Home PIETER ’t HOEN EN DE POST VAN DEN NEDER-RHIJN (1781-1787). EEN BIJDRAGE TOT KENNIS VAN DE NEDERLANDSE GESCHIEDENIS IN HET LAATSTE KWART VAN DE ACHTTIENDE EEUW

PIETER ’t HOEN EN DE POST VAN DEN NEDER-RHIJN (1781-1787). EEN BIJDRAGE TOT KENNIS VAN DE NEDERLANDSE GESCHIEDENIS IN HET LAATSTE KWART VAN DE ACHTTIENDE EEUW

  • Gepubliceerd op: 03 sep 2002
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Hans Renders

Nog geen twee maanden na de Duitse inval van 1940 startte de journalist Frans Goedhart zijn Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen. Na 27 nummers werd dit verzetskrantje voorgezet onder de naam Het Parool. Goedhart had een voorbeeld genomen aan de achttiende-eeuwse journalist, tijdschriftredacteur, literator en patriot Pieter ’t Hoen, die met zijn politiek weekblad De Post van den Neder-Rhijn strijd leverde tegen buitenlandse indringers.

        Pieter ’t Hoen was een veelzijdig man. Zijn activiteiten als tabaksfabrikant, journalist en toneelschrijver tijdens zijn ballingschap in Frankrijk vormen hier slechts een paar illustraties van. Bovendien is het bijna zeker dat het omvangrijke satirische oeuvre van J.A. Schasz in werkelijkheid door ’t Hoen is geschreven. Onomstreden is dat ’t Hoen, zogenaamd omdat zijn dochtertje ernaar vroeg, een vervolg schreef op de eerste bundel kindergedichten van Hiëronymus van Alphen.
        P.J.H.M. Theeuwen heeft (nog) geen biografie van ’t Hoen geschreven, maar wel ligt er nu een omvangrijke monografie over De Post van den Neder-Rhijn. Het boek gaat over onder meer de zevenhonderd correspondenten die aan dit strijdschrift meewerkten en over de rol die het speelde in de patriottenstrijd. Theeuwen heeft gelukkig niet de ambitie gevoeld de 614 afleveringen van de Post na te vertellen, maar ordende zijn materiaal langs thematische lijnen: de Post en de publieke opinie, de internationale politiek, de pershistorische aspecten en zo meer. Ook komen we veel aan de weet over de persoonlijke ambities van ’t Hoen.

Greet Hofmans
De Post-periode van 1781-1787 was weliswaar een tijd van politieke omwentelingen, maar Theeuwen toont aan dat ’t Hoen en zijn medewerkers niet van start gingen om een revolutie te ontketenen. Leidde de Vierde Zeeoorlog met Engeland – de aanleiding voor ’t Hoen om de journalistiek in te gaan – in 1781 en 1782 aanvankelijk nog tot zakelijke kritiek op het gevoerde Oranjebeleid, daarna was de Post het belangrijkste orgaan van de patriottenbeweging, met regelrechte propaganda en een eigen strategische agenda.
        Meest in het oog lopend in dit verband was wel de publicatie van een geheime overeenkomst, de Acte van Consulentschap. Hiermee werd de vurig gewenste val van de hertog van Brunswijk ingeleid, de man die door Willem IV naar Nederland was gehaald, voogd van Willem V werd en ook na diens achttiende verjaardag als een soort Greet Hofmans de ene intrige na de andere tot bloei liet komen.
        Brunswijk had bijna onbeperkte macht omdat Willem V de Acte van Consulentschap had getekend, en daarmee had vastgelegd dat de hertog door niemand ter verantwoording geroepen kon worden voor zijn adviezen. Het was een mooie scoop voor de Post dat zij dit geheime document integraal kon publiceren – met triomfantelijk commentaar natuurlijk. Maar ook met onwaar commentaar. Willem V was helemaal niet verplicht de adviezen van Brunswijk op te volgen, zoals ’t Hoen zijn lezers wilde doen geloven. Slordig, maar het nam niet weg dat Willem V ernstig in verlegenheid was gebracht door de Post.
        ’t Hoen schreef dus aanvankelijk uit bezorgdheid over de politieke, morele en economische positie van het vaderland, maar allengs werd de Post het platform voor democratische en andere politieke vernieuwing. Toen de Pruisen in september 1787 ons land binnenvielen om de prins en zijn Pruisische echtgenote bij te staan, kon escalatie van tegenstellingen niet uitblijven. ’t Hoen werd naar Frankrijk verbannen en keerde pas terug toen in 1795 de Fransen hier de Bataafse Republiek vestigden.
        Nooit is onderzocht hoe de neutrale Nederlandse pers zich verhield tot patriotse en prinsgezinde periodieken. Werd Du Contrat Social van Rousseau voor het eerst in de Post genoemd? We weten het pas als iemand het uitzoekt. De Post is nu overtuigend beschreven, en ook al moet het vergelijkend onderzoek nog vorm krijgen, we krijgen toch een idee in welke opzichten het blad verschilde van zijn voorgangers.
        Van de moralistische spectatoriale geschriften nam de Post de literaire stijl grotendeels over. Maar waren de `correspondenten’ van de spectators fictief, die van de Post bestonden echt. Ook was er meer interactie – door ingezonden brieven – tussen lezers en redactie van de Post dan zulks met de spectators het geval was.

Complotdenken
De medewerkers van de Post waren anoniem. Toch weten we dat de bekendste correspondent Joan Derk van der Capellen tot den Pol heette, die met zijn pamflet Aan het volk van Nederland zelfs Pim Fortuyn wist te inspireren. Aan het redacteurschap van ’t Hoen hoeven we niet te twijfelen. Hij publiceerde twee keer onder eigen naam in zijn blad en verried zich daarbij als verantwoordelijk redacteur. Maar ook inhoudelijk zijn er een paar stokpaardjes die erg des Hoens zijn: heftige anglofobie, kritiek op het Oranjehuis en een sterke neiging tot complotdenken zijn uiteindelijk heuse programmapunten van de Post geworden.
        In hoeverre ’t Hoen behalve zijn ideologische en andere hang-ups ook commercieel dacht, is moeilijk te achterhalen. Maar de vraag die door Theeuwen wordt gesteld is gerechtvaardigd. De patriotse bladen als de Post haalden allemaal hoge oplagen in vergelijking met de Oranjegezinde pers. Pershistorici hebben dan ook gemengd gereageerd op het ontstaan van de politieke pers in Nederland. Waren de patriotten beginselvaste lieden of – zoals de historicus Herman Theodoor Colenbrander vond – `walgingwekkende’ opportunisten die alleen doorgaven wat vijanden van de prins hun influisterden?
        Je ziet in de periode dat de Post verscheen de hele dagbladpers politiseren. Er kwamen nieuwe kranten die (patriots) politiek commentaar leverden, zoals de Noord-Hollandsche Courant, maar ook enkele al bestaande kranten werden patriots, zoals de Opregte Haarlemsche Courant. De Oranjepers moest de publieke opinie bewerken met onregelmatig verschijnende pamfletten. In 1782 kwam daar verandering in, toen Philippus Verbrugge met een nieuw Oranjegezind periodiek op de markt kwam: De Post naar den Neder-Rhyn. Op één voorzetsel na dezelfde titel als het succesvolle blad van ’t Hoen.
        Zo waren er nog wel een paar initiatieven. Maar geen enkel politiek blad uit die periode heeft het zo lang uitgehouden als de Post van ’t Hoen. Ook boekhandelaren in een orangistische omgeving verkochten het grif, zo verklaart Theeuwen het succes van de Post, want zij wilden de lucratieve verkoop van een periodiek niet mislopen, patriots of niet. Omdat er zoveel nieuws over eigen land te melden was, werd gebroken met de door de binnenlandse censuur krachtig in de hand gewerkte gewoonte om meer aandacht te besteden aan buitenlands dan aan binnenlands nieuws.
        Tussen 1795 en 1799 nam ’t Hoen de redactie ter hand van de 260 nummers van De Nieuwe Post van den Neder-Rhyn. Onder het Bataafse bewind hoefde de Post niet meer anoniem te verschijnen, maar droeg zij de naam van Pieter ’t Hoen trots op de voorpagina. Hij staakte zijn journalistieke en literaire activiteiten definitief toen hij in 1811 griffier werd van het Vredegerecht in Amersfoort.
        In 1828 overleed ’t Hoen, op 83-jarige leeftijd. Vijf jaar na de dood van zijn vrouw, met wie hij 63 jaar lief en leed had gedeeld en met wie hij acht kinderen kreeg. We beschouwen dat als de cliffhangers voor de biografie van ’t Hoen die Theeuwen aan het voorbereiden is. Die van Frans Goedhart, de twintigste-eeuwse Pieter ’t Hoen, moet trouwens ook nog geschreven worden.

Hans Renders werkt aan een biografie over Jan Campert. Hij is verbonden aan de sectie Journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Gebouw Federal Reserve
Gebouw Federal Reserve
Artikel

Opheffing van de Amerikaanse Federale Bank veroorzaakte economische rampspoed

President Donald Trump heeft een afkeer van de Federal Reserve Bank (FED), de Amerikaanse centrale bank. Daarin staat hij niet alleen. Zijn verre voorganger Andrew Jackson hief de bank in 1836 zelfs op. Dat leidde tot een diepe economische crisis. Van oudsher hebben Amerikanen een hekel aan centrale overheidsinstellingen. En aan bankiers. Het verklaart waarom...

Lees meer
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Artikel

De Bourgondiërs voerden een financieel schrikbewind

Bourgondische vorsten hieven belastingen om hun oorlogen en dynastieke ambities te financieren. De Belgische historicus Marc Boone belicht hun plannen via het leven van een van hun paladijnen. Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en...

Lees meer
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Interview

Gravin Marie van Bylandt koos een verrassend zelfstandig leven

Gravin Marie van Bylandt groeide eind negentiende eeuw op in luxe op het Haagse landgoed Oostduin, omringd door natuur, personeel en talloze huisdieren. Toch koos ze daarna een verrassend zelfstandig leven: ongehuwd, onafhankelijk en samenwonend met dierenactiviste Elisabeth des Tombe. In De vervlogen wereld van Marie, gravin van Bylandt schetst historicus Alies Pegtel hoe de...

Lees meer
Nederland hielp Israël bij de verkoop van staatsobligaties
Nederland hielp Israël bij de verkoop van staatsobligaties
Nieuws

Nederland hielp Israël bij de verkoop van staatsobligaties

Israël heeft via Amsterdam decennialang staatsobligaties verkocht aan beleggers. De Nederlandse overheid nam daarbij het risico betrokken te raken bij de financiering van de illegale bezetting van Palestijnse gebieden. Dit blijkt uit onderzoek van de journalisten Siem Eikelenboom en Casper Rouffaer.   Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel?...

Lees meer
Loginmenu afsluiten