Home Mulder: Grijs

Mulder: Grijs

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Gerard Mulder

Boven bladzijde 211 van het pas verschenen en bijna als een sensatie ontvangen Grijs verleden. Nederland en de Tweede Wereldoorlog, geschreven door Chris van der Heijden, viel ik in slaap. Tot op heden heb ik niet de moed gehad het weer op te pakken, want kennelijk verveel ik mij onder het lezen ervan te pletter. Omdat het boek goed leesbaar is, en over een onderwerp gaat dat mij boeit, voel ik me schuldig dat ik er niet doorheen kom. Eindelijk weet ik waaraan het ligt. Grijs verleden is verpletterend voorspelbaar.

Dat is des te paradoxaler omdat het boek wordt gepresenteerd als een zeer oorspronkelijke kijk op de bezettingsgeschiedenis. Niet langer worden Nederlanders onderverdeeld in helden (veel) en schurken (veel minder). De nadruk ligt op de enorme grijze middenmoot, die alleen maar probeerde te overleven.
        Het probleem is: we weten al lang dat er maar weinig Nederlanders in het verzet hebben gezeten totdat duidelijk werd wie er zou gaan winnen. We weten al lang dat verreweg de meesten kozen voor het redden van het eigen hachje, ook als ze het om die reden met de Duitsers op een akkoordje moesten gooien. We weten al lang dat er naar verhouding veel Nederlandse jongens dienst bij de Waffen SS hebben genomen, en dat er naar verhouding veel joden uit ons land zijn omgekomen.
        Het kan natuurlijk geen kwaad het allemaal nog eens te vertellen, maar grensverleggend is het evenmin. In wezen is Van der Heijdens boek een mildere variant van een genre dat langzamerhand slaapverwekkend als geheel aan het worden is: boeken waarin categorieën schuldigen worden aangewezen. Als de auteur dit leest, zal hij ongetwijfeld verontwaardigd uitroepen dat hij dat juist niet doet. Het woordje ‘grijs’ in de titel geeft immers al aan dat hij de meeste Nederlanders niet ‘zwart’, dus niet fout vindt.
        Aan de andere kant, en om die kant gaat het hem, vindt hij de meeste Nederlanders niet ‘wit’, dus niet ‘goed’. Daarmee zet Van der Heijden zich af tegen Loe de Jong, die in de reeks Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog de mythe zou hebben geschapen dat verreweg de meeste Nederlanders in oorlogstijd het hart op de goede plek droegen. Vergeleken met de mythe van De Jong waren de meeste Nederlanders dus eigenlijk ‘fout’, betoogt Van der Heijden impliciet.
        In ieder geval vormden de 211 bladzijden die ik van Grijs verleden heb gelezen, één lange polemiek met De Jong, dus zullen de resterende bladzijden dat ook wel zijn. Nu weet ik ook wel dat De Jong ervan houdt de ‘goeden’ neer te zetten als helden, en de schurken te portretteren als verdorven tot in het dertigste voorgeslacht. Toch bekruipt mij de achterdocht dat Van der Heijden niet zozeer polemiseert met De Jong als met een zelfgemaakte karikatuur van hem. Heeft De Jong alle Nederlanders minus de NSB en de SS-ers inderdaad heilig verklaard? Om een antwoord te vinden, ga ik eerst alle delen van De Jong herlezen voordat ik met Van der Heijden verder ga.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.