Home Papoea’s

Papoea’s

  • Gepubliceerd op: 22 augustus 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Gerard Mulder

We gaan een hoop geouwehoer over Nieuw-Guinea tegemoet, in Nederland, bedoel ik.


Terecht morren de Papoea’s op Irian over het inderdaad schandelijke koloniale bewind dat Indonesië nu alweer bijna dertig jaar over hen uitoefent. Op hun eiland zijn ze tweederangs burgers; de dienst wordt uitgemaakt door Jakarta en door de immigranten van andere eilanden in de archipel. Onverdroten laten de heersers uit Java de waardevolle delfstoffen afgraven en het landschap vernietigen zonder dat de oorspronkelijke bevolking er dan tenminste nog van profiteert. Begrijpelijk is dat een deel van de woede die de Papoea’s voelen, zich tegen de vorige kolonisator, Nederland, keert omdat deze de belofte heeft gebroken hun destijds onafhankelijkheid te verschaffen.
        Wanneer ik mijn historische spoorzoekeroor tegen de aarde druk, hoor ik de voetstappen al bonken van de politiek correcten die ons op radio en tv en op de opiniepagina’s van de kranten zullen komen vertellen dat de Papoea’s gelijk hebben, en dat Nederland een ereschuld aan hen heeft in te lossen. Zij zullen het afstaan van toenmalig Nederlands Nieuw- Guinea aan Indonesië veroordelen als een fout en een misdaad jegens het Papoea-volk. Van minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken zullen zij Stappen eisen. Niemand zal suggereren dat Nederlandse mariniers moeten landen bij Fak-Fak of dat Dutchbat zich per parachute moet laten afwerpen tussen de Wisselmeren. Van Aartsen moet president Wahid natuurlijk de les gaan lezen of de kwestie in de Veiligheidsraad aan de orde gaan stellen, zoiets. Ik ben nu al moe.
         Veertig jaar geleden was het juist bijzonder progressief en kosmopolitisch het Nederlandse vasthouden aan Nieuw-Guinea schouderophalend af te doen als de laatste spastische beweging van een koloniale houwdegen. Het was modern de diplomatieke circustrucs die onze toenmalige buitenlandminister Luns uithaalde om de driekleur blijvend te doen wapperen boven Hollandia, te zien als het dreinen van een kleuter die zich zijn speelgoed niet wil laten afpakken. Wie ervoor uitkwam de Papoea’s versneld rijp te willen maken voor onafhankelijkheid, werd beschouwd als een leugenaar en een hypocriet, in werkelijkheid slechts bezield van nostalgie naar een verloren imperium. Toen AR-leider Bruins Slot – lees: ouwe rechtse bal – ineens besloot niet langer op te komen voor bescherming van het zielenheil van de Papoea’s onder Nederlands bewind, en in plaats daarvan te hengelen naar een goedkeurende schouderklop van president Soekarno, had dat de status van een verheugende doorbraak in een impasse.
        Dit staat los van het gegeven dat Nederland feitelijk niets had te willen. Het stond in de wereld volkomen geïsoleerd. In Afrika en in Azië was de dekolonisatie in volle gang, en vanuit die optiek bezien, leken de Nederlandse aanspraken op een groot stuk land van onze tegenvoeters een anachronisme. Wat ook de beloften aan de Papoea’s zijn geweest, onder zware Amerikaanse druk was Nederland gedwongen ze niet na te komen. Buitengewoon sneu voor de Papoea’s, maar van het concert des levens krijgt niemand een program, en zij dus ook niet. Hoezeer ik instem met hun streven naar onafhankelijkheid van Indonesië, van een Hollandse ereschuld aan hen wil ik niets horen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.