Home Smachten en idealiseren

Smachten en idealiseren

  • Gepubliceerd op: 26 jan 2011
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

‘Liefde? Een twaalfde-eeuwse uitvinding,’ stelde de Franse historicus Charles Seignobos (1854-1942), waarbij het voor hem natuurlijk evident was dat deze uitvinding in Frankrijk was gedaan. Uiteraard was Seignobos een te goed historicus om te denken dat de emotie die wij ‘liefde’ noemen voor die tijd niet had bestaan. Wel wees hij erop dat in de periode 500-1100 n.Chr. het woord amor zelden betrekking had op wat vaak wordt aangeduid met de term ‘romantische liefde’.

 
Aan het begin van de twaalfde eeuw kwam hier radicaal verandering in, en werden dit soort gevoelens bezongen in de poëzie die opbloeide aan de hoven in het zuiden van Frankrijk. Opeens werd er geschreven over liefde op het eerste gezicht, over het wegcijferen van persoonlijke belangen ten bate van de geliefde, over de gelijkwaardigheid van de geliefden, en over het verlangen samen het leven te delen. Over de vraag hoe het kwam dat dit nieuwe ideaal zo plotseling ontstond doen tal van theorieën de ronde. Socioloog Benjo Maso neemt ze in zijn proefschrift allemaal onder de loep. Volgens hem zijn ze echter geen van alle bevredigend, omdat ze over het algemeen slechts aandacht schenken aan één aspect van een complex fenomeen.

Dat mensen ook vóór 1100 verliefd werden, naar het samenzijn met hun geliefde smachtten en geneigd waren deze te idealiseren, blijkt alleen al uit de poëzie van de Romeinse dichter Ovidius, die vanaf de twaalfde eeuw weer bijzonder populair werd. Omdat het hoogst onwaarschijnlijk is dat dergelijke gevoelens na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk ophielden te bestaan, kan men zich dus afvragen waarom ze gedurende de zes eeuwen vóór 1100 onderdrukt of in ieder geval verborgen moesten blijven, en waarom ze daarna ineens wel getolereerd en zelfs aangeprezen werden.

Maso wijst erop dat vóór de twaalfde eeuw het moderne concept van het staatsgezag – waarin de overheid het geweldsmonopolie heeft – nog nauwelijks van toepassing was, en dat men bij het afweren van agressie en geweld was aangewezen op zijn familie en de gemeenschap waarvan men deel uitmaakte. Aan deze betrekkelijk kleine verbanden was men strikte loyaliteit verschuldigd, zodat het voor mannen eigenlijk onmogelijk was sterke en exclusieve gevoelens voor een ander te koesteren.

Aangezien vrouwen zich vrijwel uitsluitend bezighielden met activiteiten buiten de publieke sfeer, waren voor hen gevoelens van liefde voor één specifieke persoon wel aanvaardbaar en zelfs loffelijk. Voor mannen daarentegen dienden de belangen en de veiligheid van de eigen groep absolute prioriteit te hebben.

Vanaf het begin van de twaalfde eeuw begon dit in het zuiden van Frankrijk te veranderen. Er brak een periode aan die aanzienlijk vreedzamer was en waarin de vorst meer macht naar zich toe kon trekken. Voor mannen van adel – en uiteraard ging het in de literatuur alleen over hen – ontstond een zekere ruimte om zich losser op te stellen tegenover hun verwanten en een persoonlijke carrière na te streven. Dé plek om dat te doen was in de eerste plaats het hof, waar geleidelijk omgangsvormen in zwang kwamen die sterk contrasteerden met de ‘mannelijke’ wereld van krijgers die bij het minste of geringste naar de wapens grepen.

Hoewel er veel kritiek kwam op jongelieden die veel aandacht aan hun uiterlijk besteedden en uiting gaven aan hun gevoelens werd dit gaandeweg meer geaccepteerd. Hoe dit proces verliep, en welke rol de nieuwe vormen van literatuur hierbij speelden, wordt op overtuigende wijze door Maso beschreven in dit boek, dat veel subtieler en genuanceerder is dan deze samenvatting doet vermoeden.

Benjo Maso, Het ontstaan van de hoofse liefde. De ontwikkeling van fin’amors 1060-1230 301 p. Atlas, € 24,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Michaël Zeeman in 1998
Michaël Zeeman in 1998
Recensie

Boek over Michaël Zeeman begon als verwondering over een vriend

De Leidse historicus Willem Otterspeer wilde zijn overleden vriend Michaël Zeeman begrijpen en schreef een boek over hem. Het blijkt een raadsel zonder oplossing. Waar begint een historicus aan als hij een biografie wil schrijven over een van zijn beste vrienden? Een complexe, omstreden en begaafde vriend bovendien. Willem Otterspeer besloot een biografie van journalist...

Lees meer
Franse militair gebruikt een drone
Franse militair gebruikt een drone
Artikel

Uitvinder Nikola Tesla voorspelde de drone als oorlogswapen

De komst van drones op het slagveld is al in 1907 voorzien door uitvinder en natuurkundige Nikola Tesla. Zijn experimenten met radiografische besturing legden mede de basis voor de ontwikkeling van onbemande oorlogsvliegtuigen. Nikola Tesla wordt gezien als een van de belangrijkste uitvinders op het vlak van elektrotechniek en radiocommunicatie. Hij werd in 1854 geboren...

Lees meer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Artikel

In Cambodja is de Rode Khmer nog steeds een open wond

In de jaren zeventig voerde de Rode Khmer een schrikbewind in Cambodja. Deze communisten joegen een kwart van de bevolking de dood in en traumatiseerden de rest. Toch zijn de daders nauwelijks vervolgd.   Voor toeristen die naar Cambodja komen staat het betoverende tempelcomplex Angkor Wat bovenaan het verlanglijstje. Dat ligt nu in de jungle, maar...

Lees meer
Chinese moeder met zoontje
Chinese moeder met zoontje
Artikel

Nederlandse wiskundige bracht China op het idee van eenkindpolitiek

Eind jaren zeventig bepaalde de Chinese overheid dat ouders niet meer dan één kind mochten krijgen. Dat beleid was gebaseerd op wiskundige projecties. Een van de onderzoekers die de Chinezen daarmee liet kennismaken was de Nederlander Geert Jan Olsder. In het voorjaar van 1975 meldde zich een Chinese delegatie bij de Technische Hogeschool Twente. Het...

Lees meer
Loginmenu afsluiten