De beste kansen om een oorlog te winnen heeft een leger in de allereerste fase. Het is dan zaak de vijand te verrassen, om zo snel de overhand te krijgen. Lukt dat niet, dan moet het leger overschakelen op een uitputtingsoorlog, om tijd te winnen om de eigen bevolking te mobiliseren. Dat is een van de basisprincipes van Russische militair leiders, schrijft Engin Yüksel in een proefschrift over continuïteit in het Russische militaire denken sinds 1856.
De strategie die de Russen het afgelopen jaar toepasten in Oekraïne past binnen die manier van denken, die vroeg in de twintigste eeuw vorm kreeg. Bovendien sluit zej aan bij een nog fundamenteler aspect van de Russische militaire theorie, zo schrijft Yüksel. De militaire leiding is opgeleid met het idee dat oorlogen volgens vaste wetten verlopen en dat strategen zich daardoor moeten laten leiden. Daarin wijken ze af van westerse militairen, die leren dat oorlogssituaties onderling zo sterk kunnen verschillen dat het vooral gaat om een scherp oordeelsvermogen.
De overtuiging dat er onveranderlijke militaire wetten zijn, maakt dat het Russische denken over oorlogvoering sinds de vroege twintigste eeuw weinig is veranderd. Hoewel de politieke verhoudingen en de technische middelen nu totaal anders zijn, houden militair leiders vast aan de oude doctrines.