel van die buitenlandse Russen ooit zelf Rusland ontvlucht, en denken ze er niet aan naar het fascistische Rusland van Poetin terug te keren.’
Ruth Oldenziel:
‘De grote vraag is natuurlijk wat je met wapenleveranties hoopt te bereiken. Een nieuwe wereldoorlog? Dat wil denk ik niemand. Een politieke oplossing dan? Die komt pas dichterbij wanneer beide partijen militair niet voor elkaar onderdoen. Maar hoe bereik je dat in zo’n onoverzichtelijke situatie? Ik ben eerlijk gezegd blij dat ik de beslissing niet hoef te nemen.
Rusland speelt in de Baltische staten hetzelfde politieke spel. Daar voert het Kremlin ook een ondergrondse “oorlog” om deze landen weer binnen de Russische invloedssfeer te brengen. Maar er is een groot verschil. De Baltische staten zijn volwaardig lid van de NAVO. Als Rusland daar binnenvalt treedt artikel 5 van het NAVO-verdrag in werking, en zijn alle NAVO-landen verplicht om militair in te grijpen.
In Oekraïne ligt dat juridisch gezien anders. De onderhandelingen voor toetreding van Oekraïne tot de NAVO zijn onder de vorige, pro-Russische president Janoekovitsj gedwarsboomd en daardoor nooit afgerond. Met name in het oosten van het land was veel protest tegen een NAVO-lidmaatschap. “Oekraïne” betekent niet voor niets “grensland”: de oostgrens van Europa heeft altijd in dit gebied heen en weer bewogen. Misschien kan het land beter opnieuw worden opgesplitst in een pro-westerse en een pro-Russische staat.’
James Kennedy:
‘John Foster Dulles, minister van Buitenlandse Zaken onder Eisenhower, pleitte voor zijn ambtstermijn voor een roll back van de Sovjet-Unie. Toen hij eenmaal minister was, vond hij dit toch te link. Het risico op een nucleaire oorlog tussen Rusland en het Westen bleek eenvoudigweg te groot. Zoals ook Chroesjtsjov, ten tijde van de Cuba-crisis, uiteindelijk is teruggedeinsd voor militaire activiteiten bij de Amerikaanse grens om een nucleaire oorlog te voorkomen.
Ik beschouw het Rusland van na de Tweede Wereldoorlog eerder als een in het nauw gedreven natie dan als een agressieve grootmacht. Althans, in Europa. Het is niet zo dat we nu een nieuwe Hitler moeten afstoppen. In Berlijn in 1952, in Hongarije in 1956 en in Tsjecho-Slowakije in 1968 bracht de Sovjet-Unie de aspiraties van de lokale bevolking om zeep omdat ze zich in haar eigen voortbestaan bedreigd voelde. Het was geen aanzet tot de verovering van West-Europa.
Dat zie ik ook bij Poetin. Als Oekraïne deel gaat uitmaken van de NAVO, zal het niet alleen een directe militaire bedreiging voor Rusland vormen. Een democratisch Oekraïne zal ook indirect Poetins autocratische bewind aan het wankelen brengen. Wanneer het Westen nu wapens levert aan Oekraïne, riskeert het een militaire noodsprong van het Poetin-regime.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees